Interview Clio Barnard

In 2010 verbaasde de videokunstenares Clio Barnard de Britse pers met haar eerste lange film THE ARBOR. Een experimentele documentaire over de op 29-jarige leeftijd overleden toneelschrijfster Andrea Dunbar, die opgroeide in het door armoede geteisterde Engelse plaatsje Bradford. In plaats van simpelweg het tragische levensverhaal van de geplaagde auteur te vertellen met armoede, tienerzwangerschap en alcoholisme, koos Barnard voor een andere aanpak: midden in Dunbars oude wijk liet ze acteurs en buurtbewoners mee playbacken met interviews en toneeluitvoeringen. Het fascinerende resultaat, waarin feit en fictie door elkaar heen beginnen te lopen, won verschillende prijzen op onder andere het Tribeca Film Festival in New York en leverde de regisseur een BAFTA nominatie op.

Haar nieuwste film, het overrompelende fictiedebuut THE SELFISH GIANT, heeft wederom Bradford als decor. En kan sinds de première, vorig jaar tijdens het Cannes filmfestival, op een zelfde ontvangst rekenen. Balancerend tussen fabel en kitchen sink en gedeeltelijk gebaseerd op het gelijknamige sprookje van Oscar Wilde, verhaalt het grauwe, sociaal-realistische drama over de dertienjarige buitenbeentjes Arbor (Connor Chapman) en Swifty (Shaun Thomas) die leven als koperdieven in dienst van de snode handelaar Kitten (Sean Gilder). De Britse pers noemde het in ieder geval al de ‘Kes for the 21st century’ en de film won prijzen in Cannes (Beste Europese Film) en het filmfestival van Gent (Beste Film). The Cult Corner sprak met Clio Barnard tijdens de afgelopen editie van het International Film Festival Rotterdam, waar ze te gast was.

 

Centraal in zowel THE SELFISH GIANT als THE ARBOR staat het plaatsje Bradford. Vanwaar uw fascinatie?

Zoals zoveel plaatsen in het Noorden van Engeland is Bradford, nadat de industrie er in elkaar stortte, een vacuümland geworden. Tijdens de industriële revolutie ontstond er een bloeiende textielindustrie, maar sinds alle fabrieken er in de jaren tachtig verdwenen, heeft de plek het moeilijk. Er heerst veel werkeloosheid en er zijn veel sociale problemen. De inwoners zijn er helemaal aan hun lot overgelaten. Toch ben ik erg gehecht aan die plek. De mensen die ik er ontmoette tijdens de opnames van mijn documentaire THE ARBOR zijn echt geweldig. Als buitenstaander werd ik op een hele warme manier opgenomen in de gemeenschap en dat raakte me diep.

 

En uit die ontmoetingen kwam het verhaal voor THE SELFISH GIANT voort?

Eigenlijk zijn er twee beginpunten: het korte verhaal van Oscar Wilde en een ontmoeting die ik had met Matty, een jongen uit Bradford. Hij was toen veertien en net als de hoofdpersoon uit THE SELFISH GIANT deed hij schrootwerk en had hij ADHD. Het was een beetje onvoorspelbare jongen die vanwege zijn aandoening maar niet kon stilzitten. In de buurt stond hij bekend als een zonderling en iedereen ging er vanuit dat hij op het slechte pad zou belanden. Maar het viel me ook op dat hij een soort radar had voor stemmingen en emoties van anderen. Hij kon bijvoorbeeld heel goed de stemming in een kamer aanvoelen, en wanneer iemand niet lekker in zijn vel zat, merkte hij dat meteen. Dat maakte hem ook heel begaand en zorgzaam. De mensen dicht om hem heen waren dan ook erg op hem gesteld, maar hij paste gewoon niet in de buurt waarin hij woonde. Matty wilde graag meedoen, maar hij is gewoon de hele tijd afgeleid en onrustig. Daardoor werd hij als vreemd beschouwd en leefde hij in die uitzichtloze buurt ook nog eens helemaal aan de onderkant. Aan de rand van de rand dus eigenlijk. Uit mijn wens zijn positie in beeld te brengen, is toen het hoofdpersonage Arbor geboren.

 

Hoe kwam u vervolgens bij Oscar Wildes sprookje terecht?

In die tijd las ik het vaak voor aan mijn kinderen. Ze hadden zo’n fase dat ze elke dag hetzelfde verhaal wilden horen, waardoor ik het sprookje elke avond aan ze voorlas. Op een avond viel het me ineens op hoe erg de kindertijd er in geïdealiseerd wordt, en dat terwijl de kinderen die ik in Bradford ontmoette constant maar als crimineel worden afgeschilderd. Dat contrast viel me op. Het voelde als een soort provocatie om die twee samen te voegen. Door het contrast met het verhaal van Matty zag ik ineens dat kinderen zoals hem, of Arbor en Swifty in de film, die in een arme wijk opgroeien, telkens overal de schuld van krijgen. Alsof ze misdadigers zijn, terwijl zij juist de slachtoffers zijn.

 

Hoe reageerde Matty toen u hem vertelde over de film die u wilde maken?

