Interview Fien Troch
Fien Troch (1978) krijgt na haar studie Audiovisuele Kunsten in Brussel het aanbod om de korte film COOL SAM AND SWEET SUZY te maken in een Europese opdracht. Het wordt een succes; de film wint vele prijzen en is inmiddels aan twaalf landen verkocht. Troch werkt vervolgens vanuit haar woonplaats Brussel vier jaar aan haar lange speelfilmdebuut EEN ANDER ZIJN GELUK (zie recensie hier), terwijl ze de kost verdient met reclamefilms. En niet onverdienstelijk. Zo wint ze in 2007 een Bronzen Leeuw in Cannes voor een reclamespot over de ongelijke salarisverdeling tussen mannen en vrouwen.
In 2005 gaat EEN ANDER ZIJN GELUK in première. De film gaat over de inwoners van een dorp dat is verscheurd door een verkeersongeluk waarin een kind het leven laat. Het wordt de Belgische inzending voor de Oscars en wint diverse prijzen op internationale filmfestivals. Troch wilde in haar lange speelfilmdebuut personages neerzetten "die vol woorden, ideeën en verhalen zitten en ze toch door een vreemde kracht niet kunnen uitspreken. Bijgevolg ligt het onuitgesprokene nu als een waas overheen het hele verhaal van de film en is het de basis van het verdriet waarmee de meeste personages worstelen." Thema's die ze ook in haar tweede speelfilm zal verkennen.
UNSPOKEN vertelt het verhaal van het gebroken leven van de ouders van hun plotseling verdwenen dochter. De rollen van de ouders worden vertolkt door de veelvuldig onderscheiden acteurs Emmanuelle Devos en Bruno Todeschini. De film ging afgelopen september in wereldpremière op het Internationaal filmfestival van Toronto, en is al vertoond op de festivals van San Sebastian en Gent. Ze heeft er heel bewust voor gewaakt om er geen thriller van te maken. "UNSPOKEN gaat niet over de zoektocht naar de verdwenen dochter. De verdwijning van Lisa is hier slechts de aanzet."
Troch wil juist de diepte in en confronteert de kijker met het soms onbegrijpelijke gedrag van de ouders. Het gaat volgens haar over de periode na een ingrijpende gebeurtenis "wanneer mensen verwachten dat je er op de een of andere manier over bent, dat je weer verder gaat met je normale leven." Ze is van mening dat juist in die periode de meer subtiele en interessante emoties en verhalen zitten. "Twee mensen proberen een normaal leven te leiden maar slagen daar niet in omdat het verleden hen blijft achtervolgen. En elke andere gebeurtenis wordt triviaal omdat de persoon die je graag ziet er niet meer is."
In haar thuisland België wordt Fien Troch beschouwd als vaandeldrager van de nieuwe Belgische cinema en ontving in 2008 de prestigieuze Vlaamse Cultuurprijs voor Film. Wij spraken de regisseuse begin juni in Amsterdam.
Hoe begon UNSPOKEN? Je hebt in diverse media al verteld over de affiches van verdwenen kinderen die je niet los lieten, maar was dat echt het startpunt of had je al een dergelijk thema in gedachten voor je tweede lange speelfilm?
Ik had al wel dit soort film in gedachten voor ik op het idee van een verdwenen kind kwam. Ik wilde een film maken over de verstilde relatie tussen een man en een vrouw. Tijdens het schrijven vond ik dat gegeven op zichzelf staand niet krachtig genoeg en zocht ik naar een oorzaak van de communicatiearme relatie tussen die twee en vroeg mij af wat een zo onoverkomelijk gegeven is dat het een gehele relatie kan verzuren. Toen vielen mij ineens de vele affiches op van gezochte kinderen die ik altijd in de stad zie hangen.
Dus de verdwenen dochter was geen doel op zich?
