Hell or High Water

Regie: 
David Mackenzie
Cast: 
Ben Foster, Chris Pine & Dale Dickey
Jaar: 
2016
Duur: 
102 minuten
Genre: 
Western
Waardering: 
3 sterren

De broers Tanner (Ben Foster) en Toby (Chris Pine) zijn twee bankovervallers die in het zuiden van de Verenigde Staten structureel middelgrote banken beroven. Zij spelen een gevaarlijk spel met de wet die door politieman Marcus (Jeff Bridges) wordt gepersonifieerd. De veelzijdige Engelse regisseur David Mackenzie voegt deze western toe aan zijn diverse oeuvre waaronder YOUNG ADAM, STARRED UP en PERFECT SENSE.

Het verhaal van HELL OR HIGH WATER komt van de veel geprezen scenarist Taylor Sheridan, bekend van de war on drugs film SICARIO. Sheridans verhaal lijkt in veel opzichten op die van klassieke achtervolgingswesterns zoals BONNIE & CLYDE en BUTCH CASSIDY AND THE SUNDANCE KID: geld wordt buitgemaakt en de kijker wordt meegesleurd in een kat-en-muisspel waarbij het waarschijnlijk na 1,5 uur een keer goed fout gaat. Beproefd, maar ontzettend doeltreffend. In die zin is HELL OR HIGH WATER een klassieke ‘western’, maar de film wordt – terecht – als neo-western bestempeld vanwege haar eigentijdse elementen zoals Iphones en internet. De film speelt zich immers af in het nu. Maar als neo-western is het ook de kunst om het genre net wat te verbuigen tot een intrigerende moderne versie zoals het vergelijkbare NO COUNTRY FOR OLD MEN dat zo succesvol deed.

Maar HELL OR HIGH WATER is wat liever, wat minder rauw en wat minder ‘gek’ dan al de bovengenoemde films. Jammer, want daardoor mist het lineaire plot net dat beetje om de film te laten ontpoppen tot een spannende zit van begin tot eind. Het verhaal vormt zich rondom de thrillseeker Tanner en de stiekem sympathieke Toby. Die laatste is in tegenstelling tot zijn ex-gedetineerde broer, meer bezig om hun plan te laten slagen. Namelijk om geld te stelen van de bank die de ranch van hun overleden ouders proberen in te nemen. Want met dit gestolen geld kunnen ze de schuld van hun ouders afbetalen. Echter, de bijna gepensioneerde Marcus Hamilton, een Texaan pur sang, is samen met zijn Indiaanse collega Alberto geduldig opzoek naar de twee overvallers.

De acteerprestaties zijn goed en vooral Chris Pine laat een noemenswaardige indruk achter door met gedoseerde overtuiging een ‘goede overvaller’ te zijn. Daarentegen zijn de dialogen wel vaak oppervlakkig: we weten al tijdens het eerste echte gesprek tussen de broers dat ze vroeger mishandeld zijn en dat Tanner zijn eigen vader vermoord heeft. “Zo, hebben we dat ook gelijk duidelijk gemaakt”, hoor ik de makers al denken. En de foute Indianen-grappen van de overduidelijk racistische Marcus jegens zijn Indiaanse collega Gil zijn ook wat te veel van het goede. Als Gil plots zegt dat hij ook nog Mexicaans is, antwoordt Marcus “dat hij pas met die grappen begint als hij klaar is met alle Indianengrappen”. En over de slecht getimede “That’s what she said” grap  van Tanner tijdens de climax van de film nog maar te zwijgen.

Maar eerlijk is eerlijk, dit zijn details. Want er mag ook iets gezegd worden van de fantastische en nostalgische Western-elementen zoals de omvangrijke wijde shots, de kale omgevingen en de idyllische dorpjes gevuld met cowboyhoeden; een lust voor het oog. Maar tegelijkertijd blijkt dat de beperking van HELL OR HIGH WATER te zijn: het is een neo-western die te netjes binnen de grenzen van het originele genre blijft en daardoor (te) weinig neo bevat.

 

 

Hell or High Water