Arrietty
In de jaren 60 ontmoeten de tekenaars Isao Takahata en Hayao Miyazaki elkaar in Tokyo, waar ze allebei als animator werken voor het in tv-series gespecialiseerde productiebedrijf Tōei Dōga. Aangewakkerd door de destijds heersende socialistische denkbeelden en hun gedeelde onvrede over het gebrek aan artistieke vrijheid, besluiten de twee een eigen animatiestudio te beginnen; los van het gevestigde Japanse studiosysteem, waar ze persoonlijke films kunnen maken en waar werknemers de mogelijkheid krijgen hun talenten te ontplooien.
Na verschillende pogingen bereikt het plan tenslotte zijn volle wasdom in de jaren 80 met de oprichting van studio Ghibli. Een broedplaats voor talentvolle animators en de perfecte omgeving voor Takahata en Miyazaki om hun eigenzinnige, poëtische animatiefilms te produceren. Takahata ontpopt zich daarbij vooral als een meester in realisme, constant op zoek naar nieuwe manieren om de werkelijkheid weer te geven, zoals blijkt uit zijn wereldwijd bejubelde oorlogsdrama GRAVE OF THE FIREFLIES (1988) en het buiten Japan minder bekende ONLY YESTERDAY (1991). Miyazaki's werk wordt daarentegen gekenmerkt door een rijke verbeelding en het talent om wonderschone fantasiewerelden tot leven te wekken, bijvoorbeeld in MY NEIGHBOUR TOTORO (1988), PRINCES MONONOKO (1997) en SPIRITED AWAY (2001).
Naast deze films wordt ook aan verschillende protegés een kans geboden. Dit resulteerde tot op heden in een aantal goedverzorgde animatiefilms, zoals WHISPER OF THE HEART (1995) en THE CAT RETURNS (2002), maar nog niet in meesterwerken met een duidelijk persoonlijke visie. Ook Ghibli's nieuwste project ARRIETTY van nieuwkomer Hiromasa Yonebayashi is dit niet geworden, maar is desondanks een solide regiedebuut. De film, gebaseerd op Mary Nortons jaren 50 kinderboekenreeks The Borrowers, vertelt over het pubermeisje Arrietty, een lener. Leners zijn minuscule mensjes die zich in de kruipruimtes van huizen schuilhouden en er ‘s nachts op uit gaan om spullen te ‘lenen', zoals klontjes suiker, knopen of lucifers. Daarbij moet vooral de kat de huizes gevreesd worden, maar ook dienen leners zich zo ver mogelijk bij gewone mensen uit de buurt te houden: zodra ze ontdekt worden, wordt meestal direct de ongedierteverdelging gebeld en moet een lenersfamilie zo snel mogelijk zien te verhuizen.
Arrietty woont met haar beschermende ouders comfortabel onder het huis van twee oudere dames in een buitenwijk van Tokyo. Ze respecteert de familietraditie om alleen naar buiten te gaan wanneer dat echt noodzakelijk is, maar ze heeft ook een vrije geest en wil vooral de wereld ontdekken. Wanneer de tiener Sho bij zijn oude tantes komt logeren, wordt Arrietty door haar nieuwsgierigheid echter te onvoorzichtig en merkt Sho haar op. Hij verraadt haar niet en zo ontstaat een geheime vriendschap tussen de grote Sho en de kleine Arrietty. Maar kan deze wel standhouden? Een van de tantes begint argwaan te krijgen rond Sho's vreemde gedrag en ook Arrietty moet zich in vele bochten wringen om haar ouders niets te laten vermoeden.
Visueel gezien combineert regisseur Hiromasa Yonebayashi, die sinds 1996 als animator aan de studio verbonden is, de stijlen van zijn leermeesters: het realisme van Takahata met Miyazaki's verbeeldingskracht. Het levert weer wonderschone animaties op, maar de debutant weet er nog geen eigen draai aan te geven - ARRIETTY is met vakmanschap getekend, maar zo fenomenaal als de meesters is het nog niet. De film blijft daarnaast teveel wel aan de vlakte wat betreft haar personages: vooral Arrietty en Sho missen emotionele diepte en hun geheime vriendschap wordt dan ook nergens meeslepend. Hierdoor is ARRIETTY dan wel geen Ghiblimeesterwerk geworden, dankzij zijn vakmanschap levert Yonebayashi alsnog een geslaagd regiedebuut af.