Dunkirk

Regie: 
Christopher Nolan
Cast: 
Fionn Whitehead, Mark Rylance & Cillian Murphy
Jaar: 
2017
Duur: 
106 minuten
Genre: 
Oorlog
Waardering: 
2,5 ster

De eerste twintig minuten van Christopher Nolans WO2-thriller DUNKIRK zijn misschien wel het hoogtepunt van zijn oeuvre. We volgen soldaat Tommy (Fionn Whitehead), die in het door Duitsers omsingelde Duinkerke zit. Eerst vlucht hij uit de stad naar het strand, vervolgens probeert hij een plek te bemachtigen op één van de evacuatieschepen. Nolan vermijdt zijn grootste zwakte, dialoog: er wordt nauwelijks gesproken. Hoeft ook niet. We weten meteen alles wat we moeten weten over Tommy, namelijk dat hij moet overleven en dat de kans daarop klein is. De Duitse soldaten die hem beschieten, hoeven we niet te zien (ze komen trouwens de hele film niet in beeld); ze werken beter als onzichtbare, constant aanwezige dreiging. Informatie over Tommy's leven thuis hebben we ook niet nodig; dat hij vlucht voor een beruchte vijand is genoeg om met hem mee te leven. Nolan excelleert hier door een eenvoudig concept uit te werken met vakmanschap en bravoure.

Dat ijzersterke begin geeft hoop, maar daarna zakt de film al snel in. Eigenlijk zodra men begint te praten: de eerste lange dialoogscène, waarin de wanhopige situatie van de geallieerden uitgelegd wordt door officier Kenneth Branagh, is het soort gortdroge informatie-overdracht waarbij je alleen oplet omdat je weet dat je anders misschien de plot niet snapt. Naast expositie bestaan Nolans dialogen uit clichés en platitudes (Branagh die een vloot schepen aan ziet komen, gevraagd wordt wat hij ziet, en antwoordt: “Home”).

DUNKIRK vertelt over de evacuatie van Duinkerke vanuit drie perspectieven: land, zee en lucht. Het verhaal op het land speelt zich af over een week; op zee zien we een dag; in de lucht een uur. De drie plotlijnen zijn met elkaar versneden en komen pas aan het einde samen. Dus: opletten geblazen. Iets soortgelijks deed Nolan met zijn doorbraakfilm MEMENTO, waarin de omgegooide chronologie ervoor zorgde dat we beter konden identificeren met de aan geheugenverlies leidende protagonist. Een dergelijke functie is in DUNKIRK afwezig. Nolan houdt ervan zijn publiek uit te dagen het hoofd erbij te houden, maar zijn puzzels zijn vaak niet meer dan dat: puzzels. Geen onoplosbare raadsels of écht moeilijke vraagstukken, maar brainteasers die je de indruk moeten geven dat je een intelligente film hebt gekeken. Nu heb ik niets tegen plots waarbij je op moet blijven letten, maar ik verlang dan wel een goede reden. Nolan geeft geen thematische rechtvaardiging voor zijn onconventionele vertelstructuur, noch zijn de personages boeiend genoeg om hun verhalen te willen volgen.

Tommy belandt in een tamelijk clichématige actiethriller met een paar archetypische soldaten. Tom Hardy krijgt als RAF-piloot bijzonder weinig te doen. Het meest menselijke plot is voor een vader (Mark Rylance) en zijn twee zoons (Barry Keoghan en Tom Glynn-Carney), die op een plezierjacht meedoen met de strijd en een soldaat (Cillian Murphy) uit het water redden. Dit subplot bevat de beste dialogen uit de film (mijn favoriete woordenwisseling begint met de zin 'be careful with him'), en potentieel interessante personages. Helaas leren we gedurende hun verhaal niets verrassends over hun motivaties. In een oorlog leer je mensen écht kennen, wordt gezegd. Alle mensen in DUNKIRK kennen we vanaf hun eerste scène al net zo goed als aan het einde.

Stilistisch hoort de film tot het beste werk van Nolan. De vliegende shots van de zee zijn vaak overweldigend, maar ook close-ups van gezichten, belicht en gefilmd met veel aandacht voor textuur, krijgen dankzij DOP Hoyte van Hoytema een grootse uitstraling. Montage blijft een probleem voor Nolan: veel shots zijn op zichzelf spectaculair, maar lijken willekeurig achter elkaar geplakt, waardoor ze geen spannende scènes vormen. De dwingende muziek van Hans Zimmer probeert aan te zetten tot nagelbijten, maar wanneer op het scherm niets boeiends gebeurt wordt dat al gauw irritant en opdringerig – zeker omdat Zimmers score veel te hard in de mix staat.

Maar goed, het ziet er dus wel mooi uit. In Nederland heeft het bioscooppubliek drie opties: 'gewoon' digitaal, IMAX of 70mm (alleen in EYE). 'Gewoon' moet sowieso afvallen. Helaas voor de celluloidliefhebbers wordt de combinatie IMAX en 70mm niet geboden, dus moet gekozen worden. En dan gaat de voorkeur toch echt naar IMAX: hoewel Nolan erop staat op film te draaien, is er weinig aan zijn esthetiek dat meer bij die werkwijze past dan bij digitaal.

Je kunt op het moment van publicatie een oorlogsfilm in de bioscoop zien met meer spanning, tragiek en intelligentie dan DUNKIRK, en vooral meer menselijkheid: WAR FOR THE PLANET OF THE APES.

 

 

Dunkirk