Interview Lukas Moodysson
“Het eerste meesterwerk van een jonge meester”. Zo noemde legendarisch regisseur Ingmar Bergman FUCKING ÅMÅL, het debuut van de Zweedse dichter en filmmaker Lukas Moodysson in 1998. Een uitspraak als deze zou de meeste regisseurs onder grote druk zetten, maar Moodysson niet. Sinds zijn debuut is hij blijven zoeken naar zijn stem als filmmaker en heeft deze vooral gevonden door het in beeld te brengen van de Zweedse jeugd. Dat het publiek zijn films echter niet voor lief mag nemen liet hij zien met de zware en experimentele opvolgers HOLE IN MY HEART en CONTAINER, maar met WE ARE THE BEST! doet Moodysson nu gelukkig weer waar hij het best in is: de jeugd vastleggen zoals die is.
FUCKING ÅMÅL, TOGETHER en LILYA 4-EVER, Moodysson’s bekendste films, volgen jongeren in een wereld die ze niet kunnen begrijpen. Zo zijn In FUCKING ÅMÅL, tot het ongenoegen van de jongeren, de laatste trends al uit de mode voordat ze ook nog maar in het dorpje Åmål zijn aangekomen en worden de kinderen in TOGETHER medio jaren 70 geconfronteerd met de linkse ideologieën van hun moeders hippie-huisgenoten. Het heftigst is LILYA 4-EVER, waar Lilya door haar haar moeder wordt achtergelaten in de voormalige Sovjet-Unie, waarvandaan ze uiteindelijk als gedwongen prostituee naar Zweden wordt verscheept. Verschillende films, die toch een groot ding met elkaar gemeen hebben: Moodysson’s talent om de jeugd authentiek vast te leggen.
WE ARE THE BEST! sluit zich aan bij dit rijtje films. We volgen drie meisjes van twaalf en dertien, die een punkband oprichten in Stockholm, 1982. The Cult Corner sprak Lukas Moodysson na de voorpremière van WE ARE THE BEST! in Amsterdam over het maken van een muziekfilm, omgaan met lof en de popcultuur van nu.
In WE ARE THE BEST! volgen we drie meisjes van twaalf en dertien die samen een punkband oprichten. De actrices die de hoofdrollen vertolken zijn perfect gecast. Hoe heb je hen leren kennen?
Voor de hoofdrollen hebben misschien wel duizend meisjes rondom Stockholm auditie gedaan. Het enige criterium dat we voor de auditie hadden was dat de meisjes een accent uit Stockholm moesten hebben. Toen ik Mira Barkhammar, Mira Grosin en Liv LeMoyne zag, had ik gelijk het gevoel dat zij geschikt zouden zijn. We hebben nog wel lang nagedacht over de juiste combinatie van actrices, want aan goede acteurs heb je niks als ze niet als een team werken.
En waren zij een goed team?
Aan de ene kant wel, aan de andere kant niet. Grappig genoeg kende de twee Mira’s elkaar nog van kinderopvang, maar hadden elkaar sindsdien nooit meer gezien. Vooral dankzij snoep en tafeltennis was het vaak erg gezellig. Toch heb je altijd spanningen als je mensen met elkaar in een groepje zet. Soms was er ruzie en mochten ze elkaar niet graag. Het is altijd ingewikkeld om mensen naar elkaar toe te duwen. Ik ben geen psycholoog, maar ik denk dat een ding goed werkte voor de groepsdynamiek en dat was de jongste Mira. Zij was nog maar 11 toen we de film schoten en daardoor een paar jaar jonger dan de rest. Toch was zij degene met de sterkste meningen en ik denk dat er op de een of andere manier hierdoor een goede sfeer ontstond.
In veel van uw films werkt u met onbekende of zelfs amateur acteurs en actrices. Daartegenover staat dat u ook met acteurs als Gael García Bernal heeft gewerkt. Heeft u een voorkeur aan een acteur met veel of weinig ervaring?
Dat maakt mij eigenlijk niet zo veel uit. Ik werk vaak samen met dezelfde castregisseur en hij vraagt altijd of we een onbekend acteur kunnen proberen voor een rol. De meesten filmmakers gebruiken keer op keer dezelfde acteurs en actrices, maar wij vinden het juist fijn om nieuwe mensen te vinden. Dat voelt – zeker in Zweden – aan als een verfrissing. Toch is het nooit een verplichte. Uiteindelijk is onze keuze altijd op kwaliteit gebaseerd.
Een andere constante in uw films is cameraman Ulf Brantas, waarmee u ook WE ARE THE BEST! heeft geschoten. Hoe verloopt uw samenwerking met hem?
Werken met Ulf is altijd erg fijn en onproblematisch. Ik zie Ulf bijna meer als een acteur dan als een cameraman. We praten niet zo veel over wat ik wil filmen, waardoor hij altijd zelf kan reageren op wat er gebeurt in een scène. Hierdoor krijgen scènes een soort directheid, die iets weg hebben van documentaire-opnames. Hoe hij op het juiste moment inzoomt of van het ene naar het andere personages springt met de camera correspondeert in een zekere zin met hoe ik naar dingen kijk.
Nog een overeenkomst tussen al uw films: muziek. In WE ARE THE BEST! speelt muziek nog wel de grootste rol van al uw films. Waar haalde u die inspiratie vandaan?
