Solo: A Star Wars Story
Het is de eerste keer in mijn leven dat er een Star Wars-film draait, maar het gevoel niet leeft dat er een Star Wars-film draait. Is dat omdat de vorige, het uitstekende THE LAST JEDI, nauwelijks een half jaar geleden verscheen – de kortste periode tot nu toe tussen twee Star Warsen? Raken we te gewend aan Star Wars in de bioscoop? Hoe dan ook, SOLO: A STAR WARS STORY doet alles om liefhebbers van de serie te bedienen, is nog meer een fanpleaser dan THE FORCE AWAKENS, is meer dan welke film in de serie dan ook bezig Star Wars te zijn. Het soort film waar men bang voor was toen de herstart van de serie aangekondigd werd.
SOLO gaat een checklist af. We zien hoe Han (Alden Ehrenreich) aan de naam Solo komt, hoe hij Chewbacca (Joonas Suotamo) ontmoette, hoe hij Lando Calrissian (Donald Glover) ontmoette, hoe hij de Milennium Falcon in handen kreeg – het script van vader en zoon Lawrence en Jonathan Kasdan is een invuloefening en neemt consequent de gemakkelijkste route. Verrassingen zijn er niet. Wanneer Han in de problemen komt en iemand zegt: 'voer hem aan het beest', zien we mijlenver aankomen dat dat beest Chewbacca zal zijn. Vervolgens verveelt de film ons met een gevecht tussen Chewie en Han, terwijl we natuurlijk al weten dat ze vrienden zullen worden.
Door al die gebeurtenissen uit Solo's verleden te tonen waaraan in de eerdere films gerefereerd werd, verdwijnt de magie ervan – het gebruikelijke probleem van prequels. Maar ook op zichzelf beschouwd is SOLO een belabberde film. De plot draait om een MacGuffin die Han samen met een stel niet noemenswaardige personages moet ophalen voor een niet noemenswaardige schurk. Vooral een kapstok voor slappe set-pieces: de meest inspiratieloze treinroof ooit gefilmd, een vlucht voor een ongerelateerd reuzenmonster dat we toevallig tegenkomen. De narratieve kleurloosheid wordt geëvenaard door de visuele: SOLO is grauwer dan een Marvelfilm van vijf jaar terug. Scènes hebben één kleur, donkerblauw, modderbruin of grijs, contrast is verboden.
Alden Ehrenreich doet het trouwens best goed. Hij laat zich inspireren door de maniertjes van Harrison Ford, zonder in een imitatie te vervallen. Donald Glover speelt Lando Calrissian alsof hij in een komische sketch zit, wat goed zou kunnen werken als zijn dialogen grappiger waren. Emilia Clarke en Woody Harrelson zitten op de automatische piloot, Jon Favreau en Thawnie Newton worden verspild. Phoebe Waller-Bridge doet haar best als L3-37, een robot die opkomt voor gelijke rechten. Helaas is de rol niet meer dan lippendienst. Hetzelfde geldt voor Lily Newmark als vrijheidsstrijder Lexi: hier zien we de opportunistische politieke correctheid waarvan de vorige drie Star Wars-films onterecht beschuldigd werden.
Ron Howard nam het regiestokje over van Phil Lord en Christopher Miller, het duo achter 21 JUMP STREET en THE LEGO MOVIE. Zij werden vroeg in het proces ontslagen wegens 'creative differences'. Howard staat erom bekend dat zijn films niet echt een eigen smoel hebben, dus hij was de begrijpelijke keuze om dit studioproduct te fabriceren. Voor mij ging Star Wars weer echt leven met THE LAST JEDI, een film die door een aantal fans bekritiseerd wordt om z'n afrekening met het verleden. SOLO is het tegenovergestelde. Een plak pure, dus dode, nostalgie. De zwakste Star Wars sinds THE PHANTOM MENACE.