Joy
Na de indrukwekkende en prijswinnende films BLUEBIRD en HET ZUSJE VAN KATIA rondt regisseuse Mijke de Jong met het tegenvallende JOY haar trilogie af over opgroeiende meisjes. Het resultaat zijn drie portretten van drie wilskrachtige meiden. In verschillende fasen van hun puberteit en vanuit diverse achtergronden, maar alle drie meisjes die moeten opboksen tegen allerhande krachten in hun omgeving. In BLUEBIRD wordt Merel gepest door haar klasgenoten terwijl ze thuis zorg draagt voor haar zwaar gehandicapte broertje, in HET ZUSJE VAN KATIA verliest Lucia zowel haar moeder als haar zus aan het harde leven van de prostitutie en in haar nieuwste volgen we Joy, die als pasgeboren baby te vondeling is gelegd en opgroeide in kindertehuizen. JOY toont de pogingen van de achttienjarige Joy om contact te zoeken met haar eigen biologische moeder om zo haar verloren jeugd terug te halen. In tegenstelling tot de trefzeker geregisseerde eerste twee delen van de trilogie leidt JOY aan een wat geforceerde combinatie van een soms opzichtig registrerende, dicht op de huid gefilmde stijl en toneelmatige dialoogscènes die Joys karakter te dik aanzetten.
JOY gaat verder dan BLUEBIRD en HET ZUSJE VAN KATIA. Dit is een meisje met écht diepe wonden. Joy is stuurs, om niet te zeggen onhandelbaar. Op haar gezicht zijn de sporen van een weinig zorgeloze jeugd duidelijk af te lezen. Ook haar confronterende blik en haar onhandig hoekige gedrag verraden dat Joy zich door haar jaren in kindertehuizen, pleeggezinnen en jeugdzorginstellingen steeds meer achter een pantser is gaan verschuilen; hoe dikker het schild, hoe minder haar raakt. Joy werkt onder haar niveau in een spoelkeuken en klooit wat aan met haar vriend (Dragan Bakema). Pas wanneer Joys hoogzwangere beste vriendin Denise (een heerlijke rol van nieuwkomer Coosje Smid) zich als aanstaande moeder onverantwoordelijk blijft gedragen, besluit Joy haar leven een nieuwe draai te geven. Ze vraagt de adresgegevens op van haar biologische moeder, bespiedt haar vanaf een afstandje en begint te dromen van een liefdevol en evenwichtig leven. Zo breekt Joy met deze beslissing eigenhandig door haar pantser heen.
Gaandeweg krijgen we gelukkig wat toeneiging tot Joys onsympathieke personage, dat debutante Samira Maas wisselend overtuigend neerzet. In de meer registrerende scènes weet Maas het tegendraadse, in zichzelf gekeerde karakter van Joy duidelijk over te brengen, maar in dialoogscènes komt ze nog tekort. Het geforceerde, weinig verrassende script van Helena van der Meulen speelt JOY in combinatie met de zo opzichtig naar realisme hengelende draaistijl echter vooral parten. Juist in de meer complexe scènes, waaronder die met Joys karikaturaal neergezette vriend en de confrontaties op de jeugdzorginstelling, verliest JOY het realisme dat dit portret zijn bestaansrecht moet geven. Vergelijkingen met het vorig jaar uitgekomen thematisch zeer overeenkomstige FISH TANK van Andrea Arnold vallen dan ten nadele uit van JOY, dat het minste deel van de trilogie van Mijke de Jong is geworden.