Holy Motors
In de jaren tachtig werd de nieuwe lichting Franse regisseurs, waaronder Luc Besson en Jean-Jacques Beineix, door de Franse filmpers verenigd onder de noemer Cinema du look. Vaak in de veronderstelling dat de stijl van een film belangrijker was dan de inhoud, hoefden stijlmiddelen voor deze filmmakers niet per definitie een verhaal te ondersteunen: het creëren van een bepaalde ‘look' was minstens zo belangrijk. Een bijzondere stem binnen deze beweging was die van Leos Carax (een pseudoniem voor Alex Christophe Dupont): een eigenzinnig, filmisch wonderkind dat op 24-jarige leeftijd zijn speelfilmdebuut maakte met het fantasievolle romantische drama BOY MEETS GIRL (1984) en die vervolgens met de tedere, maar soms absurde en overweldigend gestileerde meesterwerken MAUVAIS SANG (1986) en LES AMANTS DU PONT-NEUF (1991) uitgroeide tot de beste en belangrijkste regisseur van de cinema du look-beweging.
Na de commerciële en artistieke flop van POLA X (1999) werd het echter ineens stil rond Carax, met de uitzondering van enkele acteurklussen en een paar korte films, waaronder een bijzonder deel uit het drieluik TOKYO! (2008) met Michel Gondry en Joon-ho Bong. Tot de afgelopen editie van het Cannes filmfestival: want tot ieders verbazing was daar HOLY MOTORS, zijn nieuwste film. En het werd niet alleen de grote spraakmaker van het festival, met even felle voor- als tegenstanders, HOLY MOTORS is vooral een weergaloze comeback. Een krankzinnige film zo uniek, absurd en energievol dat alleen Leos Carax hem gemaakt kan hebben.
HOLY MOTORS gaat uit van een vreemd gegeven. Na een wat schimmige proloog waarin een man, gespeeld door Carax zelf, ontwaakt uit een droom om in zijn kamer een klein deurtje te ontdekken dat hij alleen met zijn middelvinger kan openen, ontmoeten we Monsieur Oscar, gespeeld door de vaste Carax acteur Denis Lavant: een mysterieuze figuur uit wiens leven we een dag te zien krijgen waarin hij zich door middel van een met kleedkamer uitgeruste witte limousine door Parijs beweegt om verschillende ‘afspraken' na te komen. Op deze afspraken wordt van hem verwacht dat hij bepaalde rollen speelt: zo neemt Oscar de gedaante aan van een oude bedelaarster, van een roodharig, monsterachtig figuur dat een fotomodel (Eva Mendes) ontvoert, van een huurmoordenaar, een bezorgde vader, een straatartiest - telkens in totale transformatie.
Voor wie hij die toneelstukjes opvoert komen we niet te weten en ook over het waarom blijven we in het duister tasten. Het is dan ook deze onvoorspelbaarheid die HOLY MOTORS tot zo'n verbazingwekkende en uitzinnige film maakt: na elke bizarre afspraak heeft Carax een volgende, de vorige overtreffende verrassing in petto en we zijn nog niet bijgekomen van een vreemde motion capture-paringsdans of een groots zigeunermuzieknummer dient zich alweer aan. Daarnaast weet de Charlie Chaplin-achtige Denis Lavant zijn rol als Monsieur Oscar zo briljant als een gewone man te spelen, dat het vreemde gegeven nooit als overbodig of onzinnig ervaren wordt. En voor wie zich toch blijft afvragen wat het nou precies te betekenen heeft, is er genoeg interpretatieruimte: gaat de film bijvoorbeeld over de verschillende rollen die we op in ons leven spelen? Een satirische blik op de moderne mens? Een letterlijke verbeelding van een associatieve geest? Met al zijn vreemdheid, onvoorspelbaarheid en humor is HOLY MOTORS een unieke en meeslepende filmervaring.