Zo onnozel als de motivering van regisseur Lannoo over het beest in ons allen, zo onzinnig en weinig origineel is Ordinary Man met zijn koddige, nietszeggende personages.
Ik Wil Nooit Beroemd Worden is een verslag van een aantal maanden uit het leven van voormalig cellist Tobias Prenen, jaren nadat hij is ontwaakt uit zijn coma.
(Post)kolonialisme, imperialisme, discriminatie en zedeloosheid in dit portret van rijke Amerikaanse toeristen die zich te buiten gaan aan seks met arme Haïtianen.
Waargebeurde film over de bevlogen leraar Dulaine, gespeeld door Antonio Banderas, toont hoe een groep New Yorkse probleemkinderen niet alleen de rumba en tango leren, maar ook doorzettingsvermogen en zelfrespect.
De songteksten van Bob Dylan staan open voor allerlei interpretaties en HOW MANY ROADS geeft een aardige doorsnede van de betekenis die zijn liedjes voor mensen hebben.
Dankzij de onnodige, filmische middelen om dit conventionele, theatrale stuk op te leuken, en de bijna schmierende rol van Pascal Greggory, is Gabrielle een mislukt project van Chéreau geworden.
Zonder veel budget zet debuterend regisseur Dunmore de tomeloze losbandigheid van John Wilmot zo overtuigend neer dat de verdorvenheid van het scherm spat.
Regisseur Gomes maakt in anderhalf uur inzichtelijk dat vanaf 1941 miljoenen Brazilianen het gebied ontvluchtten en al hun bezittingen achter lieten om in het Amazonegebied te gaan werken.
Na vijf kwartier slapstick in dit onvergetelijke voorbeeld van Nouvelle Vague-cinema vergt het grote zuurkool-met-worst gevecht aan het einde wel iets teveel van de kijkers.