Nee, het gaat mij echt om het tonen van het rouwproces. Niet die eerste tijd waarin iedereen nog aandacht voor je heeft en je omgeving je nog je verdriet gunt, maar de manier waarop je jezelf jaren later staande probeert te houden. Ik wilde geen zoektocht naar het meisje, maar een verkenning van de reacties en de verwijdering tussen Grace en Lukas. De dochter heb ik echt toegevoegd om hun verdriet en daarmee mijn film bestaansrecht te geven.
Je klinkt als een intuïtief filmmaker.
Dat ben ik ook wel. EEN ANDER ZIJN GELUK begon ook al zo: ik wilde een broeierig sfeertje in een klein dorp en zocht daar allerlei situaties bij. In UNSPOKEN zit bijvoorbeeld een scène waarin een boekenkast op de buurman van mijn hoofdpersonen valt. Die situatie had ik al ver voor het eigenlijke thema bedacht en heb die er dus later in geschreven. Het bedenken en het schrijven gebeurt erg vanuit mijn buik, en later heb ik dan natuurlijk wel de ratio nodig om er een structuur van te maken. Bijvoorbeeld door de film in twee delen uiteen te laten vallen; een stuk voor en nadat Lukas weggaat bij Grace.
Had je tijdens het schrijven Emmanuelle Devos en Bruno Todeschini al op het oog?
De fascinatie voor Emmanuelle ontstond al vroeg in het schrijfproces. Ik ben altijd erg gericht op het beeld, en zocht een actrice die erg expressief is zonder dat je haar gezicht snel beu wordt. Dat was voor deze film zeer belangrijk, omdat ik heel hard op de huid wilde gaan filmen. En daarin is Emmanuelle perfect gebleken. Zelfs tijdens de opnames was ik nog gefascineerd door haar gezicht. Soms toverde ze ineens een kleine glimlach tevoorschijn op een moment waarbij ik dat nooit zou hebben gedacht, maar dat bleek steeds heel goed te werken. Ze heeft een bepaalde raadselachtigheid, waardoor je als kijker blijft gissen naar haar precieze gedachten.
Waren de twee moeilijk te regisseren? Het zijn ervaren acteurs die je het niet gemakkelijk hebt gemaakt door veel close-ups en een handheld camera.
Ik heb enorme mazzel gehad dat beide acteurs technisch zo goed zijn. We repeteerden de emoties nauwelijks, maar vooral hun plek in de ruimte. Ik heb er in tegenstelling tot EEN ANDER ZIJN GELUK voor gekozen om bijna alleen met direct licht te werken, en wilde dat ze de gehele studioruimte konden gebruiken. Dat betekent enorm veel problemen voor de cameraman en focuspuller, omdat de acteurs veel bewegen en de camera ze zeer dicht op de huid in extreme close-ups moet blijven volgen.
Liet je ze dan ook hele scènes in een keer doorspelen of waren het korte takes?
Ik wilde dat ze zoveel mogelijk doorspeelden, ook op momenten dat ze even uit focus waren. Het is gezien het onderwerp een zware shoot geweest. Je zou het soms niet denken, maar het is voor acteurs best moeilijk om steeds opnieuw dit soort zware emoties op te roepen. Emmanuelle heeft zelfs een aantal keer gehuild aan het einde van een draaidag. Dat was dus ook een reden dat we de emoties weinig repeteerden, maar vooral hun precieze locatie, zodat de cameraman wist waar hij moest zijn tijdens de vele bewegingen van hun lichaam.
Grace zegt naar het einde toe dat ze nog liever heeft dat haar dochter dood is dan dat ze nog langer in onzekerheid moet leven. Dat is een breekpunt in de film en zal in de bioscoopzalen zeker wat geroezemoes teweeg brengen. Heb je lang getwijfeld om de zin te gebruiken?
Ik heb lang nagedacht over de precieze plek in de film. Het is een zin die al snel te hard over kan komen. Ik wilde niet dat de kijker door die zin denkt dat Grace een koude, oninteressante vrouw is. Als een van mijn personages dubbele gevoelens bij het publiek opwekt, vind ik dat alleen maar fijn, maar ik wil niet dat mensen Grace zien als een slechte vrouw. Dus dan is het de vraag of ik het al in het begin, het midden of naar het einde toe moest plaatsen. Uit behoedzaamheid heb ik het toch maar aan het einde gezet.
