Interview Rifka Lodeizen



KAN DOOR HUID HEEN is het speelfilmdebuut van Esther Rots. De film is in 2009 geselecteerd voor het 59ste internationale filmfestival van Berlijn. KAN DOOR HUID HEEN is een portret van de jonge vrouw Marieke, die na een geweldsdelict de grote stad inruilt voor het Zeeuwse platteland in een poging om schoon schip te maken. Ze knapt haar vervallen boerderij op en hoopt dat de tijd al haar wonden kan helen. Maar vluchten en ontkennen blijkt niet de manier om met het onverwerkte verleden om te gaan.

Rifka Lodeizen zet haar complexe karakter op adembenemende wijze neer en won daarmee dit jaar terecht het Gouden Kalf voor Beste Actrice. Esther Rots maakte hiervoor al drie korte films die zijn vertoond op binnen- en buitenlandse filmfestivals. Ze won met DIALOOGOEFENING (2005) zelfs het Gouden Kalf voor beste korte film. Rots voerde voor KAN DOOR HUID HEEN niet alleen de regie, maar tekende ook voor het scenario, de productie en de montage. Naast Rifka werd ook de montage bekroond met een Gouden Kalf, en de Nederlandse filmcrititici kozen KAN DOOR HUID HEEN als beste vaderlandse film van 2009.


Op het 59ste internationale filmfestival van Berlijn sprak The Cult Corner met hoofdrolspeelster Rifka Lodeizen.

Hoe beleef jij als hoofdrolspeelster deze internationale première in Berlijn?


We zijn allemaal heel erg blij dat we hier mogen zijn om onze film te presenteren, maar het is natuurlijk ook wel spannend. Want de ontvangst op dit internationale filmfestival is erg belangrijk voor de verkoop van de film aan andere landen. In Nederland is KAN DOOR HUID HEEN gelukkig erg goed ontvangen door de pers, dus hopelijk zal de film ook hier in de smaak vallen.

Je hebt na afloop van de voorstellingen ook vragen vanuit het publiek beantwoord. Lastig of leuk?


De reacties van toeschouwers vind ik altijd een erg goede ervaring. Ik merk dat ik het iedere keer weer waardeer om te horen hoe het publiek een film heeft beleefd, want het is wonderbaarlijk hoe verschillend een film wordt beleefd. En dat zijn toch dingen die ik mij tijdens het draaien niet zo afvraag. Al waren we bij deze film overigens al wel tijdens de opname benieuwd hoe onze film zou vallen bij daadwerkelijke slachtoffers van het soort geweld, dat mijn personage Marieke meemaakt. Maar tot dusver heb ik alleen nog maar positieve reacties gehoord. Er was zojuist in Berlijn ook een vrouw in de zaal die zelf een geweldsincident had meegemaakt en daar graag zelf over wilde vertellen. Het is goed dat een film niet alleen kan vermaken, maar ook een dergelijke reactie kan uitlokken.

Waren jij en Esther daar tijdens de voorbereidingen zo bewust mee bezig dat jullie specifieke scènes hebben veranderd uit angst voor bepaalde reacties?


Nee, we waren helemaal niet bang. Het is heel lastig om van te voren in te schatten of mensen de film bijvoorbeeld niet te zwaar vinden. We snijden natuurlijk wel een behoorlijk serieus thema aan in KAN DOOR HUID HEEN, maar Esther heeft gewoon de film gemaakt die ze wilde maken zonder enige concessies. Ik ben zelf ook van mening dat een filmmaker op zichzelf geen maatschappelijke of politieke verantwoordelijkheid zou moeten hebben. Maar we waren vanzelfsprekend wel gespannen hoe de film zou worden ontvangen.

Vind je de kritische receptie van je films erg belangrijk, of sluit je jezelf na het voltooien van een film daar grotendeels voor af?


Natuurlijk is de ontvangst belangrijk, en zeker bij een film als KAN DOOR HUID HEEN. Het gebeurt bij een film namelijk niet zo vaak dat alles samenkomt en het als het ware wordt opgetild. Dat het meer wordt dan alle afzonderlijke elementen samen. Je krijgt dan het gevoel dat de film boven zichzelf uitstijgt en dan wil je wel graag dat dát wordt gezien en erkent. Kijk, het gaat uiteraard in de eerste instantie om het werk zelf, maar als erkenning voor mijn werk vind ik het echt wel belangrijk of mijn film goed wordt ontvangen en er veel mensen naar gaan kijken. Maar eerlijk is eerlijk, zelfs als niemand Kan Door Huid Heen zou zien, dan was ik nog erg blij, omdat ik hem zelf zo goed vind.

Hoewel Nederlandse arthousefilms niet bijzonder veel publiek trekken, kun je wel zeggen dat het goed gaat met de Nederlandse cinema. Hoe komt dat?

Er is blijkbaar een klimaat ontstaan waarin goede arthousefilms kunnen worden ontwikkeld. Ik houd mij eerlijk gezegd niet erg bezig met die kant van de filmwereld, maar ik kan mij bijvoorbeeld voorstellen dat het Filmfonds goed werk doet door de juiste projecten en de goede creatieve mensen te financieren.

