Widescreen-weekend 2006

Nog eenmaal zijn in bioscoop Cinerama te Amsterdam breedbeeldfilms te zien. En niet de minste: 2001: A SPACE ODYSSEY, THERE'S NO BUSINESS LIKE SHOWBUSINESS, APOCALYPSE NOW, BARAKA, LE VOYAGE EN BALLON, BATTLE OF THE BULGE, SOUTH PACIFIC en TITANIC.

Op James Camerons romantische rampenfilm en Francis Ford Coppola's oorlogsfilm na zijn het stuk voor stuk films die oorspronkelijk zijn opgenomen in breedbeeldformaat. Vier daarvan zijn zelfs 70mm-films, waarbij het aantal millimeters de breedte van een filmbeeldje in de projector aangeeft. Ter vergelijking: de standaardafmeting is 35 millimeter. Vooral in de jaren vijftig en zestig was de breedbeeldfilm populair bij filmmakers en publiek. Het grote voordeel van een breder en gedetailleerder beeld met daarbij een hogere beeld- en geluidskwaliteit woog echter voor filmstudio's vaak niet op tegen het nadeel van de enorme kosten die aan het breedbeeldsysteem verbonden zijn.

Het leeuwendeel van de breedbeeldfilms wordt gevormd door musicals en spektakelfilms van voor de jaren zestig. De laatste veertig jaar werd het nog maar mondjesmaat gebruikt. Kenneth Branaghs HAMLET en Ron Howards FAR AND AWAY zijn twee van de weinige, min of meer recente voorbeelden van 70mm-films. Vandaag de dag zijn het vooral nog de IMAX-films, maar die zijn steevast opgeblazen vanaf het standaard 35mm-formaat. Bioscoop Cinerama projecteerde in 1965 voor het eerst een breedbeeldfilm en zal dit het aankomende weekeinde voor het laatst doen, omdat de zaal plaats zal maken voor een theatercomplex van Joop van den Ende.

Reden genoeg om nog eenmaal in die prachtige breedbeeldzaal plaats te nemen. Van de acht films die dit weekeinde zullen draaien, raadt Filmtotaal met name de vertoning van Stanley Kubricks 2001: A SPACE ODYSSEY uit 1968 aan. Deze sciencefictionmijlpaal werd weliswaar gefilmd op 70mm, maar was al snel alleen nog in 35mm-kopies te zien. Dit is dus eigenlijk de enige kans om de gerestaureerde film precies zo te zien zoals hij ooit is bedoeld. Dus met een immens, detailrijk beeld en met een zeskanaals geluidsspoor. Daarnaast is het de perfecte 70mm-film, omdat de ware kracht van deze raadselachtige film ligt in het effect op je gevoel in plaats van je verstand. En gezeten voor dat gigantische scherm zullen Kubricks pijlen je hart meer raken dan ooit tevoren.

De reis die je gedurende 138 minuten aflegt vanaf het eerste hoofdstuk getiteld The Dawn of Man tot en met de wedergeboorte in de laatste sequentie is gevuld met onwetende mensen, falende machines en vooral met prachtige beelden. Stanley Kubrick en schrijver Arthur C. Clarke wekken vele vragen op, maar beantwoorden er weinig. De spaarzame dialogen in de film - er is slechts 46 minuten gesproken woord - leggen zo goed als niets uit over het mysterie dat het hart van de film vormt: de vondst van in totaal vier zwarte, rechthoekige stenen, de zogenaamde monolieten, waarvan de eerste twee stenen een bepaalde richting in de ruimte aanwijzen en de laatste twee een bepaalde richting in de tijd.

Als verklaring voor de monoliet zei Kubrick dat volgens hem de waarheid van een object altijd zit in het voelen ervan en nooit in het denken erover. Verder liet de regisseur zich maar bitter weinig uit over de film waar hij in totaal vier jaar aan heeft gewerkt en die met name uitblinkt in setdesign en de adembenemende specialeffects. In Kubricks ruimte klinken afwisselend aanzwellende symfonieën, zwaar gehijg van astronauten en niet zelden is er geen enkel geluid te horen. Kubrick presenteert met 2001: A SPACE ODYSSEY een volledig eigen visie op de toekomst van de mens en doet daarbij geen enkele concessie aan de kijker. Tijdens de wereldpremière in 1968 liepen naar verluidt 247 mensen de zaal uit inclusief de baas van de studio, dus je bent gewaarschuwd!

De vertoning van 2001: A SPACE ODYSSEY vindt plaats op vrijdag 13 oktober om 21:30 in Filmmuseum Cinerama.

2001