Interview Mark van den Tempel


De 25ste editie van IMAGINE, voorheen het Amsterdam Fantastic Film Festival, vindt plaats van 16 tot en met 25 april 2009. Het festival richt zich op lange en korte speelfilms in de genres fantasy, horror, sciencefiction, cult en animatie. Speciale aandacht is er dit jaar voor Engeland in het programma Anarchy in the UK, voor genrefilms uit Australië in het programmaonderdeel Eyes Wide Open en voor uitdagende sciencefiction in het blokje Brave New Worlds. Daarnaast is er ook op deze 25ste editie een plek ingeruimd voor de European Fantastic Shorts.


Verantwoordelijk voor de programmering van de korte films is filmjournalist Mark van den Tempel. The Cult Corner sprak hem in Amsterdam aan de vooravond van het IMAGINE festival.


imagine


Programmeur van hét fantastische filmfestival van Nederland klinkt als een droom voor een genrefilmliefhebber als jij. Hoe kwam je er eigenlijk terecht?

In de jaren tachtig, tijdens de voorbereiding van het tweede of derde jaar van wat toen nog het Weekend of Terror heette, vroeg het huidige bestuurslid Peter Westervoorde of ik niet wat films uit België wilde halen voor de toenmalige festivaldirecteur Jan Doense. Ik werkte indertijd nog bij het Nederlands Filmmuseum, en zo leerde ik Jan kennen. We hebben vanaf toen contact gehouden en in 2003 heb ik voor het eerst het korte filmprogramma samengesteld.


Je hebt je dus altijd al met korte films bezig gehouden?

Nee, dat wisselde. In 2004 heb ik bijvoorbeeld de programmering verzorgd van alle Aziatische titels plus de animatiefilms. Die specialisatie heb ik drie jaar lang gedaan waarna ik mij uit tijdsgebrek op de korte film ben gaan richten. Met de langefilmprogrammering ben je namelijk van september tot en met december iedere avond een film aan het kijken en dat kon ik steeds minder goed combineren met mijn andere werk als filmjournalist.


Maar is de keuze juist bij korte films niet veel groter?

Je kan het zo ingewikkeld maken zoals je zelf wilt, want het aanbod is zo goed als eindeloos. Om het enigszins in te perken en omdat we een Méliès nominatie voordragen (de uitreiking van de Méliès Awards is een initiatief van de European Fantastic Film Festivals Federation, waarvan het AFFF sinds 1996 lid is, R.S.) hebben we ervoor gekozen om onze kortefilmprogrammering te beperken tot Europese films. Dus dat scheelt heel veel, omdat er met name in de Verenigde Staten veel wordt gemaakt, dat wij dus buiten beschouwing kunnen laten. Maar dan nog is het nog steeds best veel. Ik denk dat ik er na een eerste selectie in totaal ruim honderd heb gezien, waarvan er twintig in het European Fantastic Shorts programma zijn beland.


Hoe selecteer je de titels?

Het begint meestal door buitenlandse fantastische filmfestivals te bezoeken. Dit jaar hebben festivaldirecteur Phil van Tongeren en programmeur Barend de Voogd de kortefilmprogramma's van San Sébastian en Sitges bekeken om inspiratie op te doen. Dan vraag ik op basis van hun bevindingen en mijn eigen kennis en nieuwsgierigheid titels op van films waar ik hoge verwachtingen van heb. Natuurlijk zijn alle prijswinnaars op andere festivals de potentiële AFFF-kandidaten. Verder heb ik een aantal websites waar ik alle nieuwe ontwikkelingen bijhoud. Zoals de site BBC Film Network waar korte films in hoge resolutie te zien zijn.


Dus er is veel overlapping met andere filmfestivals?

Ja, we vertonen bijna alleen films die ergens eerder hebben gedraaid. De echte uitschieters worden door alle programmeurs opgepikt en die draaien echt overal. We hebben bijvoorbeeld dit jaar de winnaar van het de kortefilmcompetitie van het fantastische filmfestival van Brussel vorig jaar.


Je hecht dus weinig waarde aan de zogenoemde scout-functie van het IMAGINE: festival? De drang om alleen premières te tonen?

Ik streef er inderdaad niet naar om als eerste iets te hebben. Ik wil gewoon een mooi programma maken. Maar er komt natuurlijk wel iets van mijn eigen persoonlijke smaak bij kijken. Ik programmeer zeker niet klakkeloos alle winnaars van Sitges, Brussel of San Sébastian. Zo sturen filmmakers mij het hele jaar door films op met de vraag of ze een plekje in ons programma kunnen krijgen. Daarvan is 90% overigens niet goed genoeg. Maar je kunt er wel vanuit gaan dat op een enkele Nederlandse korte film na iedere film die wij vertonen wel ooit ergens heeft gedraaid. Er zijn ook zo waanzinnig veel kortefilmfestivals in de wereld.


Hoe verdeel je de kandidaten voor je programma over de verschillende genres?

Ik ben strikt genomen geen horrorman, en houd het meest van verrassingen, dus daar selecteer ik streng op. Er moet gewoon een mooie balans in ons programma komen tussen humor, spanning, drama, animatie en live-action. Soms vallen er dus prachtige dingen buiten boord, omdat ik niet te veel dezelfde type films op wil nemen om die balans te bewaren. Dit jaar waren er bijvoorbeeld zoveel goede Nederlandse films dat ik liever een apart Nederlands programma zou hebben gemaakt. Want het is nog lastiger om die titels af te wijzen, omdat ik in veel gevallen de makers ken.