Over EEN ANDER ZIJN GELUK zei je destijds dat het gaat over "het cruciale dat onuitgesproken blijft tegenover het banale dat vaak rijkelijk vloeit." Is dat nu weer je hoofdthema? Of gaat het je meer om het verlies, het missen?
Als ik het zo kort mogelijk moet samenvatten, dan gaat mijn nieuwe film over het rouwproces van een verlies zoals dat er vier jaar later uitziet. Enige jaren na een dergelijk verlies is het vormelijk weer zogenaamd normaal. Je doet banale dingen en rolt niet meer huilend van verdriet over de vloer. Maar het verdriet zit er nog wel. Tijdens compleet alledaagse gesprekken ben je afwezig en vraag je jezelf af waarom iedereen zo gewichtig doet. Je wilt weer normaal mee draaien -je omgeving verwacht dat ook- maar het verlies beheerst je volkomen. Ik laat in UNSPOKEN zien hoe dit de relatie tussen vader en moeder compleet heeft verstild. Het gebrek aan communicatie en de onmogelijkheid om hun leven weer samen op te pakken is dus de conclusie van mijn film, niet het onderwerp.
Je hebt ervoor gekozen om je publiek direct in het diepe te gooien. Geen introductie, geen handvatten.
Ik heb geprobeerd om zo weinig mogelijk informatie te geven. Er is een verschil tussen weinig informatie geven en de kijker in de steek laten, en dat spanningsveld heb ik doelbewust opgezocht. Met iedere nieuwe scène wilde ik de kijker nieuwe vragen geven, zodat er steeds opnieuw een nieuwsgierigheid ontstaat. Het zorgt er als het goed is voor dat de kijker zich gaat inleven. Door steeds kleine brokjes informatie te geven, voed ik die nieuwsgierigheid steeds opnieuw.
Vond je het niet teveel gevraagd om een film te maken over een bijna niet voor te stellen verdriet en de hoofdpersonen ook nog eens geen achtergrond te geven zodat we hun, vaak vreemde, gedrag nauwelijks kunnen plaatsen?
In UNSPOKEN wil ik een eigen wereld creëren en ik zou het liefste willen dat het publiek zich vooraf helemaal leeg maakt: vergeet de conventies en aanvaard gewoon wat je ziet. Ik leg weinig uit en je moet zelf actief nadenken. Ik ben mij er erg van bewust dat je als kijker op je honger blijft zitten, maar ik vind het nu eenmaal interessant om te zien in welke mate mensen meer willen weten en in hoeverre ze uitgedaagd willen worden.
Je daagt de kijker zeer zeker uit. Je frustreert hem zelfs. Je laat de kijker smeken dat Grace en Lukas eens hun mond open doen.
De uitspraak "Zeg eens iets!" is precies het probleem. Daar gaat UNSPOKEN over, en daarom heeft hij ook deze titel meegekregen. De film schippert tussen iets heel concreets en iets heel niet-efficiëntst. De twee komen hun dag door met bepaalde handelingen, maar doen ook totaal ineffectieve dingen. Zoals het zoeken naar hun dochter en het achtervolgen van een willekeurig meisje op straat. Het brengt ze niets, maar het houdt hen bezig.
Was het lastig om je in beide personages te verplaatsen? Ging het je als vrouw en als moeder gemakkelijker af om je in Grace te verplaatsen?
Een van mijn eigenschappen is dat ik een groot empathisch vermogen heb, waardoor ik wel denk te snappen wat er gebeurt in zo'n situatie als die waarin ik mijn personages heb gebracht. Maar het ging mij inderdaad gemakkelijker af bij Grace. Vooral de agressie van Lukas staat ver van mij af en was moeilijker om te schrijven.
