Honour of the Dragon
Wat hebben we er lang op moeten wachten. Sinds de Thaise première in augustus 2005 werd de internationale release van HONOUR OF THE DRAGON steeds opnieuw uitgesteld. Misschien heeft dat aan de titel en de lengte van de film gelegen, want over beide aspecten zijn door distributeurs lange discussies gevoerd. In Thailand werd de film uitgebracht als Tom yum goong, de naam van een Thaise soep, maar omdat die titel te onduidelijk zou zijn en er geen consensus bestond over een betere naam, werd de film uitgebracht onder uiteenlopende titels zoals THE PROTECTOR, WARRIOR KING en ONG-BAK 2. Ook over de lengte is men niet tot overeenstemming gekomen, zodat in de Verenigde Staten een verkorte versie van slechts anderhalf uur te zien is, terwijl de film in Nederland de volle 108 minuten behoudt. Gelukkig wordt het wachten ruim beloond, want in HONOUR OF THE DRAGON is Tony Jaa wederom in bloedvorm.
De dertigjarige Tony Jaa begon pas in 1997 als stuntman en is sindsdien overal uitgeroepen tot dé nieuwe belofte van de martialartsfilm. Zo wordt Jaa nu al genoemd in het rijtje Bruce Lee, Jackie Chan en Jet Li, al zal de toekomst uit moeten wijzen of de aimabele Thai dat waar zal kunnen maken. Tot nog toe heeft hij pas enkele titels op zijn naam staan, waarvan ONG-BAK: MUAY THAI WARRIOR veruit de belangrijkste is. Daar liet hij de wereld voor het eerst echt kennis maken met zijn kunsten en dat zijn er nog al wat: al in de eerste paar scènes zien we hem zonder enige trucages enorm gecompliceerde trappen uitdelen en met gestrekte benen door een heuse autoband springen om uiteindelijk een gestolen Boeddhabeeld terug te krijgen.
In HONOUR OF THE DRAGON overtreft Tony Jaa zijn vorige prestaties met gemak. Hij zet zich in de rol van de eenvoudige dorpeling Kham voor de volle honderd procent in om een gestolen babyolifant terug te brengen naar zijn dorp. En de klok tikt, want als hij niet op tijd is, komt het olifantje op het menu te staan van een illegaal restaurant met beschermde dieren als specialiteit. Wat volgt is een met humor doorspekte achtervolging vol fantastische gevechten waarin Jaa de ene na de andere tegenstander aftroeft met zijn onnavolgbare Muay Thai vechttechniek. Want hoe vreedzaam de Thai in de regel ook mogen zijn, als je het in je stomme kop haalt om aan hun olifant te zitten, dan is het foute boel.
Als na anderhalf uur het gebrek aan plot en ontwikkeling de film parten dreigt te gaan spelen, verschijnt daar ineens het reusachtige worstelzwaargewicht Nathan Jones, zonder twijfel een van de meest onoverwinnelijk schijnende tegenstanders die je ooit eerder in een martialartsfilm zag. Twee jaar geleden was deze Jones, als worstelaar bekend onder de veelzeggende namen Megaman en Colossus, overigens al te zien als tegenstander van Brad Pitt in Troy van Wolfgang Petersen. Tegenover Jaa wordt het een gedenkwaardigere strijd, want al is het nieuwigheidje van de bijna onnavolgbare acties van Tony Jaa er na ONG-BAK misschien af, regisseur Pinkaew levert met HONOUR OF THE DRAGON weer een uiterst vermakelijke film af waarin het talent van Tony Jaa de grootste attractie is.