Ben-Hur
Er zijn in de zomer van 2016 slechtere films te zien dan BEN-HUR, maar geen saaiere. In de vijfde verfilming van Lew Wallace' roman zien we opnieuw hoe de joodse prins Judah Ben-Hur (Jack Huston) veroordeeld wordt tot een leven van slavernij door zijn voormalige vriend, de Romeinse tribuun Messala Severus (Toby Kebell). Ben-Hur zint op wraak. Tegelijkertijd zorgt de groeiende invloed van Jezus (Rodrigo Santoro) voor onrust onder de Romeinen.
Het merendeel van BEN-HUR is een televisiefilm die naar de bioscoop is ontsnapt. Regisseur Timur Bekmambetov toonde in de vampierfilm NIGHT WATCH (2004) en over-de-top-actiefilm WANTED (2008) enige stilistische flair, maar maakt deze 'serieuzere' materie gortdroog en levenloos. De enige visueel opvallende elementen zijn de talrijke match-cuts. Een montagetechniek die altijd symboliek suggereert, ook als die er niet is.
Verder houdt Bekmambetov zich keurig aan de regels van het sandalengenre. In zijn weergave van het Romeinse rijk gebruikt hij dezelfde clichés als nagenoeg al zijn voorgangers. Merkwaardig toch: niemand weet precies hoe de wereld er tweeduizend jaar geleden uitzag, maar alle films die zich in die periode afspelen hebben hetzelfde uiterlijk. De kleding van de armen is bruin of grijs, die van de rijken dieprood, net zoals de doeken die ze ophangen in hun vertrekken. De rest van de wereld is geel. Alle gebouwen zijn oud en enigszins vervallen, met kale stenen muren, omdat we ze anders niet als Romeins zouden herkennen.
De dialogen zijn uitleggerig, maar slecht in uitleggen, want ze doen er lang over. Het maakt de personages volstrekt vergeetbaar. Dat hele conflict tussen Ben-Hur en Messala intrigeert niet, omdat geen van beiden ooit iets interessants zegt.
De film komt het meest tot leven tijdens twee grote actierijke set pieces. Ten eerste een zeeslag, vanuit het perspectief van roeiende galleislaven, waaronder Ben-Hur. Mooi concept, matig uitgevoerd. Wat die slaven zien vanuit het ruim is vooral veel lelijke CGI. Ten tweede de beroemde wagenrace, het klapstuk van iedere Ben-Hur-verfilming. Veel filmliefhebbers kennen William Wylers versie uit 1959, maar die uit 1925 is ook behoorlijk spectaculair. Het is misschien oneerlijk om van een film uit 2016 hetzelfde effect te verwachten. Vroeger moest je al die stunts écht doen. Dat Bekmambetov digitale effecten kan gebruiken, geeft hem een voorsprong wat betreft gemak – maar dat zijn voorgangers géén toegang hadden tot die trukendoos, geeft hén een voorsprong wat betreft spektakel. Wat is indrukwekkender: iemand die een marathon rent, of iemand die tegelijk over de finish komt in een auto?
Wat natuurlijk niet wil zeggen dat er tegenwoordig geen goede actiescènes meer gemaakt worden. Regisseurs moet alleen wat creatiever zijn, willen ze ons omver blazen. Bekmambetov is dat niet. Zijn wagenrace is een degelijke actiescène met een aantal mooie vondsten, die te lijden hebben onder de weinig overtuigende effecten. Enkele visuele verwijzingen naar Wylers versie herinneren ons enkel aan de superioriteit van die scène.
De enige vernieuwing die deze BEN-HUR biedt, is een bruine Jezus, in de vorm van de Brazilliaanse acteur Rodrigo Santoro. Verfrissend eindelijk eens een Hollywoodmessias met de juiste huidskleur te zien – jammer dat zijn rol zo irrelevant is. Jezus blijft Ben-Hur maar tegen het lijf lopen, en vertelt hem het een en ander over liefde en vergeving. In het boek zijn deze momenten vormend voor de prins: zijn bekering is de reden dat hij uiteindelijk afziet van wraak. Maar deze Ben-Hur zou ook zonder Jezus' adviezen wel tot een vredelievende conclusie zijn gekomen. Knip de Jezus-scènes eruit, en er verandert weinig. De film wordt dan wel een stuk minder prekerig.
Trivia: dit is de tweede film waarin Toby Kebell een schurk speelt die aan het begin bevriend is met de hoofdpersoon, maar door een ideologisch meningsverschil de vijand wordt. De eerste was DAWN OF THE PLANET OF THE APES (2014).