Er zijn grote overeenkomsten tussen EEN ANDER ZIJN GELUK en UNSPOKEN. Beiden hebben weinig dialoog en gaan over verlies, verdriet en de onmogelijkheid tot werkelijke communicatie. Je personages kunnen zich niet uiten. Waarom voel je jezelf aangetrokken tot deze thematiek?
Achteraf vind ik het fantastisch om te zien waarom ik mij toch blijkbaar tot deze thema's voel aangetrokken. Bij veel mainstream cinema erger ik mij altijd enorm aan al die emoties die worden uitgesproken. Als je jonger bent, dan ben je nog in de veronderstelling dat dat normaal is, en dat jij de uitzondering bent als je niet om de drie seconden zegt dat je van iemand houdt. Niet dat ik nu zo het tegenovergestelde ben, maar die ingehoudendheid is dus wel iets waar ik mee bezig ben.
Is de interesse misschien ook iets filmisch? Een liefde voor de zwijgende film?
Ik ben wel erg beeldend ingesteld, en vind het altijd beter om iets duidelijk te maken zonder dialogen. Het schrijven van dialoog is niet mijn sterkste kant. Maar ik trek het in mijn films natuurlijk in het extreme juist door mijn personages overdreven weinig tekst te geven. De nadruk ligt daardoor erg op de expressie en op de woordenloze interactie tussen de personages. En dat wilde ik na het veelvoud aan personages in grote ruimtes uit mijn debuutfilm nu eens heel extreem uitwerken met twee personages, vele close-ups en kleine, weinig herkenbare ruimtes.
In tegenstelling tot UNSPOKEN bestond je debuut uit lange statische totaalshots. Waarom koos je nu voor een handheld camera en veel close-ups?
In EEN ANDER ZIJN GELUK zitten zo'n zestien personages, dus ik had helemaal geen tijd voor close-ups, omdat ik in korte tijd enorm veel verhalen moest vertellen. Daarom koos ik vaak voor totaalshots van meerdere mensen in een grote ruimte. Nu had ik de mogelijkheid om heel dicht bij mijn personages te blijven, en de beklemming en claustrofobie heel invoelbaar te maken. Zowel de claustrofobie in huis als in hun hoofd.
In welke cinema ben je zelf geïnteresseerd?
Ik heb een brede interesse, maar heb wel een voorkeur voor regisseurs zoals Robert Bresson, Gus van Sant, Michael Haneke en Claire Denis. Zij sturen hun personages aan zonder veel tekst, roepen gevoelens op door het schetsen van sfeer en achtergrond. Het indirecte, associatieve spreekt mij aan. Bijvoorbeeld ook de manier waarop Claire Denis haar films monteert, waarbij iedere cut een soort poëzie is, waardeer ik heel erg. Soms zijn films tijdens het kijken vervelend of lastig, maar leven ze vervolgens wel verder in je hoofd. Ook moet je voor bepaalde cinema, zoals die van Bresson, echt moeite doen. Ik vind echt niet dat iedereen die films moet zien en mooi moet vinden, maar het heeft mij na herhaaldelijk zien wel een andere manier van kijken gegeven.
Je bent alweer aan het schrijven aan een volgende film. Kun je daar al iets over vertellen?
Mijn volgende film zal ruimte geven aan mijn neiging om iets naïefs en spontaans te doen. En ik heb besloten dat ik die vrijheid vooral kan legitimeren door een film over kinderen te gaan maken. Dus het wordt een film over twee broertjes van zes of zeven jaar oud.
Kwam je op dit idee omdat je zelf onlangs moeder bent geworden?
Nee, want dit idee ontstond al voor EEN ANDER ZIJN GELUK, toen ik op financiering wachtte voor mijn debuutfilm. Natuurlijk helpt het mij nu wel tijdens het schrijven, maar het wordt beslist geen kinderfilm. Wel een film waarin allerlei spontane dingen kunnen gebeuren!
Ronald Simons (Amsterdam 2009).