Interview Celine Sciamma

In TOMBOY, de tweede film van de Franse regisseuse Céline Sciamma (1980), staat het 9 jarige meisje Laure centraal. Ze is met haar ouders en jongere zusje Jeanne naar een buitenwijk van Parijs verhuisd. Het is nog zomervakantie als ze aankomen. Wanneer Laure voor het eerst door de buurt loopt, wordt ze door buurtkind Lisa aangezien voor een jongen. Laure besluit erin mee te gaan en bij de kinderen uit de buurt doet ze zich voor als een jongen, en noemt zich Michael. Langzaamaan loopt de zomer echter naar haar einde en het nieuwe schooljaar dient zich aan. Kan Laure haar tweede identiteit behouden? En kan ze haar geheim voor haar ouders verbergen?

Céline Sciamma verraste de wereld in 2007 met haar debuut NAISSANCE DES PIEUVRES. Een film over drie tienermeisjes die in een zomer met hun dromen en ontluikende seksuele verlangens leren omgaan. Zoals NAISSANCE DES PIEUVRES de moeilijkheden van pubertijd op een integere en volwassen manier in beeld bracht, zo weet TOMBOY de magie van de kindertijd trefzeker, maar meeslepend te laten zien. Voor haar behandeling van gendervraagstukken, won TOMBOY de Teddy award dit jaar op het Berlijns filmfestival. Onlangs deed Sciamma Amsterdam aan ter promotie van TOMBOY en The Cult Corner had een gesprek met haar.

 

U was gister bij de eerste Nederlandse publieke vertoning van TOMBOY. Hoe ging het?

Ja, het was geweldig. Mensen reageren erg goed op de film. Niet alleen gisteren, maar bij elke publieke vertoning die ik heb tot nu toe meegemaakt, zijn de reacties hartverwarmend geweest.


Het is natuurlijk ook een hartverwarmende film, maar wel met een serieus thema: het hoofdpersonage Laure is een meisje dat een jongen wil zijn.

Absoluut, maar ik heb de film in eerste instantie niet gemaakt om dit thema te verdiepen. Ik wilde vooral een spannende film maken. Niet een thriller natuurlijk, maar een film over een iemand die zich anders voortdoet dan hij werkelijk is. Ik wilde niet weten waarom Laure zich als een jongen voordoet, maar vooral hoe ze dat doet. Het is een spel dat ze speelt, voor haar zijn er geen diepere redenen. Net als bij kinderen in het algemeen: zij hebben geen redenen nodig, zij doen gewoon.


Hoe reageren kinderen eigenlijk op uw film. Ondanks dat TOMBOY geen kinderfilm is, is dit wel een film die verteld wordt vanuit de belevingswereld van een kind.

Dat klopt. Ik wilde geen kinderfilm maken, maar wel de magie van de kindertijd vastleggen. Kinderen zijn veel meer in het nu. Voor hen bestaat het verleden of de toekomst nog niet, dat zijn concepten die voor een kind nog geen betekenis hebben. Je wilt nu dat nieuwe computerspel: je denkt niet aan wat je over zes maanden wilt, of over wat je vorig jaar had. Daarom maken kinderen zulke, impulsieve, rare beslissingen. Zoals Laure in de film beslist om een jongen te zijn. Als ze door Lisa voor een jongen wordt aangezien, gaat ze daar impulsief in mee. Ze denkt niet aan mogelijke de gevolgen, die liggen in de toekomst.
Tegenwoordig worden er trouwens steeds minder films gemaakt waarin echte kinderen te zien zijn. Toen ik opgroeide in de jaren tachtig, had je bijvoorbeeld de Spielberg films zoals E.T. en THE GOONIES, waarin alledaagse kinderpersonages de hoofdrol hadden. Maar tegenwoordig met 3D en technologische ontwikkelingen, gaan de kinderfilms over piraten en buitenaardse wezens. En er zijn de animatiefilms natuurlijk, maar echte alledaagse kinderpersonages waar kinderen zich aan kunnen spiegelen zijn schaars geworden. Nou vooruit, Harry Potter is er ook nog, maar hij is ook al oud geworden.