KAN DOOR HUID HEEN deed mij denken aan zowel het werk van de gebroeders Dardenne als LANGER LICHT van David Lammers. Een combinatie van een zeer registrerende regiestijl, cameravoering en een acteerstijl vol onderhuidse spanningen.


Ja, ik houd zelf ook heel erg van die films. Ik wilde altijd in een dergelijke film spelen, omdat je bij die manier van filmmaken écht betrokken wordt. Wanneer je bijvoorbeeld naar een hele mooie Nicole Kidman kijkt, dan blijft zij als ster heel erg boven die film hangen. Ik wil liever dat een hoofdpersonage je zus of jezelf zou kunnen zijn. Dus laat mij maar een scène spelen waarin ik gewoon voor mij uit kijk en nadenk, zodat de toeschouwer de tijd krijgt om zich in het personage te verplaatsen. Hoe complexer het karakter, hoe beter.

De Dardenne broertjes repeteren enorm lang voordat ze gaan draaien. Gold dat ook voor jullie?


Nee, we hebben vooral van te voren veel gepraat over wie Marieke is. En dan ook vooral over wie ze was voordat de ellende haar overkomt, omdat zij daar zelf zich later in het huisje in Zeeland zo krampachtig aan vast probeert te klampen terwijl ze zou moeten erkennen wat haar is overkomen. Maar Marieke ontkent het juist door heel erg bij zichzelf te blijven. Het was dus voor mij de taak om steeds te laten zien dat Marieke een hele sterke, eigenzinnige, koppige en trotse vrouw is.


Maar wij zien vooral een vrouw op de rand van waanzin.


Op de rand misschien, maar niet er overheen. Het was voor mij heel belangrijk om de sterke Marieke van voor het incident als basis te hebben. Bijvoorbeeld in de scène waarin Wim Opbrouck als haar Zeeuwse buurman voor het eerst in het vervallen huisje op bezoek is, dan komt ineens weer de oude Marieke met haar stadse praatjes naar de oppervlakte, terwijl dat totaal niet bij hem aanslaat. Hij kan er niks mee. Dus we hebben tijdens het hele proces erg ons best gedaan om Marieke niet te gek te maken, omdat je dan ook als toeschouwer je niet meer goed in haar kunt verplaatsen, omdat je haar dan gaat objectiveren, zoals in de laatste scène.

Vooral in je samenspel met Wim laat je heel nauwgezet allerlei facetten van je personage zien.


Voor mij was het voor het eerst dat ik een echt complex mens kon spelen, want je krijgt zelden de kans om dat te laten zien in een film. Kijk, ik houd erg van films waarin een personage de tijd krijgt om een blik verf open te trekken en daarbij in gedachten verzonken is. Dergelijke momenten maken een karakter invoelbaar voor de toeschouwer. Die rust is erg belangrijk in films. Maar meestal zit een personage gevangen in een serie plotgerichte acties, waarbij alles in dienst staat van de uiteindelijke plot zonder dat er ruimte is voor diepgang. Qua spelen vind ik het dus vooral interessant om iemand gewoon te laten zijn.

Hoe heb je de draaiperiode beleefd van bijna zeventig opnamedagen, die ook nog eens over een heel jaar waren verdeeld? Was het moeilijk om steeds opnieuw in je karakter te kruipen?


We hebben gelukkig chronologisch gedraaid, dus je maakt daar op de set met zijn allen de geschiedenis die Marieke meemaakt van begin tot einde. Het was natuurlijk ook door de verandering van de seizoenen ingegeven om chronologisch te draaien, omdat Marieke -net als het huis- met de seizoenen mee echt verandert, maar voor mij als acteur was het vasthouden aan de chronologie erg prettig. Daarnaast waren we grotendeels maar met vijf man op de set en omdat Esther veel tijd nam voor de opnames, was het zo erg plezierig werken.

In een interview noemde je Esther in positieve zin een echte kunstenaar. Ik kan mij voorstellen dat het werken met een echte kunstenaar voor een acteur ook lastig kan zijn.


Soms wel inderdaad, omdat we soms veel geduld moetsen hebben, maar het was heerlijk om met een regisseur te werken die even instinctief is als ik. En daarnaast vond ik het erg fijn dat Esther als enige grip op het hele project had. Ze heeft de film geschreven, gecoproduceerd, geregisseerd en gemonteerd, dus zij is de enige die het verhaal echt kent, waardoor je als acteur heel nauwkeurige aanwijzingen krijgt.

En hoe zou Esther jou omschrijven? Wat voor soort actrice ben jij?


Ik denk dat ik vooral een actrice ben die haar instinct volgt. Ik heb eigenlijk nooit een vooropgesteld plan, maar laat mij leiden door mijn instincten. Natuurlijk wel nadat ik alle kennis over de rol heb, maar daarna gooi ik mijzelf in een scène. Ik ben op mijn best als de scène mij overkomt, als het mij meeneemt.

En heb je daarvoor een begripvolle set nodig met mensen die je je de vrijheid geven, zoals in KAN DOOR HUID HEEN?


Dat helpt altijd wel. Ik moet namelijk een soort ontspanning creëren, een soort niets, van waaruit ik mij in het diepe kan gooien. Dus wat dat betreft ben ik geen solist die uit een verwarmde trailer de set oploopt en vanuit het niets even een scène doet en vervolgens weer terug de trailer inkruipt.

rifka lodeizen