Sterke vrouwen: Julie Delpy & Michelle Pfeiffer
Julie Delpy waarschuwde het publiek voorafgaande aan de wereldpremière van haar nieuwste film The Countess dat het een zeer andere film is geworden dan Two Days in Paris (2007): "This one comes from my dark side". En ze had geen ongelijk. The Countess vertelt het waargebeurde verhaal van de zeventiende eeuwse gravin Erzebet Bathory die haar ouder wordende huid weer wat frisheid en souplesse denkt terug te geven door maagdenbloed te drinken en het op haar huid te smeren. Zo hoopt ze tevergeefs om haar veel jongere ex-geliefde terug te krijgen. Naar schatting zijn er destijds zo'n 150 meisjes vermoord ten gunste van de ijdelheid van de gravin. De hoofdrol wordt vertolkt door Delpy zelf en zij wordt omgeven door een uitstekende cast van onder andere William Hurt, Daniel Bruhl en Anamaria Marinca. The Countess moet het vooral hebben van de grimmigheid en de acteurs, want een meesterlijke verhalenverteller is Delpy niet. Ook het betrekkelijk lage budget laat zijn sporen achter in de kleinschaligheid en de beperkte schaal van het vertelde. Tim Burton zal er niettemin van smullen.
Dit thema van de ouder wordende vrouw met een jonge geliefde zagen we dit jaar vaker op de Berlinale in onder andere The Reader met Kate Winslet en David Kross, Barbe Bleue van Catherine Breillat en in Chéri van Stephen Frears met Michelle Pfeiffer en Rupert Friend. In Chéri werkt Frears opnieuw samen met scriptschrijver Christopher Hampton, waarmee hij ook al Dangerous Liaisons maakte. En ook nu is het een kostuumtragedie in de Franse upperclass, maar wel 135 jaar later: Chéri speelt zich af in de Belle Epoque vol optimisme, schone schijn en vooral heel veel vileine opmerkingen. Met name Kathy Bates gaat heerlijk tekeer als moeder van de jonge geliefde van Michelle Pfeiffer, een courtisane in de nadagen van haar carrière. Chéri is een zeer vermakelijk, romantisch drama geworden over de zoektocht naar jeugd en eeuwige liefde. Vooral de beelden van cameraman Darius Khondji en de dialogen van Hampton naar het gelijknamige boek van Colette zijn ware uitblinkers in deze schets van het vroeg negentiende eeuwse tijdperk van zonde en overvloed waarin rijkdom, etiquette en modetrends belangrijker waren dan geluk of gezondheid.
La Barbe Bleue is de nieuwste tegenvaller van de Franse regisseur en professor Catherine Breillat, maakster van beruchte films als Anatomie de l'Enfer en Romance. Breillat is een filmmaakster die, niet gehinderd door het ontbreken van talent, stug films blijkt maken waarin ze steeds weer haar visie op diverse seksuele thema's geeft. Ze schokkeert zeer bewust om het publiek te dwingen om positie in te nemen. Breillat eist daarmee al tijdens de voorstelling een reflectie op de door haar aangedragen thematiek, want een boeiend of filmisch interessant verhaal vertellen is niet haar sterkste kant. Maar met La Barbe Bleue, een herschrijving van de Blauwbaard mythe, maakt ze het wel erg bont. Met een budget van een paar duizend euro heeft ze een saai en compleet overbodige film gemaakt met hulp van een clubje amateurtoneelspelers gekleed in de afgrijselijke middeleeuwse uitdossing van de plaatselijke carnavalswinkel. Niets deugt aan deze film, en Catherine Breillat is tegenwoordig zelfs het schokkeren verleerd.