The Black Gestapo
Alleen al op basis van de titel een film that has to be seen to be believed, en dat label maakt dit Lee Frost-product helemaal waar. Alhoewel er net als vele andere exploitatiewerkjes ook bij THE BLACK GESTAPO na een tijdje gewenning toeslaat: na een krap half uurtje weet je niet beter dan dat er midden jaren zeventig zwaar besnorde negers met nazipetten paradeerden door de straten van Los Angeles.
Toch is dit een film die je gezien moet hebben. En heus niet alleen omdat regisseur Frost op 14 augustus 1935 werd geboren en daarmee exact veertig jaar ouder is dan uw auteur. Nee, dit is een verplicht nummertje omdat Lee Frost met THE BLACK GESTAPO weer een wansmakelijk genrewerkje toevoegt aan zijn toch al niet erg frisse oeuvre van mondo, nazisploitation, vunzige westerns en hardcore porno en je toch even moet zien wat een dergelijke regisseur met het genre van de blaxploitation uitspookt.
De structuur van THE BLACK GESTAPO volgt het beproefde Hollywood recept dat Paul Ruven en Marian Batavier beschreven in hun boek 'Het Geheim Van Hollywood': er is een probleem, er komt een oplossing, er blijkt een groot nadeel aan die oplossing te zitten, er komt een uitzichtloos nulpunt en dan dient de eindoplossing zich aan. Onze naziblaxploitation begint met het schetsen van het probleem door in de eerste scène twee maffioso op te voeren die een donkere man treiteren. Hij heeft zijn schulden niet betaald, waarop de twee mannen voor straf zijn televisietoestel kapot trappen. De oplossing voor dit maffiaprobleem in de wijk Watts vormt de oprichting van de zogeheten people's army, een militante groep donkere mannen, die een einde aan de intimidatie van de maffia wil maken. In het park worden daarvoor mensen geronseld onder de zwarte community.
Net als je je afvraagt waarom er eigenlijk geen begintitels zijn, knallen ze smakeloos je huiskamer binnen: authentieke beelden van nazi's worden ineens 'negatief' waardoor wit zwart wordt, en zwart wit. Een weinig ingenieus beeldgrapje om de thematiek van THE BLACK GESTAPO te introduceren. De mannen die de straten van Watts schoon gaan vegen staan onder leiding van generaal Ahmed, een rol van Rod Perry, die overigens een jaar eerder al the black godfather speelde in een vergelijkbare exploitatiefilm. Tijdens hun eerste actie grijpen de leden van the people's army in wanneer de maffia een zwarte vrouw lastig valt. Helaas voor het versgebakken volksleger eindigt dit in een bloedbad waarin het leger het onderspit delft. En de maffia windt er geen doekjes om: nadat ze een van de zwarte mannen in elkaar hebben getrapt, zegt de ene maffioso tegen de andere "Now there's a real happy nigger."
Als tegenreactie vraagt kolonel Kojah (Charles Robinson) aan de generaal van het volksleger om een kleine groep van weerbare mannen. Hij krijgt zes man, die hij in strakke naziuniformen kleedt. De film is zo'n twintig minuten onderweg als we onder begeleiding van een typisch seventies funkmuziekje de zwarte Gestapo aan zien komen lopen. Alleen al dat beeld is het kijken van dit prutswerkje meer dan waard. Terwijl generaal Ahmed in bed ligt te rollebollen met de Zweedse cultactrice Uschi Digard nemen de zes Gestapoleden het succesvol op tegen de maffia. De verkregen macht smaakt de heren goed en binnen no time genieten ze van de geneugten van het leven in hun legertrainingskamp, dat voorzien is van een zwembad, mooie vrouwen en veel drank.
Met de groeiende macht van de zwarte militie komen de problemen. Een gedeelte van het leger heeft Watts overgenomen en schaamt zich er niet voor om de bewoners te kleineren en om drugs te distribueren. Het is op dit punt in de film maar lastig om je ogen open te houden, want wanneer er niet gevochten of gevreeën wordt, kan de slappe regie van Lee Frost de aandacht van de kijkers maar moeilijk vasthouden. Je wordt pas weer wakker geschud als de soldaten op het trainingskamp er zin in krijgen en roepen "We declare vengeance. Vengeance. Vengeance." Waarbij op de geluidsband heel subtiel de woorden Sieg Heil de plaats innemen van het woord vengeance. Rod Perry kan het uiteindelijk niet aanzien hoe verdorven THE BLACK GESTAPO is geworden en schiet ze stuk voor stuk dood. Het einde van dit veel te cartooneske blaxploitation avontuur is van zo'n typische seventies abruptheid dat je direct zin hebt om de volgende smakeloze, maar toch best vermakelijke B-film erin te gooien.