Beau is Afraid

Regie: 
Ari Aster
Cast: 
Joaquin Phoenix, Amy Ryan & Parker Posey
Jaar: 
2023
Duur: 
180 minuten
Genre: 
Tragikomedie
Waardering: 
4 sterren

Na het beklemmende HEREDITARY en de folkloristische arthousehorror MIDSOMMAR kan Ari Aster wel een potje breken bij The Cult Corner. Dat doet hij dan ook met zijn derde: BEAU IS AFRAID. Geen film voor de horrorfans, wel voer voor psychologen.

In een zee van eenheidsworsten, sequels, prequels, spin-offs en formulewerkjes die uit de koker van een algoritme lijken te komen vallen oorspronkelijke stemmen extra op. Dus ja, dat Ari Aster op grond van zijn debuut al meteen tot auteur werd gekroond, is óók te danken aan wat er verder aan dertien-in-een-dozijn in de multiplexen op het doek belandt. Dus nee, hoe puik HEREDITARY ook was, het was echt niet de engste film aller tijden en bij lange na niet de eerste elevated horror-productie (zeg maar elitair griezelen). Maar het was wel een verfrissend debuut van een filmmaker die feilloos en tergend langzaam op de juiste knopjes bij het publiek weet te drukken, die spanning eindeloos kan rekken en ook nog eens de juiste acteurs weet te casten en ze fenomenale prestaties weet te ontlokken. Zie ook MIDSOMMAR en nu ook BEAU IS AFRAID. Hoewel Asters derde misschien ook het bewijs is dat de rek er een beetje uit is.

Belangrijk om te weten voordat je de film ingaat: Beau is dan wel bang, maar de kijker niet of nauwelijks. Blief je horror, dan moet je maar naar de nieuwe Blumhouse. Ari Aster is beslist geen pleaser, en laat zich ook niet in een genrehokje plaatsen. Maar onder de oppervlakte is BEAU IS AFRAID stiekem pure horror, deze Freudiaanse nachtmerrie over een getroebleerde ziel (een geweldige maar zwaar onderkoelde Joaquim Phoenix) met een moedercomplex met een hoofdletter M.

Zeker in het begin -als je de eerste twee uur het begin mag noemen- valt er veel te grinniken en genieten, als Beau van de ene absurde situatie in de andere verzeild raakt. Een poging om een flesje water te bemachtigen om medicijnen door te slikken wordt een queeste waar Jeroen Bosch nog een puntje aan kan zuigen, een afgedwongen logeerpartij bij een liefdevol surrogaatgezin is Misery als niet Stephen King, maar Charlie Kaufman hem had geschreven. Als kijker weet je nooit wat Aster nu weer voor je in petto heeft. Dat is ontregelend, geestig en verontrustend tegelijkertijd, maar ook wat vermoeiend.

Het is geweldig om als passagier een roadtrip te maken met een filmmaker die niet aan veiligheidsgordels doet. De keerzijde is dat je met alle remmen los ook uit de bocht kunt vliegen. Dat doet BEAU dan ook. In het laatste uur komt het verhaal sputterend tot stilstand, maar wát een trip heb je dan al achter de rug. En dan verklappen we nog niet wat het bizarre monstergedrocht is wat moederlief op zolder verstopte - dat zou lullig zijn.

Gek, te gek, bij vlagen geniaal en geestig en voor het grootse deel geslaagd. We zijn voor minder naar de bioscoop gegaan. En dat is wel dé plek waar je BEAU IS AFRAID moet zien. Straks, thuis op een streamer of de laptop maakt deze schurende film geen schijn van kans. Gewoon nu gaan dus, en neem de paar miskleunen die Aster maakt gewoon voor lief. Na afloop heb je genoeg stof om over te praten, met je filmgenoot, je moeder of je psycholoog.

 

 

Beau is Afraid