Laplandse dwerg en Koji Wakamatsu
Met een daverend applaus bij zowel het begin als het einde van de aftiteling beloonde het Berlinalepubliek vanmiddag de Noorse competitiefilm EN GANSKE SNILL MANN (Een licht zachtaardige man). Het is een film van Hans Petter Moland met Stellan Skarsgård, die eindelijk weer eens in een royale hoofdrol is te zien. Een droogkomische drama- en misdaadfilm, geheel in lijn met het werk van de Deense regisseur Anders Thomas Jensen. Het meest lijkt EN GANSKE SNILL MANN nog op zijn FLICKERING LIGHTS (2000) waarin een aantal criminelen hun best doet om stoer te zijn maar tijdens een klus erkennen zij dat er meer is in het leven dan stoere mannenpraat. In EN GANSKE SNILL MANN komt Ulrik (Stellan Skarsgård) uit de gevangenis waar hij twaalf jaar vastzat voor moord. Zijn oude partner-in-crime eist dat Ulrik wraak neemt op de man die hem twaalf jaar geleden verlinkte. Ze kopen een pistool bij een Laplandse criminele dwerg (foto), maar Ulrik krijgt wroeging. Hij heeft het contact met zijn zoon intussen weer hervat en wil een leven opbouwen buiten de criminaliteit.
Â
De humor in EN GANSKE SNILL MANN komt vooral voort uit de personages en minder uit de teksten. Een gelijke aanpak als die van de Finse Aki Kaurismäki en bovengenoemde Anders Thomas Jensen. Bijvoorbeeld de seniore vrouw waar Ulrik tijdelijk onderdak heeft en die niet alleen hunkert naar lichamelijk contact, maar dat ook dagelijks afdwingt omdat hij er als ex-gedetineerde gratis mag wonen. De scènes waarin zij hem 's avonds eten brengt is keer op keer goed voor een bulderende lach, omdat de bejaarde vrouw zich iedere avond uitdagender kleedt in de meest a-modieuze jurkjes. Zo zijn er meerdere scènes die tegen het toneelmatige aanzitten, maar in dit absurdistische universum wonderlijk sterk werken. Juist omdat het script er echte mensen van weet te maken, die worden gespeeld door sterke acteurs.
CATERPILLAR is de nieuwe speelfilm van de Japanse veelfilmer Koji Wakamatsu (1936). Het gaat over een man die verminkt, arm- en beenloos terugkeert uit de Tweede Chinees-Japanse oorlog. De echtgenote die hij altijd heeft mishandeld moet het als oorlogsheld binnengehaalde stukje mens verzorgen als een baby, maar zij ziet haar kans schoon om de rekening te vereffenen. Inmiddels heeft regisseur Wakamatsu rond de honderd titels op zijn naam staan sinds zijn debuut uit 1963. De eerste twee jaar draaide Wakamatsu als een bezetene een twintigtal exploitatiefilms voor een Japanse studio. Zijn eerste eigen productie was THE EMBRYO HUNTS IN SECRET uit 1966, een invloedrijke voorloper uit het Japanse Pink-genre. Tussen 1966 en 1985 waren Pinkfilms in Japan een van de meest voorkomende soorten speelfilms. Kenmerken: seks, geweld, een laag budget en een korte tijds- en opnameduur. Wakamatsu wordt wel The Pink Godfather genoemd, maar hij bracht een extra dimensie aan de vaak platte sexploitatie die de Pinkfilms kenmerken.
Â
Koji Wakamatsu is de eerste die in een op Godard en zijn nouvelle vague geïnspireerde stijl seks- en geweldfilms maakte. In zijn films schiet de handheld camera heen-en-weer, horen we jazzy muziekjes en komen fotocoallages voor vol beelden uit de populaire cultuur. Maar net als alle andere worden ook in zijn films vrouwen onderdrukt, die daarop bloederig wraak nemen op hun agressors. In THE EMBRYO HUNTS IN SECRET sluit een man een vrouwelijke collega thuis op en behandelt haar letterlijk en figuurlijk als een hond; ze ligt aan een ketting en moet blaffen terwijl hij haar met een zweep afrost. The Cult Corner sprak de overigens goedlachse Japanner vandaag over zijn erotische werk uit de jaren zestig, zijn samenwerking met Nagisa Oshima tijdens het maken van het erotische meesterwerk L'EMPIRE DES SENS uit 1976, waarbij Wakamatsu een adviserende rol had. Het volledige interview zal bij de release van CATERPILLAR hier worden gepubliceerd.