Interview Stephen Frears

Regisseur Stephen Frears (1941) besloot begin jaren zestig na een studie rechten in Cambridge om niet de advocatuur, maar de film- en televisiewereld in te gaan. Als scriptschrijver, dacht de jonge Brit toen nog: "God intended me to be a writer, but something went wrong," vertelt de weinig spraakzame, maar goedgemutste regisseur er nu over. Hij werd aangenomen als regieassistent op de set van Lindsay Andersons invloedrijke film IF.... (1968) en is sindsdien nooit meer tot schrijven gekomen. Na die klus verlegde Frears zijn werkterrein eerst nog exclusief naar het regisseren en produceren voor de BBC, maar debuteert in 1971 op dertigjarige leeftijd met zijn eerste bioscoopfilm, het detective-drama GUMSHOE met Albert Finney.

Vele jaren en (televisie)films later wordt Stephen Frears als filmregisseur in eigen land opgemerkt als hij in 1985 de situatie van de Pakistaanse middenklasse in Engeland belicht in MY BEAUTIFUL LAUNDRETTE met Daniel Day Lewis. In 1988 breekt Frears vervolgens internationaal door met DANGEROUS LIAISONS. Zijn eerste Amerikaanse film verzilvert drie van de zeven Oscarnominaties en wint vele internationale filmprijzen. Er volgen nog elf speelfilms, afwisselend gemaakt in de Verenigde Staten, waaronder MARY REILLY, THE HI-LO COUNTRY en HI-FIDELITY, en in Engeland, zoals THE VAN, DIRTY PRETTY THINGS en THE QUEEN.

Het oeuvre van de in Londen woonachtige regisseur wordt gekenmerkt door diens voorkeur voor specifieke subculturen met hun geheel eigen sociale codes. Afwisselend tegen een hedendaagse en historische achtergrond onderzoekt Frears steeds opnieuw de relaties en omgangsvormen van kleine groepen mensen met daarbij een voorkeur voor driehoeksverhoudingen. De scripts die hij kiest, leggen dikwijls een nadruk op de subtext; de onderliggende gevoelens van liefde, haat, teleurstelling, troost en hoop die niet worden uitgesproken. Het venijnige en leugenachtige woordenspel tussen Vicomte de Valmont en Marquise de Merteuil in DANGEROUS LIAISONS bijvoorbeeld, de nerdy jongensromantiek in HI-FIDELITY en het verstikkende decorum rondom koningin Elizabeth II in THE QUEEN.

The Cult Corner sprak Stephen Frears in Amsterdam ter gelegenheid van de release van zijn nieuwste film CHÉRI, een verfilming van het gelijknamige boek van Colette uit 1920. Het script werd evenals DANGEROUS LIAISONS geschreven door Christopher Hampton en speelt zich af in Frankrijk gedurende de Belle Époque. Het vertelt het melodramatische verhaal van een ouder wordende courtisane (Michelle Pfeiffer) die haar grote liefde Chéri dreigt kwijt te raken aan een jongere vrouw door tussenkomst van Chéri's leugenachtige moeder (Kathy Bates).


Waarom besloot u om na DANGEROUS LIAISONS weer een kostuumfilm over het leven in Franse adellijke kringen te maken?

Christopher Hampton schreef vorig jaar het script voor CHÉRI en liet het mij lezen. Een dag later belde ik hem op met het voornemen om het te gaan verfilmen. Ik vond het een zeer goed geschreven en grappig script, dat de originele zinnen van Colette gelukkig intact liet.

 

CHÉRI is een historische film. Maakt dat het regisseren lastiger, omdat u naast het script vol dialogen van rond de eeuwwisseling ook ook nog rekening moet houden met de juiste muziek, mode en interieurs? Alles moet accuraat zijn.

Dat is nou precies het werk dat ik doe. Dat is regisseren. Maar eerlijk gezegd begon het hele project pas echt zin te krijgen vanaf het moment dat we er de muziek onder zetten. Omdat de muziek het innerlijk van de personages tot uitdrukking brengt.

 

Dus u ziet de muziek echt als een zelfstandige stem in de film?

De muziek geeft net als de dialogen, de blik van de acteurs en het soort shot dat ik gebruik de gelaagdheid aan het verhaal, de situatie en de personages.

 

In hoeverre heeft u bemoeienis met de casting, de kostumering, de muziek?

Ik kies mijn mensen heel zorgvuldig en laat mij zo omringen met zeer ervaren creatievelingen waar ik van kan leren. Als je het werken aan een film ziet als een verzamelingen goede gesprekken, kun je je het beste laten omringen door intelligente mensen die weten wat ze aan het doen zijn.

 

Met Michelle Pfeiffer maakte u ook DANGEROUS LIAISONS. Was zij uw eerste keuze?

Ja, ze was wel mijn eerste keuze, al had ze wel het verkeerde postuur. Colette beschreef in haar boek het personage van Lea de Lonval als een forse vrouw. Maar ik denk niet dat Michelle het ervoor over zou hebben om flink wat kilo's aan te komen voor deze rol.

 

Michelle Pfeiffer vertelde in Berlijn dat ze het script van CHÉRI een lastig, gesloten script vond en het acteren in CHÉRI echt hard werken. Heeft u het de acteurs lastig gemaakt?

