Interview Eddy Terstall
In zijn nieuwste film Vox Populi schets filmmaker Eddy Terstall (1964) een satirisch beeld van de hedendaagse Nederlandse politiek. Terstall voert een slappe leider van de politieke partij RoodGroen op, die onder invloed van de volkse schoonfamilie van zijn dochter steeds radicalere ideeèn aanneemt waarna hij de populariteit van zijn partij ziet groeien. Met Vox Populi zou Terstall zijn maatschappijtrilogie afronden, maar verklaart in gesprek met The Cult Corner dat hij er een vierluik van zal gaan maken. We spraken de regisseur in Amsterdam, vlak na de première van Vox Populi op het Nederlands Filmfestival.
In Vox Populi wordt het huidige politieke klimaat scherp veroordeeld door een nadruk op het opportunistische, weinig ideologische karakter van enkele partijprogramma's. Het opvoeren van de partij Hup Holland Hup lijkt een duidelijke verwijzing naar Geert Wilders en Rita Verdonk.
Eerlijk gezegd was het script voor Vox Populi al in 2004 klaar, dus ik was in de maanden daarna best bang om door de werkelijkheid te worden ingehaald als de film niet razendsnel zou worden gemaakt. Maar door de politieke situatie van de laatste tijd met de opkomst van Wilders en Verdonk was het eerder andersom. Je zou zelfs kunnen zeggen dat life imitates art. Maar ik heb mij dus niet kunnen laten leiden door hun populariteit.
Partijleider Jos Fransen is een enorme flapdrol die met iedereen meepraat voor zetelwinst. Meteen in het begin maak je al duidelijk uit welk hout Fransen is gesneden als hij zegt "Als ik zwak was, dan had ik het volk niet aan mijn voeten." Wilde je hem geen enkele kans geven?
Jos is inderdaad een uitermate zwakke figuur, maar wel eentje die is gebaseerd op mensen die ik ken. De belangrijkste voorwaarde tijdens het schrijven was dat ik geen politiek pamflet wilde maken voor links of voor rechts. Met deze film wil ik gewoon laten zien dat de Nederlandse politiek wordt geregeerd door stunteligheid, ijdelheid en verwarring. En dat heb ik uitvergroot door een politiek correcte man te dumpen in mijn eigen familie.
In je eigen familie? Leg eens uit.
Nou, zoals er bij Nico en Sjef wordt gepraat, gaat het er bij mijn familie net zo aan toe. Dus dat was voor mij ook niet moeilijk om te schrijven.
Dus je hoefde je tijdens het schrijven niet in te houden om de humor te doseren om niet te scherp of juist te pedant met het gewezen vingertje over te komen?
Het schrijven was eigenlijk net zo makkelijk als bij Simon, want ook voor die film putte ik enorm uit mijn eigen omgeving. Maar dat is ook zo fijn van Nederland; we zijn geen klassenmaatschappij. Alles is hier door elkaar en voor elkaar. Ik verwacht dan ook niet dat mensen het mij kwalijk nemen dat ik met deze film mijn eigen mening geef over het huidige politieke klimaat.
Vox Populi is een aanklacht tegen het opgeven van idealen ten faveure van populariteit en zetels. Had je tijdens het schrijven alleen jezelf als klankbord of schreef je voor een denkbeeldig publiek?
Ik schrijf altijd voor mijzelf en ga dan uit van wat ik zelf leuk vind. Dus ik sluit geen compromissen, maar laat het wel altijd aan een aantal mensen lezen. Aan de producent, vroeger aan Theo van Gogh en in het geval van Vox Populi heb ik acteur Bata Milojevic actief laten meelezen. Van hem kwam bijvoorbeeld de suggestie om de weddenschappen over de zetelwinst van Ton Fransen als rode draad in het script te verwerken.
Je bent zelf een actief lid van de PvdA. Was je niet bang voor kritiek van je eigen politieke vrienden?
't Zijn ook maar mensen, hoor. De politici in de film zijn voor heel knullig, en overduidelijke uitvergrotingen om mijn punt te maken. Dat heeft iedereen door en zal mij geen vijanden opleveren. Natuurlijk zijn enkele personages en partijen wel combinaties van bestaande mensen en partijen, maar ik heb ze zo theatraal en pompeus gemaakt dat iedereen de lol er wel van in zal zien.
Kostte het moeite om op basis van je best scherpe script Matthijs van Nieuwkerk, Jeroen Pauw en Paul Witteman zo ver te krijgen om mee te werken of wilden ze maar wat graag in een Eddy Terstall film spelen?
Om toch een min of meer realistische setting te creëren voor het uitvergrote verhaal was het voor mij van cruciaal belang om een stuk Tweede Kamer levensecht na te bouwen én om Matthijs van Nieuwkerk, Jeroen Pauw en Paul Witteman te hebben. Dat is het raamwerk waarbinnen ik mijn verhaal vertel. En zij deden graag mee op de voorwaarde dat er geen politieke voorkeur werd uitgesproken en het voornamelijk over mensen zou gaan, en niet over bestaande politiek.
Was het van tevoren je plan om met Simon, Sextet en Vox Populi een maatschappijtrilogie te maken waarin dood/euthanasie, seks en politiek worden behandeld of waren dat gewoon thema's waarover je je druk maakte?
