Interview Jean-Pierre Jeunet

Bijna geen enkele hedendaagse Franse regisseur is zo succesvol als Jean-Pierre Jeunet (1953). De eigenzinnige filmmaker debuteerde samen met striptekenaar Marc Caro in 1991 met de postapocalyptische kannibalenfilm DELICATESSEN. De mix van zwarte humor, een surreële sfeer en een virtuoze cameravoering werd een cult-succes. Ook het daaropvolgende CITY OF LOST CHILDREN (1995) was even duister als succesvol. Na een mislukt Amerikaans avontuur, hij regisseerde het vierde deel in de ALIEN-reeks, keerde Jeunet in 2001 terug naar Frankrijk om iedereen te verbazen met de kleurrijke feelgood komedie LE FABULEUX DESTIN D'AMÉLIE POULAIN. De sprookjesachtige fantasie over het Parijse barmeisje Amélie werd een wereldwijd kassucces, was genomineerd voor vijf Oscars en maakte in een klap een ster van hoofdrolspeelster Audrey Tatou.

Zijn nieuwste film THE YOUNG AND PRODIGIOUS T.S. SPIVET is een 3D-verfilming van The Selected Works of T.S. Spivet van de Amerikaanse auteur Reif Larsen. Een magisch-realistisch roadmovie waarin de 12-jarige, excentrieke T.S. Spivet (Kyle Catlett) al liftend vanuit Montana naar Washington reist om een prijs van het Smithsonian in ontvangst te nemen. Bijrollen zijn er voor Helena Bonham Carter, Judy Davis en Jeunet-regular Dominque Pinon. The Cult Corner sprak met de Franse filmmaker toen hij te gast was tijdens de afgelopen editie van de Amsterdam Film Week waar zijn film zijn Nederlandse première beleefde.


Waarom deze verfilming van The Selected Works of T.S. Spivet?

Na mijn vorige film MICMACS À TIRE-LARIGOT (2009) wilde ik graag eens aan de slag eens met een al bestaand verhaal. Daar ben ik toen naar op zoek gegaan en al vrij snel kwam The Selected Works of T.S. Spivet op mijn pad. Ik begon het te lezen en na tien regels was ik om. Dat heb ik haast nooit, maar nu: de stijl, het verhaal, de ziel van het boek - alles resoneerde bij mij. Daarbij bood dit verhaal me de kans om eens weidse landschappen te filmen en om weer eens iets in het Engels te doen. Ook vond ik het interessant om met een kind in de hoofdrol te draaien. Met andere woorden: een kans om hele nieuwe dingen uit te proberen, maar wel met een verhaal dat dicht bij mijn eigen interesses ligt.


Het is inderdaad opvallend hoe goed het werk van Reif Larsen aansluit bij uw eigen oeuvre.

Dat klopt. Toen ik de schrijver voor het eerst ontmoette, was het net of ik een verloren zoon terugzag. Dat was trouwens wederzijds. Hij vertelde me dat hij na het zien van AMÉLIE het gevoel had dat iemand precies zijn gedachten kende. Ik kreeg hetzelfde gevoel toen ik The Selected Works of T.S. Spivet las.


Een ander nieuw aspect dat moeiteloos aansluit bij uw oeuvre is de 3D.

Ik houd erg van 3D. Als kind al. Ken je die viewmasters? Ik refereer ernaar in de film. Toen ik klein was kon ik daar uren in kijken. Ook als filmmaker was er al een tijdje mee bezig. Voor MICMACS A TIRE-LARIGOT heb ik bijvoorbeeld 3D miniatuurmodellen gemaakt om te zien hoe dat zou werken. Het is altijd interessant om met nieuwe technologische mogelijkheden aan de slag te gaan. Ik wilde voor mezelf onderzoeken wat zo'n derde dimensie aan mijn filmtaal kon toevoegen.


In Frankrijk draaide de film in zowel 2D als 3D. Wat raadt u ons aan als wij hier ook voor die keuze komen te staan?

Weet je wat ik jammer vind? Dat 3D nu zo'n slechte naam heeft gekregen door al die Amerikaanse conversies. Persoonlijk vind ik dat THE YOUNG AND PRODIGIOUS T.S. SPIVET niet in 2D vertoond moet worden. We hebben heel hard gewerkt om iets bijzonders te doen en de 3D is voor mij echt een onlosmakelijk onderdeel van de film. Aan de andere kant kan ik me de sceptische houding van het publiek wel voorstellen. De Amerikaanse markt heeft 3D verpest: een kaartje is duurder, maar de projectie is slechter, er is lichtverlies en bij veel van die films is de 3D er gewoon achteraf bijgevoegd. Dat is jammer, want als je het goed doet kan een derde dimensie echt een toevoeging zijn. Er zijn al een paar heel interessante 3D-films gemaakt: HUGO vond ik bijvoorbeeld geweldig, LIFE OF PI ook. Ze zijn heel intiem en doen me denken aan die viewmasters uit mijn jeugd.