WE ARE THE BEST! is eigenlijk een film over het maken van kunst en over het uiten van jezelf. Een nummer dat ik veel luisterde tijdens het maken van deze film was Sing Your Life van Morrissey. In het nummer zegt hij dat je moet zingen over alles wat je liefhebt en over alles wat je haat. Die directheid van naar de microfoon lopen en jezelf uiten is een van de belangrijkste elementen in deze film. Ik gaf de actrices ook allemaal een kopietje 8 MILE met Eminem mee naar huis. Ik weet niet of ze hem gezien hebben, maar ik wilde ze door die film laten zien hoe belangrijk het is om het podium op te lopen en daarmee alles om je heen te confronteren. Ik weet alleen nog steeds niet of ze hem gezien hebben.
Voordat u films maakte uitte u zichzelf door poëzie en literatuur. Waarom maakte u de omslag van schrijven naar het maken van films?
Ik denk dat ik elke dag worstel met dat ik de wereld erg verwarrend vind. Ik probeer door te schrijven te begrijpen waar deze wereld om draait en hoe alles werkt. En alles wat ik op papier schrijf is een chaos. Ik moet daarom altijd beslissen of ik die chaos wil houden of dat ik er orde in wil brengen. Als ik orde in mijn chaos breng wordt dat een film als WE ARE THE BEST! of FUCKING ÅMÅL of LILYA 4-EVER, een eenduidige film met een lineair verhaal. Soms probeer ik eerlijker naar mijzelf te zijn door de chaos te houden. Dat mondt dan meestal uit in iets als CONTAINER of in geschreven poëzie.
Hoe voelt het dan voor u dat u bijvoorbeeld met Ingmar Bergman vergeleken wordt of dat Bergman uw film zelfs “meesterlijk” vond?
Meestal probeer ik niet te luisteren naar wat mensen van mijn werk zeggen. Behalve onverwachtse reacties dan. Die zijn het beste. Zo was ik ooit een keer in het ziekenhuis voor mijn voet – niks ernstigs hoor - en moest er een scan van mijn voet gemaakt worden. De zuster die de scan uitvoerde zei toen dat ze mijn films heel mooi vond. Dat zijn de fijnste reacties voor mij.
Ik word overigens vaak gevraagd over Ingmar Bergman, die iets positiefs over mijn film zei, maar niet veel mensen weten dat hij eigenlijk twee dingen zei. Hij vond mijn eerste film, FUCKING ÅMÅL, heel goed, maar hij zei dat mijn tweede, TOGETHER, minder was. Hij vond hem wel oké, maar niet zo goed als mijn eerste. Hij vond dus dat ik mijn best moest blijven doen. Die woorden waren voor mij het beste advies wat ik kon krijgen. Het voelde als een boodschap dat ik harder moest werken. Ik had die quote zelfs heel erg lang op de deur van mijn kantoor hangen.
WE ARE THE BEST! is gebaseerd op een striproman van uw vrouw, Coco Moodysson. Hoe was het voor u om haar werk te verfilmen?
Het was eigenlijk een heel gemakkelijk proces. Het kostte overigens wel veel tijd om erachter te komen dat ik deze film wilde maken. Haar striproman Never Goodnight werd gepubliceerd in 2008, maar pas een paar jaar later kwam ik erachter dat ik er een goede film van kon maken. Toen ik dat eenmaal had besloten was het allemaal wel erg simpel. We hoefden niet te vechten over hoe ik het deed, want ik werd veel vrijheid gegeven. Misschien was het wel zo makkelijk omdat ik haar goed ken. Als ik een boek van een andere schrijver had verfilmd zou ik het werk misschien met meer respect benaderen. Ik had wel veel respect voor de persoonlijke stem in de striproman van mijn vrouw, maar qua verhaal heb ik erg veel veranderd.
Met TOGETHER, WE ARE THE BEST en FUCKING ÅMÅL maakte u films die scherp reflecteren op de cultuur van de jaren ‘70, ‘80 en ‘90. Wat valt u op aan de populaire cultuur van nu?
Ik heb altijd overal gemengde gevoelens over. Er zijn altijd interessante dingen gaande in de wereld, wat mij nu het meest opvalt, is dat we in een erg retrospectieve tijd leven. Jonge mensen, die gemakkelijk alles kunnen luisteren wat ze willen lijken steeds meer terug te kijken naar oude muziek en cultuur. Dat was niet zo toen ik opgroeide. In mijn jeugd was het belangrijk om te luisteren naar alle nieuwe dingen. Het is vreemd dat we in een snelle en moderne wereld leven, die wel zo terugkijkend is. Ik weet niet zeker of dat een goed of een slecht ding is. Als ik bijvoorbeeld naar mijn zoon kijk, die veel naar oude muziek luistert, vraag ik me af of er een gebrek aan goede nieuwe muziek is of dat zijn generatie gewoon een open geest heeft.
Heeft u na WE ARE THE BEST! al weer een nieuw project voor ogen?
Ja zeker, maar ik moet nog wel beslissen of ik dit idee in chaos wil houden of het toch maar weer ga ordenen.
Hugo Emmerzael (Amsterdam, maart 2014)