Kill List

Regie: 
Ben Wheatley
Cast: 
Neil Maskell, Harry Simpson & MyAnna Buring
Jaar: 
2011
Duur: 
95 minuten
Genre: 
Cult
Waardering: 
4,5 ster

KILL LIST wordt wegens het harde geweld door sommige critici een sadistische film genoemd. Het kijken ernaar is echter geen sadistische, maar een masochistische ervaring- in de beste zin van het woord. De kijker die bereid is mee te gaan op de reis waarvoor regisseur Ben Wheatley ons uitnodigt, ondergaat met bewondering zijn aanval op de zintuigen en de hersens.

Wheatley doet niet aan duidelijkheid en ondermijnt publieksverwachtingen: zijn huurmoordenaarshorrorfilm begint als relatiedrama. Echtpaar Jay (Neil Maskell) en Shel (MyAnna Buring) ruziet over geldproblemen, waardoor hun etentje met vrienden Sam (Harry Simpson) en Fiona (Emma Fryer) een pijnlijke aangelegenheid wordt. Het naturelle spel en de deels geïmproviseerde dialogen geven de indruk van een kitchen sink Mike Leigh-film. Alleen de bedrukkende, minimalistische soundtrack suggereert dat er méér mis is dan de huwelijkssores aan de oppervlakte.

Gezien de titel van de film is het geen grote verrassing dat Jay en Sam huurmoordenaars zijn. De aard van de opdracht waaraan ze hun handen vuil maken, zullen we echter niet verklappen. Maar laat het duidelijk zijn: dit geen gewone hitman-thriller.

Wheatley blijft ver van de romantisering van het beroep, die we in veel huurmoordenaarsfilms zien. Hij toont het werk in al zijn pijnlijke, rauwe hardheid. Toch zijn Sam en Jay bij lange na niet de meest angstaanjagende figuren in KILL LIST. Hun daden zijn immoreel, maar rationeel te duiden. Ze maken mensen dood, en daar krijgen ze geld voor: dat snappen we. Hun antagonisten daarentegen -wiens identiteit we verborgen zullen houden- zijn actief op een geheel ander niveau. Hun handelingen lijken niet gericht op het verkrijgen van een fysiek resultaat, en zijn grotendeels onbegrijpelijk. En daarmee verontrustender dan we in dit genre gewend zijn.

KILL LIST gaat niet in de eerste plaats om de fysieke horror of het harde geweld, maar om de intellectuele gruwel: de vraag waarom er gebeurt wat er gebeurt, is vele malen angstaanjagender dan een hamerslag op een schedel.

Dat Wheatley weigert een eenduidig antwoord op deze vraag te geven, kan frustratie opwekken, maar ook het verlangen om de film te herkijken: met voorkennis van het verhaal vallen details op die bij de eerste kijkbeurt van weinig belang leken. Meer puzzelstukjes vallen op hun plaats, en hoewel complete narratieve helderheid buiten bereik blijft, borrelen er vanzelf interpretaties op. Misschien is dat een verdedigingsmechanisme: om te ontsnappen aan de akelige duisternis waarin de film ons achterlaat, bedenken we mogelijke verklaringen voor dat we zojuist zagen.

Verdediging is echter futiel: KILL LIST slokt haar kijker genadeloos op, en laat haar beklemmende sfeer nog lang na de aftiteling hangen. Dat is alleen maar goed: de kijker is ten slotte per definitie masochistisch.

 

kill-list