Je wilt dus een uitgebalanceerd programma kunnen presenteren, maar waar selecteer je op tijdens het bekijken van een korte film?

De technische afwerking is uiteindelijk minder belangrijk dan een goed idee. Ik vind dat een kijker zich moet kunnen verplaatsen in wat er gebeurt. Geloof je wat er gebeurt? Dat is eigenlijk het moeilijkste. Je kunt bij een korte film in feite geen steekje laten vallen. Een lange speelfilm kan nog wel eens een slap middenstuk hebben, maar een korte film moet helemaal goed zijn van begin tot einde. Meestal gaat het bij korte films mis bij het dramatische gedeelte. Het recept tot succes is dus een simpel idee, dat goed wordt uitgewerkt en geloofwaardig is. En dan mag het van mij er niet super geweldig uitzien.


En welke film van dit jaar beantwoordde daar het meest aan?

Dit is misschien een heel gemakkelijk antwoord, maar ik heb geen favoriet. Ik ga namelijk ieder jaar net zolang door tot ik een programma heb waar ik 100% achtersta. Maar het echte bewijs is altijd pas in de juiste volgorde in de zaal met publiek. Dan merk je pas echt of het werkt. Je kunt sommige filmpjes vijf keer hebben gezien, maar met publiek in de zaal gebeurt het echt. En soms voel je een filmpje dan ook doodslaan of gaat er juist in als koek. De fout die ik nog wel eens heb gemaakt is om een filmpje dat niet perfect is toch te programmeren omdat ik het zelf een sympathieke film vind en het de makers ook gun. Dan doe je het omdat je vindt dat ze het verdienen, maar als je dan in de zaal zit, dan werkt het gewoon niet. En voor zo'n filmpje heb ik er tien betere niet geselecteerd, dus dan had ik dat niet moeten doen.


Sinds vorig jaar heeft het festival in Phil van Tongeren een nieuwe directeur die ervoor waakt dat het festival geen horrorfestival wordt en heeft mede daarom de naam verandert naar IMAGINE. Goed idee?

Ik begrijp dat wel. Het is ook geen horrorfestival, en Phil wil dat met de nieuwe naam benadrukken. Met IMAGINE kunnen we onze visie beter benadrukken en het nog verder weg trekken uit het getto van blood and gore en dat vind ik wel een slimme zet. Maar er is overigens nooit tegen mij gezegd dat ik niet te veel bloederige horror moet programmeren.


Vind je het niet jammer dat je in de voorbereiding en selectie de filmpjes dan op een klein scherm ziet terwijl ze veelal zijn bedoeld voor het grote scherm?

Ja natuurlijk is dat niet ideaal, maar ik vind de interactie met het publiek belangrijker dan dat formaat van het scherm. En bovenal de dynamiek van het programma. Na een lange en zware film moet er in zo'n programma bijvoorbeeld altijd iets korts en luchtigs om de balans te bewaren.


Er was vorig jaar bij de lange speelfilms een discussie tussen de programmeurs van het festival of de film A L'INTERIEUR over een geterroriseerde zwangere vrouw wel moest worden geprogrammeerd, omdat het misschien te ver zou gaan. Word jij wel eens teruggefloten?

Nee, gelukkig niet. Kijk, ik heb natuurlijk maar een klein winkeltje binnen het AFFF en heb daarin echt de vrije hand. Dus ik kies wat ik wil laten zien. Maar het is soms wel erg lastig om te kiezen. Toen ik voor deze editie het idee voorlegde om een Nederlands blokje korte films te doen omdat ik anders zoveel makers moest teleurstellen, antwoordde Phil dat het programma geheel en al mijn keuze is en dat ik de knoop door moet hakken.


Hoe zou je het 25ste IMAGINE festival omschrijven?

Als een festival dat fantasievolle cinema in al zijn facetten probeert onder de aandacht te brengen. Er zijn filmmakers zoals de gebroeders Dardenne die in hun films de realiteit willen weergeven, maar je zult ze niet op IMAGINE vinden, omdat wij de realiteit zoals die in ADAM'S APPLES zit leuker vinden. Dat is een vrij groot segment binnen de cinema. Animatie valt daar natuurlijk onder, maar ook mockumentaries, fantasy en natuurlijk horror als een gruwelijke weergave van de werkelijkheid.


Telt het IMAGINE festival mee in de wereld van de fantastischefilmfestivals?

Ondanks dat ons festival zeker dit jaar niet gezegend is met een teveel aan geld en we concessies moeten doen, denk ik dat we zeker meetellen. Zeker als je kijkt naar de bereidwilligheid waarmee makers hun films opsturen, het enthousiasme waarmee ze naar Amsterdam willen komen en het programma dat ieder jaar staat als een huis, dan tellen we zeker mee. En we behoren natuurlijk tot de paar festivals die de European Fantastic Film Festivals Federation hebben opgericht, en zijn een van de oudste fantastischefilmfestivals van heel Europa.

 

Ronald Simons (Amsterdam, 2009).