The Rum Diary
Het is ergens in de jaren negentig wanneer Johnny Depp tijdens een van zijn vele bezoekjes aan boezemvriend en legendarische gonzojournalist Hunter S. Thompson het vergeten manuscript van The Rum Diary ontdekt. Een roman die Thompson in 1959 op zijn 22e schreef en destijds maar niet kreeg uitgegeven. Depp, onder de indruk van wat hij leest, besluit niet alleen om de roman alsnog uit te geven, maar vat tevens het plan op om samen met Thompson een filmversie van de grond te krijgen. Het blijkt een moeilijk proces: na vele omzwervingen en de dood van Thompson in 2005 duurt het uiteindelijk tot 2011 voordat Depp THE RUM DIARY via zijn eigen productiemaatschappij Infitum Nihil daadwerkelijk weet te realiseren. Het eindresultaat: een sympathieke verfilming, maar uiteindelijk ook niets meer.
Dat Thompson en Depp een gouden combinatie zijn weten we sinds Terry Gilliams verfilming van Thompsons cultroman FEAR AND LOATHING IN LAS VEGAS (1998), waarin Depp misschien wel een van zijn beste rollen ooit neerzet als de nerveuze, psychedelische journalist Raoul Duke. In THE RUM DIARY speelt Depp de jonge en alcoholistische journalist Paul Kemp die in de jaren zestig een baantje weet te scoren in Puerto Rico. Het stelt niet veel voor: aanvankelijk mag hij vooral horoscopen verzinnen voor de noodlijdende Engelstalige krant The San Juan Star. Hij trekt in bij de botte fotograaf Sala (Michael Rispoli), wordt benaderd door de slinkse zakenman Sanderson (Aaron Eckhart) en valt voor de charmes van de mooie blondine Chenault (Amber Heard).
Net als FEAR AND LOATHING moet THE RUM DIARY het niet hebben van de plot, maar van de bevreemdende sfeer en absurde humor. Die komt ditmaal niet tot uiting in groteske en door drugs gevoede hallucinaties, maar vooral in droge dialogen. De Britse regisseur Bruce Robinson, die zijn sporen verdiende als scenarist van THE KILLING FIELDS (1984) en regisseur van de Briste culthit WITHNAIL & I (1987), benadrukt dit alles extra door een aangeschoten cameravoering en montagestijl waardoor we het verhaal als een alcoholische roes ervaren.
Het is overduidelijk dat het aan sympathie voor het werk van Hunter S. Thompson en goede intenties bij deze verfilming niet ontbreekt. Depp, net als de rest van de cast, speelt met overgave. De droge humor werkt op momenten aanstekelijk, maar uiteindelijk blijft THE RUM DIARY steken in te veel fragmentarische verhaallijntjes, verwarrende onduidelijkheden en te weinig sturing om deze intenties om te zetten in een werkelijk geslaagde film.