Interview Peter Strickland

Met KATALIN VARGA heeft de Britse regisseur Peter Strickland zijn droom waargemaakt: het verfilmen van zijn zelfgeschreven script met amper een budget en zonder inmenging van een studio. Dit intense speelfilmdebuut is een poëtische rape-revenge film over de jonge Roemeense moeder Katalin (debutante Hilda Péter) wiens man te weten komt dat hun zoontje niet van hem is, maar voortkwam uit haar verkrachting. Hij verstoot Katalin, waarna zij wraak wil nemen op haar verkrachter. Eenmaal gevonden na een lange tocht door het onheilspellende Roemeense landschap, blijkt hij geen koud monster, maar een zachtaardige man met spijt. Maar is Katalin tot vergeving in staat? Zal haar misdaad niet groter zijn dan die van hem?

De in Griekenland geboren Strickland verwezenlijkte zijn droom grotendeels met een erfenis van zijn oom. Na de opnames in Roemenië met een voornamelijk Hongaarse crew was het geld echter op en bleef het project maanden op de plank liggen. De regisseur werkte al die tijd als leraar en toonde de ruwe montage aan zoveel mogelijk potentiële investeerders. Twee Roemeense partijen bleken bereid het benodigde geld voor de postproductie neer te tellen. En met succes, want eenmaal voltooid werd KATALIN VARGA geselecteerd voor het filmfestival in Berlijn. Daar won de film de prijs voor het beste sounddesign. Eind 2009 viel de film bij de Europese Film Awards opnieuw in de prijzen toen KATALIN VARGA werd gekozen tot Europese ontdekking van 2009.

The Cult Corner sprak regisseur Peter Strickland in 2009 op het filmfestival van Berlijn.


Kunt je iets vertellen over het begin van dit project? Je hebt de erfenis van je oom gebruikt om de film te maken?

Het beginpunt van de film was natuurlijk het script waar ik lange tijd op heb geploeterd. Ergens begin 2004 ben ik toen samen met een vriend gaan liften en wandelen door de bergen van Transsylvanië op zoek naar de beste locaties. De financiële injectie die KATALIN VARGA toen nodig had om te worden gerealiseerd, was dat ik op een gegeven moment inderdaad wat geld van mijn oom erfde. Dat was niet veel, maar we hadden ook niet veel nodig, zeker omdat we besloten om te draaien op super 16mm. De film is opgenomen voor slechts €20.000 met een hele kleine crew. Het is fantastisch en bizar het uiteindelijk is gelukt en dat we hier nu zitten, want iedereen vertelde me constant wat een idioot plan dit was en dat ik suïcidaal was om er mee te beginnen.


Is niet iedere filmmaker een idioot?

Op zich is inderdaad iedere filmmaker wel een idioot. Maar om met zo weinig geld zo'n project op te zetten, was eigenlijk écht te veel van het goede. Zo kwamen we met die erfenis slechts zover als de ruwe montage, en toen was er helemaal niets meer over om de film af te maken. Ik heb toen gedurende acht maanden de stekker uit het project gestoken, omdat we gewoon niet verder konden. Ik was volkomen door mijn energie heen en ben toen naar Engeland gegaan om te werken. In de tussentijd zag de maatschappij Libra Film in Roemenië de ruwe montage en besloten om extra geld vrij te maken om de postproductie af te maken. Ook het Roemeense Filmcentrum heeft vanaf dat moment bijgedragen aan de financiering.

Hoe belangrijk was het Oost-Europese landschap voor je verhaal?

