The Wild Pear Tree
De pas afgestudeerde Sinan Karasu (Dogu Demirkol) wil een boek publiceren en gaat in zijn geboortedorp op zoek naar geldschieters. Hier raakt hij steeds verder verstrikt in een liefdesaffaire en de dorpse perikelen rondom zijn vaders schulden.
Deze zesde film van regisseur Nuri Bilge Ceylan ging op het filmfestival van Cannes in première en is de eerste film waarvoor hij op het Franse festival geen enkele prijs won. Naar verluidt had het festival de regisseur gevraagd de film in te korten, maar voelde hij hier niks voor. Hij zou THE WILD PEAR TREE al van vijf uur terug hebben gebracht naar drie uur.
Dat Bilge Ceylan heeft vastgehouden aan de 188 minuten is voor de kijker erg jammer, de film is een lange zit met eindeloze dialogen waarin allerlei Turkse en andere beroemdheden onnodig worden aangehaald of geciteerd, waaronder Dostojevski, Nietszche en Tsjechov. Daarnaast bevat de film uitgekauwde en opzichtige symboliek: zoals de boom die eerst in bloei staat en later verdort, de baby die onder de mieren zit, de schrammen die Sinan oploopt na zijn eerste bezoek aan het dorp, het project van de put die maar niet het beloofde water brengt waarmee het land vruchtbaar gemaakt kan worden.
De film gaat ook in op de hedendaagse Turkse maatschappij waarin progressieve geluiden steeds meer onder druk komen te staan. Helaas gebeurt dit op een manier die wel erg ‘gemaakt’ voelt voor wat de typische arthouse filmbezoeker graag wil zien.
THE WILD PEAR TREE is een film die flink ingekort en met doeltreffender dialogen sterk had kunnen zijn. Wie geïnteresseerd is in het werk van Nuri Bilge Ceylan kan zijn tijd beter besteden aan het (herbe)kijken van ONCE UPON A TIME IN ANATOLIA (2011) of WINTERSLEEP (2014).