Ad Astra
Brad Pitt doorkruist als astronaut het zonnestelsel. Voor de verandering eens niet om contact te maken met buitenaardse wezens of een aanstormende asteroïde op te blazen, want hij is in deze interplanetaire variant van SPOORLOOS op zoek na zijn eigen pa.
Roy McBride (Brad Pitt) is een astronaut in de mal van koele kikkers à la Neil Armstrong. Zelfs als hij in de spectaculaire opening van AD ASTRA van de International Space Antenna in vrije val een kilometer of 18 naar beneden dondert (een scène die de kijker spontaan hoogtevrees kan bezorgen), blijft zijn hartslag keurig op de tachtig per minuut. En ook later in het verhaal, in andere hachelijke situaties, vertrekt McBride geen spier. Pitt speelt hem om zijn onderkoelst, als een man voor wie de missie heilig is en emoties ongewenst. Maar die missie blijkt toch zwaar persoonlijk als Pitt wordt uitgezonden naar de uiterste rand van ons zonnestelsel.
Als we het sciencefiction mumbo jumbo even negeren -iets met kosmische stralen in de buurt van Neptunus die voor rampspoed op onze aardkloot zorgen- is de reis vooral eentje naar het gebied waar bijna dertig jaar terug het allerlaatste levensteken van Roy's vader (Tommy Lee Jones) werd opgevangen. Op weg naar die bestemming meandert Roy door ons stukje universum, en meandert het verhaal met hem mee. Dat is een intrigerende en bij tijd en wijle frustrerende ervaring, waarin de afwisseling van meditatief psychodrama en energiek ruimtespektakel op zijn zachtst gezegd een beetje schuren. Maar of het nu om de close ups van Pitt gaat of de magistrale maanvista's, het ziet er allemaal beeld- en beeldschoon uit. Kan ook niet anders, want het camerawerk is van de half-Nederlandse Hoyte van Hoytema, die met INTERSTELLAR al bewees dat hij zich prima thuisvoelde in de ruimte.
Na elke déja vu-ervaring (de maanbasis is heel erg die van Kubricks 2001, de bespiegelingen rieken naar Tarkovski en de reis is een variant op Conrads Heart of Darkness, bij cinefielen beter bekend als de basis van APOCALYPSE NOW) pakt regisseur James Gray regelmatig uit met verrassende vondsten, zoals een MAD MAX-achtige, geluidloze lage zwaartekrachtachtervolging op de donkere zijde van de maan. Geweldig! Zo is AD ASTRA tegelijkertijd een soort greatest hits van sf-klassiekers, maar ook een heel eigen, eigenzinnig en eigenaardig ding. Dat op het einde van de rit dan een lichte anticlimax wacht, valt te vergeven. Want voor de weg daar naartoe geldt: wát een trip. Soms is de reis inderdaad belangrijker dan de bestemming.