Misschien komt dit doordat kinderen de reputatie hebben, dat ze moeilijk te regisseren zijn.

Dat kan. Werken met kinderen is slopend, maar ook geweldig! Van te voren had ik geen idee hoe het zou zijn, ik had immers nog nooit met kinderen gewerkt. Voor NAISSANCE DES PIEUVRES wel met tieners, maar ik merkte al snel dat dit totaal anders is. Kinderen kennen het concept werk nog niet; ze spelen niet mee om een salaris te kunnen ontvangen. Voor hen is het een spelletje dat ze spelen. Dat is aan de ene kant geweldig, want er ontstaat veel spontaniteit. Maar aan de andere kant: als een kind iets niet wilt doen, dan is het onmogelijk hem op andere gedachten te brengen. Probeer een kind maar eens tegen zijn wil een spel te laten spelen. Dat is onmogelijk!


Waar heeft u hoofdrolspeelster Zoe Heran eigenlijk gevonden? Zij speelt de rol van Laure fenomenaal.

Dat is een van die geluksmomenten. Ik was erg nerveus over het geschikte meisje en dacht: zolang ik het perfecte meisje niet heb, wil ik ook niet in productie gaan. De film valt of staat immers met het meisje dat Laure speelt en ik wilde haar vinden voordat ik de financiering zou proberen rond te krijgen. Daarbij hadden we weinig tijd, dus kon ik niet doen wat ik het liefst zou doen: langs scholen gaan opzoek naar geschikte meisjes, zoals ik gedaan had bij NAISSANCE DES PIEUVRES. Daarom besloot ik castingbureaus in te schakelen. Maar toen gelijk op eerste castingdag, kwam Zoe binnen! Ik zag gelijk dat ze een goeie actrice zou zijn. Dus op de eerste dag had ik mijn hoofdrolspeelster! Voor haar zusje Jeanne heb ik vervolgens Malonn Levana gekozen omdat de chemie tussen haar en Zoe klopte. De rest van de cast zijn de echte vrienden van Zoe. Ik zei tegen haar: neem al je vrienden mee, en heb ze vervolgens in de film gestopt. Daardoor is de film ook zo realistisch geworden.


Ook de locaties voelen erg realistisch.

Toevallig woonde Zoe in een buurt die ik voor de film in gedachte had, dus heb ik gewoon bij Zoe thuis gedraaid. Daarnaast filmden we in een bos in de buurt. Het bos geeft de film een sprookjesachtige sfeer. Dat heb ik express gedaan. Het bos geeft de kinderen ook iets universeels.

U houdt van de grens tussen fictie en realiteit. In allebei uw films zit een spanning tussen de werkelijkheid en de door de hoofdpersonages verzonnen werkelijkheid.

Als filmmaker begin je altijd met de werkelijkheid en daar breng je vervolgens een fictie laag in aan. Om gestileerd te werk te gaan, moet je een sterk gevoel voor realisme hebben. Door in TOMBOY voor de acteurs bekende locaties te gebruiken, probeerde ik een waarheid in de film vast te leggen. En daardoor kon ik mijn fictieverhaal makkelijk inbedden in de werkelijkheid. Dat werkt volgens mij het best. Je kunt veel doen met stilering en fantasie, maar wanneer je filmt is je basis altijd de werkelijkheid.


Hoe bent u geïnteresseerd geraakt in het verhaal van een meisje dat een jongen speelt?

Ik ben altijd geïnteresseerd in verhalen over identiteit. Ik ben er zelfs geobsedeerd door! Eigenlijk gaat film ook over het aannemen van een andere identiteit. Een acteur is een echt persoon, maar neemt in een film een andere identiteit aan. De films die ik zelf erg waardeer zoals die van David Lynch en David Cronenberg, en zelfs James Camerons AVATAR, gaan over het aannemen van andere identiteiten en de moeilijkheden die daar mee gepaard gaan.