Wat Michelle bedoelde is dat het niet meeviel omdat zij op ieder moment één ding moest zeggen terwijl ze iets anders voelt. Ze kon zich dus niet slechts concentreren op de tekst, want ze moest ook het onderliggende, tegenovergestelde gevoel spelen tijdens het uitspreken. Als zij vroeg of ze de oppervlakte of de onderliggende laag moest spelen, dan vroeg ik haar standaard om allebei.

 

Spreekt die dubbelheid u aan?

Ja, in DANGEROUS LIAISONS is alles bijvoorbeeld een leugen, dus dan weet je dat als een personage iets zegt, dat hij het tegenovergestelde bedoelt. Dus dat is zowel voor mij als voor de acteurs een uitdaging om over te brengen.

 

Veel van uw films spelen zich af in specifieke subculturen met heel eigen sociale regels. Bent u vooral geïnteresseerd in mensen die u in het dagelijkse leven juist niet tegenkomt?

Ik denk dat je dat zo wel kunt zeggen. Terugkijkend op mijn werk tot nu toe ben ik steeds geïnteresseerd in mensen die een heel ander leven leiden dan ik doe. Ik zou nooit de gelaagdheid, de problemen en structuren in mijn eigen omgeving kunnen blootleggen en tot een film maken. Een samenleving zoals in CHÉRI of THE QUEEN is veel makkelijker om te analyseren, omdat het om mensen gaat die ver van mij af staan. En hun onderlinge relaties en de groepsprocessen interesseren mij daarin het meeste.

 

Het valt mij op dat u subculturen en historische personages altijd weinig sprookjesachtig in beeld brengt. Onflatteus bijna. Een film als LIAM krijgt een veel felrealistischer benadering dan de romantische aanpak van Alan Parker in zijn ANGELA'S ASHES, een film met nagenoeg dezelfde thematiek.

Zeg dat maar niet tegen Alan! Kijk, het is niet een bepaalde stijl die ik doelbewust najaag, maar het blijkt dat ik hou van het neerzetten van personages en situaties waarin je veel van het achterliggende, verstopte leed meekrijgt. Juist de subtext, de zaken die niet worden uitgesproken fascineren mij. Het is hetzelfde als bij een groot roman als ANNA KARENINA, waarin er allerlei dingen tussen de dialogen in gebeuren die langzaam culmineren in een tragisch einde.

 

De subtext van CHÉRI gaat over de ondergeschikte plaats van vrouwen in de maatschappij en het discriminerende belang dat wordt gehecht aan vrouwelijke schoonheid. Michelle Pfeiffer noemde dit in Berlijn een stap in de goede richting. Voelt u een bepaalde maatschappelijke verantwoordelijkheid?

Ik ben van mening dat ik geen enkele verantwoordelijkheid heb. Nooit. Bij geen enkele film.

 

Terwijl u toch belangrijke maatschappelijke thema's aankaart en soms actuele problemen blootlegt. Bijvoorbeeld in DIRTY PRETTY THINGS over de afgrijselijke behandeling van asielzoekers in Engeland naar een Oscargenomineerd script van Steven Knight.

Het interessantste aan DIRTY PRETTY THINGS was dat het het eerste script was dat die hele wereld van illegalen in Londen belichtte. Tot dan toe wist niemand iets van de werkelijke situatie van de illegale immigranten, want er was simpelweg nog nooit over die kwestie geschreven. Ik zal je vertellen dat er na de première een eigenaar van een restaurantketen naar mij toe kwam, die vertelde dat mijn film de enige was die in de buurt kwam van de werkelijke situatie. En hij kon het weten, want in zijn keukens werkten al die illegalen van over de hele wereld. Hetzelfde geldt voor MY BEAUTIFUL LAUNDRETTE. Niemand wist van de situatie van de Pakistaanse Britten tijdens de Thatcher-jaren totdat Hanif Kureishi erover schreef.

 

Dus u wilt zo realistisch mogelijke verhalen vertellen over de wereld?

In het bijzonder deze twee films wel, maar misschien laten al mijn films wel zien hoe de wereld blijkt te zijn. Ik toon hoe het is en niet hoe je denkt dat het wel zal zijn. Maar dat maakt mij nog niet verantwoordelijk. Ik laat een stukje van de wereld zien dat je niet eerder zag, maar je moet zelf je conclusies trekken.

 

Is die insteek de reden dat u misschien op THE HI-LO COUNTRY na geen enkele volbloed genrefilm heeft gemaakt? Te ver verwijderd van de realiteit of voelt u zich dan te veel gevangen in de wetten van een specifiek genre?

THE HI-LO COUNTRY was aan de ene kant een western, iets dat voor mij heel veel tijd heeft gekost om zo te ontwikkelen. Maar het was ook een film over een driehoeksverhouding. Dus voor mij was het een interessant script omdat het beide kanten had. De meeste genrescripts die ik lees zijn nooit helemaal wat ik zoek. Kijk, ik ben daar heel wat minder mee bezig dan jij, maar blijkbaar ben ik nog nooit verleid door een horror- of sciencefictionscript. Ik zou ook niet weten hoe ik zo'n film zou moeten maken.

 

Kijkt u zelf veel films en wat zijn hedendaagse films waar u van hebt genoten?

Twee films die mij zo te binnen schieten zijn GOMORRA en de documentaire MAN ON WIRE. Ik heb niet zo'n goed geheugen voor films, dus als je er nog een paar noemt dan zeg ik wel wat ik ervan vind!

 

Ronald Simons (Amsterdam, juni 2009).

Copyright foto: Kris Dewitte