Hercules in the Centre of the Earth
De Nederlandse titel van deze vroege film van Mario Bava luidde bij uitbreng in de vaderlandse bioscopen ooit Hercules contra de vampieren en dat dekte de lading eigenlijk ook wel. Want vampieren zijn er in deze mix van peplum & gotische horror volop.
Met de term peplum wordt het zogeheten sword-and-sandal genre aangeduid: avonturen- en fantasyfilms die zich afspelen in de oudheid, waarin veelal spierbundels als Hercules, Maciste of Samson de dienst uitmaken. Een jaar na Bava's officiële debuut BLACK SUNDAY schreef en regisseerde hij deze HERCULES IN THE CENTRE OF THE EARTH (originele titel: Ercole al centro della terra) samen met Franco Prosperi, de Italiaanse regisseur van de beruchte mondo-films Mondo Cane en Africa Addio.
Onder regie van Bava en Prosperi krijgt deze peplum een zeer eigen gotisch karakter, dat direct al in een van de allereerste scènes prachtig wordt neergezet: in een overduidelijk door Technicolor gekleurde Romeinse omgeving vol watervallen, zuilen en vijfkleurig verlichte grotten worden op commando van een afgrijselijk nagesynchroniseerde Christopher Lee doodskisten open geduwd, waarna onder begeleiding van onheilspellende vioolmuziek de sexy vampier Deianeira door de lucht vliegt. Niet lang daarna volgt de entree van een constant schreeuwende Hercules, een rol van drievoudig Mr. Universe Reg Park. Zijn missie: zowel Deianeira als het koninkrijk ontdoen van een gruwelijke vloek.
Daartoe gaan Hercules en zijn vriend Theseus naar Hades, waar ze de Gouden Appel moeten ontvreemden. Eenmaal aangekomen blijkt Hades in deze film de vorm aan te hebben genomen van een gay bikerskroeg, waar ook nog eens een buitenissig stenen carnavalsmonster blijkt rond te lopen. De vele actiescènes gaan Bava duidelijk minder goed af dan het styleren van de set: HERCULES IN THE CENTRE OF THE EARTH ziet er zeer weelderig uit met sfeervol uitgelichte sets, maar de actiescènes zijn knullig en te traditioneel in beeld gebracht, waardoor het maar niet spannend wil worden.
De film leeft tijdens Hercules' tocht langs allerlei mythologische gevaren pas na 72 minuten weer op wanneer er ineens lijken in grote getalen vanuit de grond en hun graven omhoog komen. In zijn bekende, later door Dario Argento stevig gekopieerde, visuele stijl gaan de Mario Bava-sluizen in deze finale van de film vol open en vliegen de zombies flink in de rondte. Uiteindelijk zijn deze gotische oplevingen echter te incidenteel en blijft HERCULES IN THE CENTRE OF THE EARTH te trouw aan het niet bijster opwekkende peplumgenre.
Mario Bava en Franco Prosperi zijn er als schrijvers/regisseurs wel in geslaagd om dit typisch Italiaanse genre te injecteren met een flinke dosis gotische horror, maar het is hen toch niet gelukt om het genre helemaal naar hun hand te zetten door er een werkelijk evenwichtig gotisch sword-and-sandal avontuur van te maken.