Het begon overigens allemaal met Sextet, waarvoor het script al jaren voor Simon in ontwikkeling was. Dat zou door zes regisseurs gemaakt moeten worden, en moest gaan over seks in de huidige Nederlandse maatschappij. Toen het niet ging lukken om zes regisseurs min of meer tegelijkertijd aan dat project te laten werken, kwam Simon tussendoor. Daarop besloten we om Sextet dan maar over jaren uit te smeren. De verschillende episodes zijn dus met grote intervallen opgenomen en pas vorig jaar tot een film gesmeed. En wat die trilogie betreft, kan ik je wel alvast verklappen dat ik die ga uitbouwen tot een vierluik, want mijn nieuwe film zal een satire worden over projectontwikkelaars en de bouwwereld. Dat is actueel en zal het nog wel even blijven.
Werkt het niet vermoeiend om in een filmklimaat als dat van Nederland met zijn stroperige procedures met Filmfonds en Stimuleringsfonds om zulke tijds- en actualiteits gebonden films te maken?
Nederland is een super interessant land waarin de thema's die ik belangrijk vind erg bespreekbaar zijn. En dat het veel tijd kost om een project te maken waar je ook nog eens nauwelijks financiering voor krijgt werkt wel ontmoedigend, maar dat maakt het niet minder aantrekkelijk om het toch te willen maken. Over Simon hebben we ook al zo lang gedaan, en die was twee maal zo goedkoop als Vox Populi. Het is natuurlijk ook niet makkelijk om producenten en het Filmfonds warm te laten lopen voor dit soort films, want hoe commercieel interessant zijn thema's zoals de dood en de politiek?
Voor zijn rol als de proleet Nico won Ton Kas op het afgelopen Nederlands Film Festival het Gouden Kalf voor beste acteur in een bijrol. Het is de eerste keer dat Ton in jouw film speelt. Hoe kwamen jullie in contact?
Ton is bevriend met Tara Elders, en alhoewel ik hem wel op het oog had, vond ik Ton te jong voor de rol. Zijn personages Nico is gebaseerd op een oom van mij en ik had echt een oudere man in mijn hoofd, terwijl Ton nog geen vijftig is. Maar het kostte hem geen enkele moeite om ouder te acteren en met een beetje stoppels en een vreemde bril zag hij er precies uit hoe ik hem wilde.
Je bent een doorgewinterde filmregisseur. Hoe beleef jij een Nederlands Film Festival? Ben je nog gespannen over de reacties, of ben je al lang met je gedachten bij een nieuw project?
Ik beleef het vooral als een forens die steeds maar weer in de file staat om ergens aanwezig te zijn of om eventueel een film mee te pakken. Maar als er een film van mij in competitie is, heb ik altijd wel een beetje de zenuwen. En dit jaar helemaal omdat Vox Populi goed viel bij de pers, en dan is het van oudsher maar afwachten of je beloond wordt door de jury, en of er vervolgens wel publiek naar komt kijken. Vaak maakt een publieksfilm meer kans bij de Gouden Kalveren en heb je dus ook nog eens meer bezoekers dan bij een film die alleen door critici wordt gewaardeerd.
Je bent de Nederlandse meester van het veelluik en ensemblecast. Droom je wel eens van een film met twee of drie personages die een film lang om elkaar heen draaien?
De kleine scènes met enkel wat dialoog en oogcontact zijn het prettigst om te regisseren, terwijl ik vreemd genoeg inderdaad wel vaak met een grote cast wil werken. Als ik een kleine scène maak, dan heb ik meer grip op de details. Ik ben ook een regisseur die altijd naast de camera staat tijdens het draaien. Niet eentje die aan de rand van de set op zijn monitor zit te turen. Ik wil oogcontact met mijn acteurs.
Hebben de acteurs in jouw film eigenlijk de vrijheid om hun personage zelf in te kleuren, of dienen ze die exact zo in te vullen zoals jij dat in je hoofd hebt?
Ik repeteer altijd erg veel, maar er wordt dan ook nooit meer geïmproviseerd op de set. Tijdens de repetities wordt er soms welk inhoudelijk nog wat aan een rol geschaafd, en mogen de acteurs ook hun mening geven, maar eenmaal op de set houd ik mij strikt aan het draaiboek. Slechts een keer ben ik daarvan afgeweken en dat was tijdens de scène tussen Tara Elders en Johnny de Mol als ze het vergelijkingsspel in de tram doen. Daarmee kwamen ze vlak voor de opnames zelf, en dat hebben we al improviserend zo opgenomen.
In 2006 meldde je dat je wilde gaan beginnen aan een film in de Verenigde Staten, waarvoor zelfs al financiering was gevonden. Hoe gaat het met dat project?
Met de films uit Hollywood heb ik eigenlijk helemaal niets. Wel met de New Yorkse cinema van Martin Scorsese, Jim Jarmusch en Spike Lee. We zijn sinds een tijd bezig om financiering te krijgen voor een soort remake van Hufters en Hofdames in een New York setting. Met nog minder personages dan in de oorspronkelijke film. En dat worden dan allemaal Amerikaanse acteurs, aangevuld met Tara. En het gaat echt wel lukken, want het is wel makkelijker om geld los te krijgen in de Verenigde Staten en heel wat makkelijk om bijvoorbeeld in Brooklyn op straat te filmen dan met al die regeltjes in Amsterdam.
Ronald Simons (Amsterdam, 2008).