Onder Ons
In het openingsshot van ONDER ONS ligt de structuur besloten van dit langespeelfilmdebuut van Marco van Geffen, scenarist van DE PRESIDENT en HET SCHNITZELPARADIJS. De camera toont in het lang aanhoudende shot allereerst de lucht en de wolken, waarna het zich langzaam naar beneden richt, naar een slootje met kalm stromend water. Het shot staat symbool voor de wijze waarop scenaristen Van Geffen en Jolein Laarman hun verhaal opbouwen: ze schetsen eerst de contouren van een situatie en laten het aan de kijker om de elementen zelf in te vullen, zoals je in een wolkenpartij altijd je eigen figuren ontwaart, waarna het script inzoomt op de oppervlakte en de schets zelf begint in te kleuren.
Het draait in ONDER ONS om de Poolse au pair Ewa (Dagmara Bak) die intrekt bij een gezin om voor de jonge Stijn te zorgen tijdens de laatste weken van de zwangerschap van moeder Ilse (Rifka Lodeizen). Hoewel de kleurloze en extreem zwijgzame Ewa goed zorgt voor Stijn, voelt Ilse zich vanaf de allereerste dag niet op haar gemak bij de au pair: "Ze is lief, netjes en Stijn vindt haar leuk, maar het is net of ze mij steeds in de gaten houdt," klaagt ze tegen echtgenoot Peter (Guy Clemens). Botsingen blijven niet uit en de sfeer wordt al snel grimmig in de Vinexwijk. Ook de stroeve vriendschap met de joviale au pair Aga (Natalia Rybicka) stelt Ewa in een steeds kwader daglicht. Als er op de radio en televisie te pas en te onpas over een seriemoordenaar wordt bericht, lijken de kansen verkeken op een happy end.
De film is opgedeeld in drie hoofdstukken, getiteld ‘Peter en Ilse', ‘Aga' en tenslotte ‘Ewa', waarin we drie maal dezelfde periode uit het verblijf van Ewa vanuit een ander perspectief zien. Op deze manier krijgen we drie versies van de werkelijkheid gepresenteerd. Grootste troef kan daarbij zijn dat de kijker naar gelang hij meer te weten komt, de puzzel langzaam en met vallen en opstaan, zelf op kan lossen. Maar zo werkt deze aanpak niet in ONDER ONS, omdat het scenario slimmer is dan de kijker. Van Geffen en Laarman houden in een poging om spanning te creëren cruciale informatie over Ewa zo lang achter dat ze de interesse van de kijker verliezen. Ze vergeten dat je een personage ook op kunt tuigen zonder alles weg te geven en nog wat te raden over te houden. Ewa is daarentegen zo kleurloos dat ze oninteressant en levenloos blijft. Een doodsteek voor zowel een thriller als een drama.
De intentie van de makers om de thrillerelementen op het allerlaatste moment in te ruilen voor dramatische diepgang is enerzijds prijzenswaardig, omdat het de kijker confronteert met zijn vooroordelen en ingeslepen kijkgedrag. Maar anderzijds spelen de makers vals door er dan wel een onrealistische misdaaddraai aan te geven. Als we anderhalf uur vanuit drie verschillende perspectieven met te veel herhaling moeten staren naar Ewa's zwijgzame pruilbekkie en tot vervelens toe zitten gissen naar het waarom van haar onaangepaste gedrag, zou het laatste puzzelstukje afdoende moeten zijn voor de broodnodige catharsis. Maar Van Geffen en Laarman pakken de tekening van ons af om hem -lekker puh!- zelf in te kleuren met een konijn uit de hoge filmhoed.