Net als uw films eerdere films zit THE YOUNG AND PRODIGIOUS T.S. SPIVET vol fantasierijke vondsten en visuele grapjes. Hoe leuk was het om die te filmen?

Soms is het makkelijk en valt alles op zijn plaats, AMÉLIE was zo'n film. In dit geval echter... T.S. SPIVET was echt een nachtmerrie om te draaien. Man! Het is echt veel werk en erg ingewikkeld om een 3D film te maken. Je moet het wiel weer helemaal opnieuw uitvinden. Niets pakte uit zoals ik van te voren verwachtte. Daarbij moest elk detail in het beeld kloppen, anders is het gewoon niet fijn voor het publiek. Niets is zo vervelend voor je ogen als een slecht gemaakte 3D-film. Daar komen ook die klachten vandaan, dat je er hoofdpijn van krijgt. Maar toch, als ik er zo over nadenk, is dat ook het leuke aan films maken. Het is eigenlijk zoiets als een oceaan overzeilen: telkens weer duik je het onbekende in en wordt je er helemaal door in beslag genomen. Je slaapt niet, je eet niet, je bent constant maar bezig. En telkens is er weer een nieuw obstakel waardoor je helemaal uitgeput raakt. Maar de voldoening die je eruit krijgt is echt onbeschrijflijk. Geloof me, je raakt er verslaafd aan.


Een van de redenen dat THE YOUNG AND PRODIGIOUS T.S. SPIVET zo overtuigend is, is de kindacteur Kyle Catlett. Hij lijkt bijna moeiteloos de film te kunnen dragen. Waar hebt u hem gevonden?

Oh, ik heb echt duizenden kinderen geauditeerd. Het probleem was dat het personage T.S. Spivet om een heel precies type vraagt: iemand die zowel kinderlijk als volwassen tegelijk kan zijn. Heel veel kinderen waren daardoor gewoonweg te jong om T.S. te spelen. Ik had de hoop al bijna opgegeven, maar toen we een keer naar New York gingen voor wat screentests was daar ineens Kyle. En weet je, hij ís T.S. gewoon: hij heeft bijna letterlijk dezelfde interesses, spreekt vijf talen vloeiend, waaronder Chinees, en is ook nog eens wereldkampioen martial arts in zijn leeftijdsklasse! Daarom heb ik speciaal voor hem een vechtscène in de film verwerkt.

Maar werken met Kyle was echt een feest. Ik had al eerder met kinderen gewerkt. Het punt is dat je geen fouten kan maken en vooral vlug te werk moet gaan: wat ga je doen wanneer een kind er ineens geen zin meer in heeft of zich verveelt? Het is echt heel moeilijk om een kind iets tegen zijn zin te laten doen. Met Kyle was dit allemaal geen probleem. Het is echt een speciale jongen: altijd positief, klaar om te werken, nooit moe. Hij deed zelfs zijn eigen stunts!


Vindt u dit eigenlijk een kinderfilm?

Dat is een beetje de vraag. Ik zou het zelf niet kunnen zeggen. Tot mijn verbazing is de film in Frankrijk heel erg geliefd onder kinderen. Natuurlijk had ik wel verwacht dat een jeugdig publiek zich zou kunnen identificeren met T.S., maar ik had niet gedacht dat echt hele jonge kinderen, van 5 en 6 jaar, hem geweldig zouden vinden. Toch denk ik dat de film vooral het kind in volwassenen zal aanspreken - zo heb ik het in ieder geval bedoeld. Het verhaal appelleert aan de dromen die je als kind had: wie fantaseerde er op die leeftijd nou niet van om in zijn eentje het land door te trekken? Of een groot avontuur te beleven? Nu ik dat zo zeg, is de film misschien in eerste instantie wel vooral voor mij bedoeld, haha.


Over AMELIE zei u eens dat u na uw verblijf in Amerika weer een Fransogende film wilde maken. Waarom nu weer een Amerikaansogende film?

Ik vond het interessant om met een Europese blik naar Amerika te kijken. Wanneer je in een ander land bent vallen je toch andere dingen op. Met T.S. SPIVET wilde ik een mix tussen clichés en details die Amerikanen zelf niet opvallen. Het is in ieder geval altijd leuk om vanuit een andere cultuur naar een bepaald land te kijken. Zoals bijvoorbeeld hier in Amsterdam met al die fietsen: het is bijna een choreografie. Voor jou is dat waarschijnlijk heel normaal, voor mij is dat niet te doen. Ik ben al een paar keer bijna aangereden!


Guus Schulting (Amsterdam, oktober 2013).