Tirza
Nadat de sullige vijftiger Jörgen Hofmeester (Gijs Scholten van Aschat) overtallig is verklaard op de uitgeverij waar hij al zijn hele leven werkt, besluit hij zijn dagen te slijten op het vliegveld. Levensmoe en gescheiden na een liefdeloos huwelijk. Met een dochter in het buitenland en de jongste net afgestudeerd, heeft Hofmeester nog maar weinig om voor thuis te komen. Liever kijkt hij naar het geluk van andere mensen, die elkaar om de hals vliegen op Schiphol. Het afstudeerfeest van dochter Tirza (Sylvia Hoeks) grijpt hij dan ook met beide handen aan om zich nog eenmaal -volstrekt onterecht- nuttig te voelen. Vol overgave imponeert Hofmeester de jonge geesten met zijn kennis over kunst en literatuur, serveert hij zijn beroemde sardientjes, dringt zijn ongezouten mening op, laat zich ongenegeerd vollopen en maakt hij zichzelf belachelijk.
Enkele dagen na het feest vertrekt Tirza met haar vriendje Choukri naar Namibië. Het vooruitzicht alleen achter te blijven terwijl zijn zijn oogappel ver weg is met een jongen die hem doet denken aan Mohammed Atta, zint Hofmeester niets. Als hij twee weken niets meer van Tirza hoort en zijn valse ex-echtgenote (Johanna ter Steege) ook nog eens aandacht komt vragen, reist Hofmeester zijn dochter achterna. In Namibië aangekomen neemt hij de negenjarige kindprostituee Kaisa met zich mee op zoek naar Tirza. Daar, in het verre Afrika komen herinneringen aan zijn huwelijk en Tirza naar boven. Kaisa verstaat toch niets, dus Hofmeester kletst en raaskalt maar door.
Arnon Grunberg vertelde zijn bestseller TIRZA volledig vanuit het oogpunt van Hofmeester en nam ruim de tijd voor de beschrijving van het afstudeerfeest van Tirza. In lange gedachtenspinsels schetste Grunberg zijn Jörgen Hofmeester als een humeurige, onzekere en op de rand van waanzin verkerende middelbare loser, die langzaam maar onomkeerbaar al zijn zekerheden kwijtraakt. Pas in het laatste gedeelte van de roman laat Grunberg Hofmeester naar Namibië reizen om zijn dochter te zoeken. Regisseur Rudolf van den Berg (BASTILLE, DE AVONDEN) laat in zijn film deze structuur los. In het door hemzelf geschreven script presenteert Van den Berg zijn verhaal minder subjectief en laat zijn hoofdpersonage al snel naar Namibië vertrekken, van waaruit hij in terugblikken het mislukte leven van Hofmeester uit de doeken doet.
Door deze keuze leren we ons hoofdpersonage via vele flashbacks kennen door wat hij zegt en doet, en niet door hoe hij denkt. TIRZA rust daarmee volledig op de schouders van Gijs Scholten van Aschat, die er met een scala aan opgeroepen emoties goddank een rijk en volledig geslaagd personage van weet te maken. Maar dat is niet genoeg voor een geslaagde speelfilm. De te gedoseerde, schoolse manier van vertellen in flashbacks werkt minder. Gepositioneerd in dezelfde positie als Kaisa zijn we afstandelijke toehoorders van Hofmeesters leven in een te belegen vertelling die weinig adembenemend afstevent op het wat afgeraffelde slot, dat niets van de schok van de roman teweegbrengt. De 30e editie van het Nederlands Film Festival opende met TIRZA, ook uitverkoren tot Nederlandse inzending voor de Oscars. De gedegen vertelde zevende speelfilm van Rudolf van den Berg zal de Amerikanen vast bekoren, al zal de zwartgallige slotscène hen vermoedelijk in het verkeerde keelgat schieten.