Beïnvloeden deze films u?

Natuurlijk, maar niet bewust. Identiteit is een geweldig plotpunt natuurlijk. Zelfs mijn kleine arthousefilm, met zijn gevoeligheden, heeft dezelfde structuur als die grotere films waarin een persoon iemand anders wordt. Weet je, eigenlijk vind ik dat er geen grens bestaat tussen deze grote, visuele Hollywoodfilms is en de kleinere arthousefilms. Ik maak misschien kleine films, maar gebruik daarvoor wel de Hollywoodtechnieken. Ik ben bijvoorbeeld echt geobsedeerd door suspense, en hoe je dit kan gebruiken voor een personage. Bij TOMBOY had ik bijvoorbeeld Hitchcock en die undercover politieverhalen in mijn achterhoofd. Je weet de undercoveragent ontdekt zal worden, de spanning komt dan niet door wanneer hij ontdekt zal worden, maar hoe dit gebeurt. Dit zijn de dingen waar ik aan dacht, toen ik dit script schreef.


Er zitten inderdaad aardig wat suspense scènes in de film. Bijvoorbeeld wanneer Laure gaat zwemmen met de buurtkinderen en zich als jongen vermomt door haar zwembroek met klei te vullen.

Ja, door dit soort scènes kan het publiek echt meevoelen met de emotionele reis die het personage doormaakt.


Houdt veel rekening met het publiek als u een film schrijft en monteert? U films voelen ook erg persoonlijk namelijk.

Jazeker, ik vind dat als je echt iets persoonlijks wilt vertellen, je heel goed moet nadenken over hoe je dat doet. En dat kan alleen als je constant aan het publiek denkt. Eigenlijk ben ik zelf ook ten eerste een toeschouwer. Ik bedoel, ik maak slechts eens in de vier jaar een film, maar bezoek minstens twee keer per week de bioscoop. Ik ben daarom ook vooral geïnteresseerd hoe ik als toeschouwer een film ervaar.


Uw eerste film NAISSANCE DES PIEUVRES werd destijds alom geprezen en zette u als regisseur en scriptschrijver op de kaart. Toch is TOMBOY een kleinere film geworden. Waarom?

Dat heb ik express gedaan. Als een soort test voor mezelf, wilde ik proberen of ik binnen drie maanden een film kon maken. Daarom besloot ik het klein te houden. Een logische stap zou zijn om met grotere budgetten, sterren en studio's te gaan werken. Daar is niets mis mee, maar daardoor wordt je ook groot deel van je artistieke vrijheid ontnomen. Je moet bijvoorbeeld bepaalde acteurs kiezen en de belangen van producers gaan zwaarder wegen. Ik wilde voor mezelf kijken of dat ook anders kon. Daarom besloot ik een kleinere film te maken, waardoor ik misschien minder geld had, maar wel mijn artistieke vrijheid terugwon. En dat heeft goed uitgepakt, want de film is in Frankrijk een groot succes. Tot nu toe heeft de film drie keer zoveel bezoekers getrokken als NAISSANCE DES PIEUVRES, die toch ook redelijk succesvol was.


U hebt dus geluk gehad.

Ja, maar de volgende keer ga ik het niet zo doen. Nu zou ik graag iets groots willen maken. Maar door de promotietour voor TOMBOY, ben ik nog niet begonnen aan een volgend project. Wel heb ik een paar scripts geschreven voor andere regisseurs.


Ik las inderdaad dat u aan een science fiction script werkte.

Dat klopt, voor een bevriende regisseur schrijf ik nu een sci-fi script. Ik houd erg van het science fiction en fantasiegenre. Dat komt waarschijnlijk door mijn vader, hij is een grotere science fiction liefhebber en las die verhalen voor toen ik klein was. Ook heb ik voor televisie een zombiescript geschreven, dat op dit moment verfilmd wordt. Eigenlijk zou ik als volgende film graag een genrefilm willen maken.


Guus Schulting (Amsterdam, juni 2011).

Fotografie: Renaud Monfourny