Jeanne Moreau retrospectief in Filmmuseum
Van 21 juli tot en met 31 augustus 2005 vertoont het Nederlands Filmmuseum een retrospectief van de Franse actrice Jeanne Moreau. In haar inmiddels meer dan honderd films speelt Moreau vooral de sterke, soms fatale, vrouw die met ieder nieuw gebaar en oogopslag afwisselend aantrekt en afstoot. Met de vertoning van onder andere ASCENSEUR POUR L'ECHAFAUD, JULES ET JIM, LA NOTTE, EVE en LE PROCES wordt ze getoond onder regie van enkele van de grootste regisseurs, waaronder Louis Malle, Michelangelo Antonioni, François Truffaut, Luis Buñuel en Orson Welles.
Jeanne Moreau (Parijs, 1928) geldt als een van de beste actrices van de Franse cinema. De nu 77-jarige actrice regisseerde zelf drie maal en rondde nog dit jaar haar samenwerking met regisseur François Ozon af met de film LE TEMPS QUI RESTE. Ze staat bekend om haar zelfbewuste keuze van jonge, veelbelovende regisseurs en om haar onconventionele houding. Moreau speelt vaak een femme fatale wiens gedrag wordt gekenmerkt door vastberadenheid, maar met een voorkomen dat ook iets treurigs verraadt.
Haar doorbraak beleeft ze in 1958 met de film-noir ASCENSEUR POUR L'ECHAFAUD (Lift naar het schavot). Debuterend regisseur Louis Malle verfilmt daarmee een misdaadroman van Noël Calef, waarin een ex-militair zijn baas uit de weg ruimt om ongestoord zijn leven met diens vrouw, gespeeld door Jeanne Moreau, te delen. Als de man vast komt te zitten in een lift mislukt hun vooropgezette plan. Moreau doolt, onwetend van het lot van zowel haar man als haar minnaar, de avond en nacht vertwijfeld rond door een donker en regenachtig Parijs.
Haar personage wordt merendeels met minimale belichting op straat gefilmd als een vermoeide, maar onaantastbare vrouw. Ze wordt door Louis Malle niet getoond als een glamour girl, zoals gebruikelijk was in die jaren, en toch maakte ASCENSEUR POUR L'ECHAFAUD haar tot een ster en geliefde actrice van de Europese avant-garde filmmakers.
In datzelfde jaar 1958 werkt Moreau nogmaals samen met Louis Malle aan de film LES AMANTS. Waar ASCENSEUR POUR L'ECHAFAUD vooral stof deed opwaaien door de manier waarop Moreau werd belicht en ontglamoured, was het in LES AMANTS het thema dat leidde tot een controverse. Ze speelt namelijk een getrouwde vrouw met kind, die zich uit verveling begeeft in de jetset van Parijs. Met overgave laat ze zich omgeven door een knappe polospeler en laveert zo behendig tussen het provinciale, burgerlijke bestaan en dat van de stadse high society.
Haar gekoesterde dubbelleven staat op zijn kop als de echtgenoot haar Parijse vriendin en de polospeler uitnodigt voor een diner. Op weg naar huis krijgt ze een lift van een jonge archeoloog. 's Avonds ziet ze in hoe onverdraaglijk haar man eigenlijk is, en hoe aanstellerig haar minnaar. Als ze die nacht in de tuin wandelend de archeoloog tegenkomt, trekken ze direct naar elkaar toe en worden die nacht nog stapelverliefd. Ze besluiten de volgende morgen samen te vluchten.
Controversieel was dat Moreau in deze speciaal voor haar geschreven rol een vreemdgaande echtgenote speelt, die uiteindelijk wegvlucht van haar huwelijk, dochter en haar vrienden. Haar overspel wordt dus niet gevolgd door schuldbesef of iets anders onaangenaams. De nacht die ze deelt met haar archeoloog levert tevens een voor die tijd verregaande vrijscène op, waardoor LES AMANTS zelfs het predikaat obsceen kreeg opgeplakt.
Nu valt vooral op hoeveel tijd Louis Malle uittrekt voor de laatste scènes waarin Moreau kiest voor haar primaire behoefte aan onvoorwaardelijke liefde. Het maanlicht, de overdadige muziek van Brahms en de overtuigende aantrekkingskracht tussen de personages leveren veruit de zoetste, maar ook beste scènes op in een verder niet bijzonder sterke film.
Spectaculairder is de film waarmee het Jeanne Moreau programma opent: de vertoning van de zojuist gerestaureerde EVE van Joseph Losey. Toen deze uitkwam in 1962 werd het door de producenten drastisch ingekort. De verloren gegaande versie die de regisseur zelf hermonteerde, is door het Filmmuseum met zo dicht mogelijke benadering samengesteld uit de weinige overgebleven kopieën.
Moreau, op dat moment de leading lady van de Europese cinema, speelt in EVE de meest harteloze femme fatale uit haar carrière. Als een duivelse courtisane bespeelt ze de mannen in de high society van Venetië en Rome. Een schrijver valt voor haar charmes en zet daarmee zijn geluk en het leven van zijn verloofde op het spel. Meer dan het filmen van een doortimmerd plot, zet Losey vooral de door hem geadoreerde Moreau op een voetstuk. Hij stelt alles in werking om een symbolistisch, prachtig gefilmd portret van een doortrapte, eenzame vrouw van lichte zeden neer te zetten.
Dit kwam hem op flinke kritiek te staan van critici, die in de ingekorte versie niets meer zagen dan mooi gefilmde troep. In de gerestaureerde versie is nu te zien tot welke klasse EVE behoort: Losey filmt op een sterk anti-naturalistische wijze zijn pessimistische ideeën over relaties, huwelijkse trouw en man/vrouw-verhoudingen. Jeanne Moreau excelleert in de titelrol als een sadistisch, manipulatief en kinderachtig kreng, dat mannen bespeelt als een marionettenspeelster. Haar liefde voor geld wordt alleen geëvenaard door de liefde voor elpees. Billie Holidays Willow, Weep for Me klinkt keer op keer, en verraadt naast haar aanstellerige zelfmedelijden ook het besef en misschien zelfs schuldbekentenis van haar manipulatieve gedrag.
Naast EVE zijn ook LE PROCES, LA NOTTE en JULES ET JIM grote aanraders deze zomer in het Filmmuseum.