In de eerste instantie zocht ik naar locaties in Albanië en Tsjechië. De uiteindelijke keuze voor Roemenië was vooral een praktische, omdat ik in die tijd in Roemenië woonde en er mensen kende. Daarnaast kende ik amateurtoneelspeelster Hilda Péter al en wilde beslist met haar werken. Maar ik had als setting voor deze film het soort gotische sprookjeslandschap voor mij dat ik dacht te vinden in het Oost-Europese landschap. Ik ben een liefhebber van de manier waarop Werner Herzog de natuur ziet: niet romantisch, maar hard en gewelddadig. Volgens Herzog is de natuur alleen maar seks en dood, zonder gerechtigheid. En dat zocht ik: een landschap zonder gerechtigheid, zonder wetten: alleen de overleving van de meest agressieve soort. Maar ik wilde dit aspect wel op een zo mooi mogelijke manier brengen. We wilden geen lelijke film maken.


Waar kwam het idee voor dit verhaal vandaan?

Ja, dat weet ik eigenlijk niet meer precies. Met alles wat ik schrijf is het zo dat er een idee in m'n hoofd ontstaat en dat ik vanuit zo'n basisidee begin te schrijven. En in dit geval begon ik met het idee van wraak, gecombineerd met mijn wens om met verschillende genres wilde mengen. Ik vind het heel fijn om een verzameling regels te pakken en er mee te gaan schudden en draaien tot dat je een opwindende nieuwe richting in kunt gaan. Het spreekt mij erg aan om het publiek niet die grote snelweg op te sturen, maar juist dat modderige zijstraatje. In mijn verhaal wilde ik de kijker in de positie van de karakters brengen.


Was je niet bang om een echte genrefilm te maken die een te klein publiek zou aanspreken?

In de eerste plaats ben ik een fervent liefhebber van genrefilms, dus daar was ik niet zo bang voor. En in de tweede plaats heb ik er voor gekozen om geen voor de hand liggende route in te slaan door een zeer eigenzinnige film te maken. Zo wilde ik geen authentiek Roemeens verhaal verfilmen, maar er ook geen overdreven gotische Draculafilm van te maken. Uiteindelijk werd het een gotisch sprookje, een soort griezelige ballade. En lichter dan was gepland: door de werkschema's van de acteurs moesten we in de zomer filmen, terwijl ik van te voren meer bewolking wilde. We zaten tijdens de opnames dan ook steeds te hopen op slecht weer om de sfeer te creëren die ik zocht.


De bootscène waarin Katalin vertelt over haar verkrachting, is zo'n scène waarin het weer sterk bijdraagt aan de sfeer; tijdens haar monoloog begint het langzaam te regenen, alsof de wereld met haar meehuilt.

De scène op de boot was zeker een van de lastigste om te draaien. Niet alleen door de weersomstandigheden, die inderdaad prachtig uitpakten, maar ook door de vorm. Ik koos er voor om Katalin haar verhaal heel simpel, in een lange monoloog te laten vertellen. Op die keuze was al tijdens het draaien erg veel kritiek. Iedereen wilde muziek en flashbacks van de verkrachting, maar ik wilde het zo droog mogelijk, zodat de horror van haar verhaal langzaam in de hoofden van het publiek zou gaan werken. En in combinatie met de regen worden haar woorden veel krachtiger dan door alles te tonen. En daarnaast: hoe ver kun je nog gaan in het tonen van geweld?


Je doelt op de martelhorrorfilms van de laatste jaren?

Ja, zou je nog een HOSTEL willen zien? Zou je die troep nog moeten maken? Ik ben niet geïnteresseerd in die expliciete horror, en ben van mening dat het de kijker ongevoelig maakt terwijl ik ze er juist bij wil betrekken. Meer is in dit geval zeker minder.


Heeft KATALIN VARGA nog felle reacties opgeroepen van feministen?

Ja, er waren zeker wel boze reacties. Maar ik wil heel duidelijk maken dat de verkrachting mij niet interesseert. Daar gaat de film niet over en daarom heb ik die scne niet laten zien. Het gaat mij om de wraak, en dat is een universeel gegeven. De film gaat over wraak en verlossing.


