Howl
Het moet een hele belevenis zijn geweest, de eerste keer dat Allen Ginsberg zijn gedicht Howl voordroeg op 7 oktober 1955 in de beatnik verzamelplaats Six Gallery in San Francisco. Ondanks zijn afkomst als zoon van een dichter, had de toen 29-jarige Ginsberg nog nooit een serieuze voordracht gehouden, laat staan iets gepubliceerd. Toch werd die avond er een van mythologische proporties: de aanwezige Jack Kerouac noemde het een ‘mad night' waarin de beat generation aan de wereld werd geïntroduceerd. Uitgever Lawrence Ferlinghetti was zo onder de indruk dat hij de jonge dichter een aanbod deed om diens gedicht te publiceren in de City Lights Pocket Poets-serie.
Met HOWL vertellen regisseurs Rob Epstein en Jeffery Friedman het verhaal van dit gedicht. Over de omstandigheden waaronder het tot stand kwam, de avond van haar voordracht en vooral de controversiële nasleep die de publicatie met zich meebracht. Want Howl ademt seksuele vrijheid, iets dat in het door een burgerlijke zedenmoraal beheerst Amerika van de jaren 50 als schunnig en provocerend werd ervaren. Die verontwaardiging leidde tot een al even roemruchte rechtszaak waarin uitgever Ferlinghetti zich moest verantwoorden voor het handelen in zogenoemd obsceen materiaal. Deze rechtszaak blijkt een uitstekend uitgangpunt om het verhaal van Howl te vertellen en tevens belangrijke aspecten van Ginsbergs leven te belichten.
Wie bekend is met eerder het werk van de filmmakers, zal het niet verbazen dat Ginsbergs homoseksuele geaardheid een belangrijk thema is. Rob Epstein won de Oscar voor beste documentaire in 1985 voor THE TIMES OF HARVEY MILK over Harvey Milk, de eerste openlijk homoseksuele stadsbestuurder van San Francisco en als duo leverden Epstein en Friedman in 1995 THE CELLULOID CLOSET af, een studie naar hoe Hollywood door de jaren heen met het thema homoseksualiteit is omgegaan. Ook in HOWL nemen ze andermaal de burgermoraal onder de loep, zij het dit keer voor het eerst in speelfilmvorm. Daarbij valt vooral hoofdrolspeler James Franco op, die Allen Ginsberg neerzet als een man met een charmant voorkomen maar ook een onzekere kern. Zoals eerder in 127 HOURS vergt ook deze rol dat Franco bijna de gehele film in beeld is, maar geen enkel moment krijg je het gevoel naar een acteur te kijken. Wederom een overtuigende acteerprestatie.
De vraag rijst echter: waarom dit verhaal vertellen? De urgentie zo tekenend voor Ginsbergs hartenkreet en ook Epstein en Friedmans eerdere projecten lijkt een beetje te ontbreken. Het swingt en danst, compleet met sfeervolle zwart-wit beelden, broeierige jazz en poëtische animaties, maar echt indrukwekkend wordt het niet. Hebben Epstein en Friedman een zelfde meesterwerk afgeleverd zoals Allen Ginsberg destijds met Howl ? Dat niet, maar wel een aanstekelijke film die een beetje invoelbaar maakt met welk levensgevoel Ginsberg zijn hartenkreet op papier kreeg.