Avatar: The Way of Water
Van uitstel komt geen afstel, als je James Cameron heet. Aan het veelvuldig uitgestelde en sowieso rijkelijke late vervolg op zijn fenomenale filmhit AVATAR bungelt mede daardoor een astronomisch prijskaartje. Dat is goed voor betere effecten en nog betere 3D, maar al die jaren lijken eerder te zijn opgesoupeerd door de afdeling techniek dan door het scenarioteam.
Een van de eigenaardigheden van de eerste AVATAR was dat de film die de meest opbrengende film aller tijden werd, en daarmee Camerons eigen TITANIC naar de tweede plek verdreef, wereldwijd volle zalen trok én eigenhandig de 3D-golf lanceerde, maar ook een grote dosis onvervalste filmhaat ten deel viel. De buitenaardse wezens uit de lichtgevende jungle van Pandora werden voor smurfen uitgemaakt, de regisseur voor klimaatdrammer en het verhaal zou een copy-paste zijn van de eco-kindertekenfilm FERNGULLY. Of dat een king of the world als James Cameron aan het twijfelen brengt? Uiterst onwaarschijnlijk. En mocht hij een traan om al die kritiek hebben gelaten, dan was het een gevalletje van crying all the way to the bank. Want dat zouden wij in ieder geval doen met meer dan $2,9 miljard in het kassalaatje.
AVATAR 2 is een remake, update en vervolg ineen: het magere verhaal uit het origineel wordt nog eens dunnetjes overgedaan -opgerekt tot een epische drie uur maakt het nog dunner- maar dan met veel vettere visuals. De openingsscènes zijn een masterclassje 3D, waarin Cameron aan al die fletse na-apers die de 3D-hype als een kaarsje lieten uitdoven, demonstreert hoe sensationeel de techniek in handen van een echte meester is. Dat de techniek niet stil heeft gestaan, is ook te zien aan de CGI, de motion capture en aan de opgeschroefde framerate, want de film switcht continue tussen 24 en 48 beeldjes per seconde. Meer beeldjes per seconde was allesbehalve een onverdeeld genoegen bij de HOBBIT-films en letterlijk niet om aan te zien in Will Smiths GEMINI MAN. In AVATAR: THE WAY OF WATER is het resultaat... minder afleidend.
AVATAR 2 is in alle opzichten meer. Meer van hetzelfde, meer personages -het blauwe liefdeskoppel uit deel 1 kreeg flink gezinsuitbreiding- en méér spektakel. En meer water, want het woud uit het origineel is nu een oceaan. De onderwaterscènes zijn een lust voor het oog, maar duikfanaat Cameron legt wel het verhaal helemaal stil om de kijker te trakteren op de buitenaardse versie van Blue Planet. Wat ook niet enorm helpt, is dat je voor een groot gedeelte van de tijd zit te kijken naar de capriolen van een stel pubers. Dat ze toevallig blauw zijn, maakt ze niet minder irritant.
Pas in het laatste uur gaat de rem ervan af, met een zinderende walvisjacht als openingssalvo gevolgd door een daverende remix van Camerons greatest hits, van THE ABYSS tot TITANIC. Het is niet zozeer recycling als upcycling, want in het bombastische actiespektakel toont Cameron zich als actieveteraan in zijn element. Mooi om te zien, maar ook vermoeiend. Drie uur en tien minuten is gewoon erg lang. Maar helaas niet lang genoeg om aan die high frame rate te wennen.