Interview Thomas Vinterberg
KOLLEKTIVET vertelt het verhaal van een stel dat een gelukkig leven leidt met hun dochter Freja. Op een dag besluiten Erik en Anna om samen met een paar vrienden een commune op te richten. Hun droom wordt al snel werkelijkheid wanneer iedereen zijn intrek in de villa heeft genomen en er een hechte gemeenschap ontstaat. Er is vriendschap, liefde en saamhorigheid onder één dak, totdat een liefdesaffaire de commune zwaar op de proef stelt. Trine Dyrholm won de Zilveren Beer voor haar rol Anna. We spraken regisseur Thomas Vinterberg.
In Berlijn wordt vanavond KOLLEKTIVET gepresenteerd. Hoe startte dit project? Was het een diep verlangen naar vroeger?
Het begon met nieuwsgierigheid van vrienden. Collega’s van mij buiten Zweden waren altijd heel erg geïnteresseerd in verhalen die ik vertelde over de commune waarin ik ben opgegroeid.
Gokje: ze overromantiseerden het?
Jazeker: ze willen altijd de verhalen over de seks horen. Over de neukruimtes en over de kampvuren waar iedereen naakt omheen zat. Uiteindelijk besloot ik maar om hun nieuwsgierigheid te stillen door een theaterstuk te maken over het communeleven zoals ik dat heb meegemaakt. Zo eerlijk mogelijk. Het toneelstuk ging in première in Wenen, en vrijwel direct na de openingsavond besloot ik om er een film van te maken.
KOLLEKTIVET is een terugkeer naar een verhaal over groepsdynamiek: in FESTEN liet u de horror van het leugen zien en nu de horror van de waarheid.
Klopt, we wilden zo confronterend mogelijk zijn. Want natuurlijk ben ik nostalgisch naar de tijd van de commune, maar ik wilde in deze film wederom benadrukken dat we over de olifant in de kamer moeten kunnen blijven praten: we gaan allemaal dood. We worden allemaal ouder en het vlees zál van onze botten vallen.
Er wordt veel gedronken in uw film. Herstel: er wordt héél erg veel gedronken in de film.
Dat gebeurde toen ook. Het waren de jaren zeventig waarin iedereen alles met elkaar deelde. Degene met het meeste geld betaalde het meeste. In de jaren tachtig veranderde dat. Toen besloot de persoon die in de kroeg een mineraalwatertje had gedronken dat hij apart wilde betalen, omdat zijn drankje goedkoper was. Ik hou meer van de jaren zeventig. Mijn volgende Deense film is trouwens een grote ode aan alcohol. Je kunt door juist gebruik van alcohol namelijk ook heel veel mooie dingen bereiken. Denk aan wereldliteratuur en aan de alcoholist Churchill die de Tweede Wereldoorlog won terwijl hij constant dronken was.
Is de commune een geslaagd concept wat u betreft?
Jazeker. De commune heeft wat mij betreft onterecht een slechte naam gekregen. Als ik de film bekijk, dan zie ik een groep mensen die leren leven. En dat betekent dat ze moeten zien te dealen met echtscheidingen, ruzies, geldproblemen en zelfs de dood van een kind. Ze leren omgaan met het akelige besef dat iedereen vervangen kan worden. En ze komen erover heen, omdat ze samen zijn.
Uw film SUBMARINO omschreef ik in 2010 als topzwaar: ik vond dat de balans tussen lach en traan niet goed werkte. Nu zie ik een perfecte balans. Is dat lastig te bereiken?
In iedere film worstel ik daar tot het laatste moment mee. Het staat bovenaan mijn agenda om die balans perfect te maken. Om komedie te maken is trouwens veel moeilijker dan om publiek te laten huilen. Daarnaast weet je nooit hoe het valt bij het publiek. In de V.S. zag ik in een videotheek FESTEN liggen in de kast met zwarte komedies. (lacht) Dat was niet mijn intentie kan ik je vertellen.
Is het leuk of lastig om uw eigen werk terug te kijken?
‘t Ligt eraan welke! IT’S ALL ABOUT LOVE is mijn probleemkind: hij gedraagt zich sociaal het moeilijkst maar ik hou het meeste van hem. En van DEAR WENDY houd ik van de cast en ik ben er trots op, maar ik ben zelf nooit overtuigd geweest dat een man écht van een pistool kan houden. Dat kan alleen Lars von Trier, en hij heeft het script geschreven. Ik dacht dat ik het kon verfilmen, maar ik ben er nooit in gaan geloven.
Wat is na al die films uw grootste uitdaging?
Ik wil zo ver mogelijk van het midden blijven. Ik wil blijven confronteren.