Maar begrijp je dat kijkers zich irriteren dat de vrouw moet boeten voor het kwaad van de man, en dat je de verkrachter ook nog eens sympathiek maakt?

In de eerste plaats is de film gewoon een film en draag ik er geen boodschap mee uit. Misschien zijn in mijn volgende film alle vrouwen wel slechteriken, zoals in KATALIN VARGA alle mannen slecht zijn. Maar ik heb het personage van de verkrachter bewust sympathiek gemaakt, omdat ik daarmee wil aangeven dat, alhoewel hij ten opzichte van Katalin een enorme slechterik is, hij voor andere personen in zijn omgeving heel anders kan zijn. Universele veroordeling bestaat niet, alle (ver)oordelen zijn persoonlijk. En daarom weiger ik om een vonnis uit te spreken over de verkrachter, al besef ik dat juist die weigering irritant kan zijn voor het publiek.


De reactie van haar echtgenoot om haar en haar zoon te verbannen lijkt wat ovedreven.

Ik wil niet zeggen dat het soort dorp waar de film zich afspeelt echt primitief of achtergesteld is, maar in die gebieden is de eer wel een erg belangrijk gegeven en Hilda Péter vertelde mij dat gekrenkte trots enorm hoog wordt opgenomen. Het is bijvoorbeeld ook op grote schaal voorgenomen dat vrouwen die zijn verkracht door soldaten later met kind en al werden verdreven omdat hun bloed is vermengd met dat van een ander volk. Een vorm van etnische zuivering die daar nog altijd actueel is.


De muziek is zeer aanwezig. Met wie heb je samengewerkt?

De muzikant heet Steven Stapleton. Hij zit in de experimentele band Nurse With Wound en ze spelen al sinds de late jaren zeventig. Zijn muziek is van een enorme invloed geweest. En eigenlijk is het niet eens echt muziek, het is Dada en absurdisme. Maar het stuk bestond al wel. Hij heeft het gebruikt voor een soundtrack die hij samen met muzikant Geoff Cox heeft gemaakt voor een korte film van zijn vrouw. Dus ik heb zowel Steven als zijn vrouw toestemming gevraagd om het voor KATALIN VARGA te mogen gebruiken. Ik had ook graag iets van György Ligeti (Oost-Europese componist, beroemd geworden door de stukken die Stanley Kubrick van hem gebruikte voor zijn films 2001: A Space Odyssey, The Shining, en Eyes Wide Shut, R.S.) gebruikt, maar we hadden geen geld om de rechten daarvoor te krijgen.


Het project is duidelijk zeer low budget. Op welke momenten voelde je je nog meer echt gelimiteerd in je keuzemogelijkheden?

Nou, bijvoorbeeld in die bootscène waarin Hilda haar verkrachting gedetailleerd beschrijft. We namen die scène op in een toeristisch meer, en we hadden geen geld om het meer af te huren. Dus ik zat in een bootje de hele tijd alle toeristen weg van onze boot te gebaren, zodat Hilda haar monoloog kon houden. Dat was echt een lange, zware dag. De camera was ook niet verzekerd, dus ik was als de dood dat de camera in het water zou vallen.


Dit is niet de eerste keer dat je in Berlijn bent.

In 1997 draaide mijn korte 16mm film BUBBLEGUM hier in het festivalonderdeel Panorama. Het is een kwartier durende film met Nick Zedd als een soort overjarige Elvis rockabilly ster. Maar deze film is bijna nergens vertoond.


Kun je iets vertellen over een volgend project? Ik hoorde dat je aan een bloedeloze horrorfilm wilde gaan beginnen die compleet binnen wordt opgenomen?

Ik loop nu inderdaad met dergelijke ideeën rond, maar het kan nog alle kanten op. Ik weet wel zeker dat mijn volgende project 70% geluid zal worden en 30% beelden. Het wordt op dit moment geschreven, en het wordt echt iets heel anders.

 

Ronald Simons (Berlijn, februari 2009).