Cannes 2013: 9 recensies

LA GRANDE BELLEZZA

Regie: Paolo Sorrentino

Fellini leeft! De gehele 140 minuten van Sorrentino's nieuwe waan je je in een vervolg op LA DOLCE VITA van de hand van de meester zelf. Dat betekent anno 2013: een kalme, sarcastische egotripper (Toni Servillo) die de stad Rome en zijn gehele beau monde kent als zijn broekzak, en niet meer in sprookjes gelooft. Hij doet slechts hoe hij er zelf het beste uitkomt en deelt sneren rechts en links uit. Om hem heen viert de rijke minderheid alsof er geen morgen is, maar hij realiseert dat dit feestleven eigenlijk niets waard is. Rijk aangekleed is een understatement, want Sorrentino haalt alles uit de kast -en uit zijn cast. Liberace zou zeggen: Too much of a good thing is.... simply wonderful, maar wij vonden het oubollige cinema dat wel een onsje minder had mogen zijn. Zo zijn de vele religieuze en literaire verwijzingen niet meer van deze tijd en had het geheel ook wat korter gekund. Desalniettemin een geheide klapper bij de oudere arthousekijker.

 

grigris

 

GRIGRIS

Regie: Mahamat-Saleh Haroun

Superkleurrijke Afrikaanse vertelling van een man met een raar beentje die net als ieder ander in zijn arme dorp geld bij elkaar schraapt om in zijn bestaan te kunnen voorzien. De verkeerde keuzes die Grigris maakt moet hij flink moet berouwen, maar gelukkig is daar Mimi. Film is een voltreffer in zijn naïviteit: een exotische, conventionele vertelling in hele originele setting en heeft in Grigris een hele aimabele held.

 

WE ARE WHAT WE ARE 

Regie: Jim Mickle

Mooi gefotografeerd en van enge soundscapes voorzien horrorverhaal van kannibalistisch gezin in verre uithoek van de V.S. waar het de hele dag regent. Goed geacteerd van de hele cast, en vooral door vader Bill Sage en Michael Parks als arts. Eerder verfilmd door Jorge Grau, die kannibalisme meer als ziekte behandeld. Hier is het iets meer een traditie met een oud familiedagboek en meerdere, redelijk geslaagde flashbacks naar 1781. Het basisidee dat dit een echt functionerende familie is met ieder hun eigenschappen en dat ene grote geheim is effectief gedaan. Je voelt bijvoorbeeld dat de twee dochters steeds opnieuw de afweging maken naar wat ze moeten luisteren: hun vader, God of hun eigen boerenverstand.

 

WAKOLDA 

Regie: Lucia Puenzo

Arthouse-crowdpleaser voor een wat oudere doegroep: exotische locatie Patagonië, thriller over gevluchte nazi's, familiedrama en historische les in een. Genoeg om over te praten bij de rode wijn na afloop dus. Ik vond het een vermakelijk, doeltreffend, maar wat keurig geregisseerd verhaal, dat het er soms te dik bovenop legt en op teveel paarden wedt. Zo was het plotje met die poppen en dat plastisch chirurgiecentrum niet nodig. Die tijd hadden ze beter kunnen gebruiken voor meer familiescènes. Of iets meer achtergrond voor de niet-Argentijnse kijker die zich afvraagt waarom er een nazistische school in Argentië staat.

 

LES SALAUDS

Regie: Claire Denis

Sterke vertelling van een aantal levens dat elkaar kruist en waarin mannen en vrouwen, en ouders en kinderen recht tegenover elkaar komen te staan, en waarin seksualiteit op vele verschillende manieren verweven zit. Alle relaties blijken zich uiteindelijk te centrifugeren rond illegale seksfeestjes op het platteland, maar Denis laat de kijker wel te lang in het ongewisse over precieze verhoudingen. Technisch uitstekend: mooi camerawerk, fantastische montage, perfect geacteerd en mooie muziek van Stuart Staples. Einde is wat te gekunsteld arty. Geheid de tweede keer beter, zoals bij l' INTRUS.

 

AS I LAY DYING 

Regie: James Franco

Halfgeslaagde, originele verfilming van het William Faulknerboek vanuit experimentele invalshoek, compleet met splitscreens en personages die tegen de camera praten. Uiteindelijk een zeer rechttoe rechtaan verhaal van een stelletje enorme randdebielen die hun overleden moeder/echtgenote naar haar laatste rustplaats brengen, maar daar door pech onderweg nogal lang over doen. Toch lukt het Franco om tijdens deze helletocht sympathie voor het stel op te brengen, hoe onsympathiek en vaak compleet onverstaanbaar ze ook zijn. Duurt minimaal een half uur te lang.

 

nebraska

 

NEBRASKA 

Regie: Alexander Payne

In fraai zwart-wit geschoten coming-of-age film, maar dan nu eens niet van tieners, maar van een volwassen zoon (Will Forte) en zijn bejaarde vader (Bruce Dern), die samen op reis gaan omdat vader denkt een miljoen te hebben gewonnen, dat hij slechts hoeft op te halen in Nebraska, twee staten verderop. Ze stoppen onderweg noodgedwongen in het dorp waar hij opgroeide en zo leert zoonlief eindelijk zijn stugge vader kennen. Zorgvuldig opgebouwd en vol scherpe dialogen. Met glansrollen voor Dern en bijrol-oldtimer Stacy Keach, en prachtige fotografie van vaste Payne D.O.P. Phedon Papamichael. Kanshebber voor Gouden Palm, zeker met familieman Spielberg als juryvoorzitter. En in zwart-wit, dus artistiek = verantwoord.

 

ONLY GOD FORGIVES

Regie: Nicolas Winding Refn

Overgestileerde wraakfantasie met Oedipusthema van twee gangsterbroers in Bangkok, die na een flinke wetsovertreding het aan de stok krijgen met Thaise politieman die de term ruwe bolster, blanke pit nieuwe invulling geeft. Al heeft hij in het loeder van hun moeder een bijzondere pendant. Van karakteropbouw is geen sprake. Sterker nog: er wordt nauwelijks iets gezegd en Refn neemt voor het minuscule verhaaltje belachelijk veel tijd. Typische zo'n opvolger van een plotseling succesvolle regisseur die doorslaat en denkt dat ‘ie alles kan maken. Resultaat is een film die volgepropt zit met sfeerbeelden die baden in een overdaad aan blauwrood licht, maar ijskoud aanvoelt. Mislukt en een pijnlijke opvolger van het superieure DRIVE.

 

BEHIND THE CANDELABRA

Regie: Steven Soderbergh

Door HBO geproduceerde televisiefilm -met de uitstraling van een sjieke bioscoopfilm- over een bijzondere liefdes- en vriendschapsrelatie tussen kitchpianist/showman Liberace en een dommige, mooie jongen vanaf 1977. Film gaat (te) onnadrukkelijk over homoacceptatie, want richt zich voluit op de intrigerende persoon van Liberace, die werkelijk fantastisch wordt neergezet door Michael Douglas. Hij kan bijna niet genegeerd worden door de Gouden Palmjury, zeker omdat de televisiefilm geen kans maakt op Oscars. Douglas toont een megaster in al zijn facetten waarin hij moeiteloos springt van eenzaamheid en onzekerheid naar ijdelheid en een alles opofferende hang naar succes. Maar ook tegenspeler Matt Damon en plastisch chirurg Rob Lowe zijn een genot om naar te kijken. Film is als vertelling conventioneel, maar dat was te verwachten in de handen van een regisseur als Soderbergh.

 

GRIGRIS