Carnival of Souls
Zo'n vijfentwintig jaar nadat distributeur Herts-Lion International Corporation de film CARNIVAL OF SOULS in 1962 uitbracht, verkreeg het in de Verenigde Staten de status van een horror klassieker.
Niet omdat de film zelf nu zo sterk of baanbrekend is, maar omdat miljoenen Amerikanen ieder jaar tijdens Halloween de film op televisie zagen en CARNIVAL OF SOULS ging behoren tot het nationale griezelbewustzijn. De film had een bescheiden budget van $30.000 en werd geregisseerd door Herk Harvey, die voor de Centron Corporation in Kansas zo'n vierhonderd educatieve en bedrijfsfilms maakte. Tijdens een van zijn vakanties regisseerde Harvey in pakweg drie weken tijd in Kansas en Utah deze kleinschalige horrorfilm, de enige feature length speelfilm die hij ooit zou maken.
Het 82 minuten durende CARNIVAL OF SOULS gaat over de vrouw Mary Henry (theateractrice Candace Hilligoss) die als enige een auto-ongeluk overleeft, waarbij twee vriendinnen verdronken. Al snel begint ze overdag rare dingen te zien. Onderweg naar een nieuwe baan als organiste bij een kerk ziet ze de spiegeling van een enge man in haar autoruit: is het een geestesverschijning of speelt haar fantasie haar parten? De enge man, een rol van regisseur Harvey, zal haar vanaf dat moment overal achtervolgen. Ook valt haar gehoor soms uit en is ze bij tijd en wijle onzichtbaar voor haar omgeving. Tijdens een bezoek aan een uitgestorven kermisterrein komt ze achter de gruwelijke waarheid, dat in het laatste shot nog eens ondubbelzinnig uit de doeken wordt gedaan.
CARNIVAL OF SOULS kan het beste worden omschreven als een aardige, maar te lange aflevering uit THE TWILIGHT ZONE: een geheimzinnig, niet op te lossen mysterie rondom mensen zoals jij en ik, dat net voldoende stof tot nadenken geeft tijdens het kijken, maar vervliegt tijdens de aftiteling. Aangezien de plot zo summier is als een daadwerkelijke aflevering van THE TWILIGHT ZONE, is het veel te weinig voor een anderhalf uur durende speelfilm. Het acteerwerk varieert van houterig tot non-existent, en het camerawerk slaagt er niet in om in combinatie met de vervelende, overdadige orgelmuziek de alledaagse omgeving tot een unheimische plaats te maken. Interessant is slechts de gedachte dat de plot een representatie van frigiditeit en vrouwelijke dwangneuroses is, maar daar zijn regisseur Harvey en scriptschrijver John Clifford mijns inziens niet op uit, en lijkt het hen er vooral om de 'schokkende' ontknoping te doen, die vervolgens de gehele film dient te legitimeren, maar daar dus niet in slaagt.
Toch zijn er vele Amerikaanse critici enorm gecharmeerd van deze film, die wordt gezien als voorloper en voornaam voorbeeld voor onder andere NIGHT OF THE LIVING DEAD en BLUE VELVET. Vooral het lage budget en de opgeroepen claustrofobie worden daarvoor als argument beschouwd. Daarnaast zijn enkele critici van mening dat de unheimische sfeer wel succesvol wordt opgeroepen. Daarbij moet worden vermeld dat de meer serieuze filmkritiek de film als een aardige mislukking beschouwd. Alhoewel CARNIVAL OF SOULS een bekoorlijke double-bill met George A. Romero's NIGHT OF THE LIVING DEAD (1969) zou vormen, is het geheel te incompetent om als horrorklassieker te worden geboekstaafd. De rechtvaardiging op nostalgische gronden blijkt uit de vele recensies: tot vervelends toe wordt er op gewezen hoe fijn het was om als kind tijdens Halloween naar CARNIVAL OF SOULS te kijken.