Matty en zijn moeder hadden eerst zoiets van: waarom ben je in ons geïnteresseerd? Ik ben natuurlijk ook maar een buitenstaander. Bepaalde dingen die mij opvielen, zijn in Bradford heel normaal. Daar heeft iedereen bijvoorbeeld een paard en wagen om ijzer en schroot te verzamelen om wat extra bij te verdienen. Het is er doodnormaal. En dan ben ik daar ineens om dat te gaan filmen, om aan de wereld te laten zien dat dat allemaal bijzonder en onrechtvaardig is. Zij hadden zoiets van: tja, zo gaat het hier nou eenmaal, wat wil je nu eigenlijk?

 

Wat was het dan dat u aan de wereld wilde laten zien?

Uiteindelijk gaat THE SELFISH GIANT over wat de titel zegt: zelfzuchtigheid. Over de ideologie van zelfzuchtigheid die er tegenwoordig heerst in Engeland. In Bradford zie je daar volgens mij de gevolgen van: degene die bovenin de sociale structuur zitten hebben hier profijt van, terwijl degene die onderaan bungelen er door kapot gaan. In Bradford bungelen ze onderaan en zijn ze aan hun lot overgelaten. Iedereen staat er alleen voor. Wat je ziet is dat mensen dan nog zelfzuchtiger worden en met elkaar moeten wedijveren om te overleven. Om dit te doorbreken moet er een fundamentele ideologische verschuiving komen.

 

Hoopt u dat de toeschouwer deze boodschap eruit zal halen?

Natuurlijk hoop ik dat. Maar aan de andere kant wil ik niemand een idee opleggen. Ik vertel niet voor niets een verhaal. Toch was het fijn om te merken dat toen de film voor het eerst op Cannes draaide, de eerste reacties daar wel over gingen. Met dit soort films is het altijd een soort koorddansen: ergens wil je toch een bepaalde boodschap meegeven, maar tegelijkertijd wil je ook juist een verhaal vertellen dat vragen oproept. Je moet dus een balans zien te vinden tussen de situatie bevragen en antwoorden geven. Je wilt je publiek in ieder geval niet murw slaan met een boodschap. Liever geef ik ze de ruimte om dit voor zichzelf in te vullen.

 

We zouden bijna vergeten dat THE SELFISH GIANT natuurlijk ook een warm verhaal is over vriendschap.

Dat klopt. De eerste versie van het script was geschreven vanuit het perspectief van de ijzerhandelaar Kitten en leek veel meer op het oorspronkelijke verhaal van Wilde. Die versie had ook veel meer een boodschap. Maar toen ik het af had, realiseerde ik me dat eigenlijk veel meer in de vriendschap tussen de twee jongens geïnteresseerd was. Dat was namelijk ook wat Matty zo bijzonder maakte: zijn zorgzaamheid en de onvoorwaardelijke vriendschap met zijn beste vriend Michael. In de film maakt de vriendschap tussen Arbor en Swifty uiteindelijk ook veel meer invoelbaar in wat voor sociale positie Arbor gedreven wordt. Doordat hij Kitten steeds meer als een rolmodel gaat beschouwen, verliest hij uiteindelijk wat van echte waarde is: zijn vriendschap met Swifty.

 

Arbor en Swifty worden onvergetelijk gespeeld door de nieuwkomers Connor Chapman en Shaun Thomas. Waar hebt u die vandaan?

Ze komen allebei uit Bradford. Uit dezelfde buurt als waarin we gedraaid hebben. Ondanks dat ze beide nooit eerde geacteerd hadden, hebben ze een sterk instinct voor verhalen en vertelstructuren. Shaun Thomas die Swifty speelt, verzamelt al sinds zijn elfde schroot om zijn familie financieel te ondersteunen. Hij is er een expert in. Ik grapte weleens dat hij onze technische adviseur was. En toegegeven: ik heb hem ook vaak om advies gevraagd. Connor Chapman speelt Arbor, het personage dat op Matty is gebaseerd. Die twee woonden zelfs bij elkaar om de hoek. Connor is heel timide en verlegen. Hij maakt nooit oogcontact en het lijkt alsof hij niet oplet. Wat hem zo bijzonder maakt is dat hij niet kan doen alsof. Dat klinkt raar, omdat acteren dat eigenlijk een soort vorm van doen alsof is, maar alles wat hij doet heeft een bepaalde waarheid in zich. Connor zal daarom nooit zomaar wat kunnen spelen. Pas wanneer hij in de verhaalwereld gelooft, begint hij te spelen. Maar dan gelooft hij ook werkelijk alles wat zich in die fictieve wereld afspeelt – dat maakt hem heel waarheidgetrouw.

 

Naast vriendschap gaat de film ook over opgroeien. Vooral het landschap illustreert dit.

Toen ik het verhaal schreef wist ik dat het landschap een belangrijke rol moest gaan spelen. Wat ik daarbij in gedachten had was het idee dat pubertijd een soort overgangfase is, een periode tussen kind zijn en volwassenheid. Dat heb ik voorgelegd aan mijn cameraman Mike Eley en toen hebben we gezamenlijk besloten om dit door het landschap te laten illustreren. Het is dus een soort overgangslandschap, om het zo maar te zeggen: ergens tussen stedelijk verval en ontluikende natuur. In Bradford zijn veel van dit soort plekken en daar weten niet ze eigenlijk niet wat ze ermee aanmoeten. Het wordt niet gebruikt. Soms grazen er paarden. Het is publiek terrein geworden, een soort no man´s land, waarin jongens als Arbor en Swifty volwassen in moeten worden.

 

Guus Schulting (Rotterdam, januari 2014)