Interview Michel Franco
Met LAS HIJAS DE ABRIL (‘de dochters van April’) heeft de Mexicaanse scenarist/regisseur Michel Franco (1979) zijn vijfde en meest dynamische speelfilm gemaakt na films als CHRONIC en DESPUÉS DE LUCÍA. Ook nu zet hij de door hem zelf geschreven personages onder hoogspanning en verkent Franco wederom de grenzen van intermenselijke terreur en incasseringsvermogen.
De jongste dochter van April (Emma Suárez) in LAS HIJAS DE ABRIL is Valeria. Ze is 17, zwanger en woont samen met haar zus Clara. Ze heeft haar zwangerschap lang verborgen weten te houden voor haar afwezige moeder April, maar door de financiële druk en de overweldigende verantwoordelijkheid om een baby in huis te hebben, besluit Clara hun moeder te bellen. April komt, bereid om haar dochters te helpen, maar al snel wordt duidelijk waarom Valeria haar in eerste instantie op afstand wilde houden.
Je films positioneren mij vaak in de rol van voyeur. Is dat iets dat je nastreeft?
Zelf ben ik een echte observator. Ik denk dat we nog veel meer kunnen leren van menselijk gedrag door goed te kijken en te luisteren. In mijn films creëer ik altijd intieme situaties tussen familieleden op intieme plekken zoals slaapkamers. Plekken waar je je als kijker meteen een buitenstaander voelt, een voyeur. Maar het gaat mij meer om de intimiteit en het tonen van de mens in al zijn gebreken.
De familieverhoudingen die je portretteert zijn vaak verre van ideaal. Hou je er van om grenzen op te zoeken?
In iedere familie gebeuren verschrikkelijke dingen, en het enige dat ik doe is er een vergrootglas op leggen. Ik laat zien wat echt gebeurt, maar vaak niet in speelfilms zit. In LAS HIJAS DE ABRIL toon ik bijvoorbeeld April als een moeder die in haar hoofd echt de best mogelijke moeder is, maar gelimiteerd wordt door haar issues. Ik zoek en rek de grenzen wel op van (on)toelaatbaar en (on)geaccepteerd menselijke gedrag.
Waar leg jij de schuld bij de gebreken van je personages?
We zijn mensen. We zijn gevoelige wezens, en niet altijd zo stoer en sterk als je in de ogen van de maatschappij zou moeten zijn. Veel van de conflicten in mijn films komen voort uit sociale druk op de personages. Er zit een groot verschil tussen wat we zouden moeten doen en wat we kunnen doen.
Ik zie veel overeenkomsten met personages uit bijvoorbeeld CHRONIC en DESPUÉS DE LUCÍA.
Ze komen allemaal uit mijn pen en mijn fantasie. Maar nu voer ik wel voor het eerst een heel extravert personage op. Mijn vorige hoofdpersonages leefden vooral in hun hoofd: het ging om hun innerlijke reis. April gaat letterlijk en figuurlijk naar buiten.
Wil je met de worstelingen van Valeria voor en na haar zwangerschap iets zeggen over (ideaal) moederschap?
Over moeder- én vaderschap: het is zo moeilijk om een echt goede ouder te zijn. Je krijgt te maken met allerlei factoren die je van tevoren niet wist of niet goed kon inschatten. Daarnaast is iedereen anders en we reageren allemaal op onze eigen manier. Maar je bent als ouder wel ineens medeverantwoordelijk voor het leven van een ander. Die spanning is interessant. Maar we moeten wel fouten kunnen maken. Niemand is perfect.
Hoe was de samenwerking met Emma Suárez?
Heel goed. Ik wilde graag dat Emma voorafgaand aan de opnames een week lang in een huis met haar twee filmdochters zou leven om een dat gezinsgevoel te krijgen, en dat vond ze direct goed. Ze verzonnen zelf tijdens die dagen een achtergrond van hun personages, en hebben met z’n drieën ook het huis naar hun smaak ingericht, zodat het tijdens de opnames heel natuurlijk voor ze aanvoelden. Ik denk dat dat de uiteindelijke film goed heeft gedaan.
Je bent een enorme filmliefhebber. Dacht je bij dit script aan een specifieke film als inspiratie?
Ik kijk honderden films per jaar, maar als ik schrijf zit ik helemaal in mijn eigen verhaal en laat ik geen invloeden van buitenaf toe. Maar natuurlijk dwaalden mijn gedachten tijdens het schrijven wel eens af naar andere films, en dat was in dit geval vooral A WOMAN UNDER THE INFLUENCE met Gena Rowlands.
Je vorige films hebben soms best negatieve recensies gekregen. Stoort je dat?
Nee, hoor. Ik ben echt wel zo realistisch dat ik weet dat je niet een film kunt maken die iedereen goed vindt. Mijn reactie is eigenlijk altijd: “Jammer, maar ik hoop dat je mijn volgende film leuk zult vinden!"
Ronald Simons (Cannes, mei 2017)