Ant-Man and the Wasp
Na de enorme cliffhanger aan het einde van AVENGERS: INFINITY WAR komt superheldenstudio Marvel nog niet met antwoorden: ANT-MAN AND THE WASP speelt zich af tijdens dat epos. De twee titelfiguren (Paul Rudd en Evangeline Lilly) beleven een avontuur dat binnen de overkoepelende Marvelsoap waarschijnlijk een tussenplot zal blijven. De moeder van de Wasp (Michelle Pfeiffer) moet gered worden uit het subatomische kwantumrijk, waar je terecht komt als je te veel gekrompen bent.
Scott en Hope, zoals de krimpende superhelden normaal gesproken heten, worden dwarsgezeten door Ghost, een tragische antagonist die een sympathiek motief blijkt te hebben (zeggen wie Ghost speelt zullen sommige lezers vast een spoiler vinden, dus dat doe ik maar niet). Ook is er de ouderwetse dief Sonny Burch, een lekker schmierende Walton Goggins, die alleen in geld is geïnteresseerd en geen greintje sympathie opwekt. Nu superheldenfilms hun antagonisten steeds vaker in grijstinten willen schilderen is het ook wel weer eens leuk om zo'n pure schurk te zien. Michael Peña heeft weer de lachers op zijn hand als dommige spraakwaterval Luis. Paul Rudd bewijst met zijn hoofdrol opnieuw meer komiek dan traditionele leading man te zijn. De grappen verkoopt hij prima, de dramatische momenten zijn minder overtuigend, op enkele effectief sentimentele scènes met zijn dochter na.
Regisseur Peyton Reed had voor de eerste ANT-MAN vrijwel alleen ervaring met komedie, niet het meest visuele genre. Ergens is de keuze voor Reed begrijpelijk: met ANT-MAN gaat Marvel voor een luchtiger, humoristischer toon. Humor is moeilijk, dus wel zo handig om dan een komedieregisseur in te huren. Aan de andere kant: in superheldenfilms moet toch ook visueel wat te beleven zijn. Reeds shots zijn zo generiek als maar kan. Nu staat Marvel sowieso niet bekend om cinematografische hoogstandjes. Behalve GUARDIANS OF THE GALAXY VOL. 2 en THOR: RAGNAROK lijken alle Marvelfilms geregisseerd door Jon Favreau, onder wiens leiding het universum geboren werd met IRON MAN. Die film werd een stilistische blauwdruk voor vrijwel alles wat volgde. Jammer. Ook de muziek van Christophe Beck is haast storend in z'n saaiheid. Je kunt zeggen wat je wil van kleine concurrent DC, maar Zack Snyder heeft wel een eigen stijl, hoe kitscherig die ook is; en ook WONDER WOMAN, hoewel wat kleurloos, is herkenbaar geschoten. In ANT-MAN AND THE WASP zijn het alleen de CGI-rijke scènes in de subatomische wereld die opvallen, met hun kaleidoscopische psychedelica.
De actiescènes zijn, wanneer optimaal gebruik wordt gemaakt van het supersnel krimpen en groeien, vermakelijker dan de norm in het MCU. Zo is het formaat van de Wasp zowel een voor- als nadeel tijdens een mooi gechoreografeerde vechtscène in een keuken, waarin een mes, een vleeshamer en een zoutvaatje de belangrijkste attributen zijn. Bij eenvoudiger vechtscènes kent de montage helaas weer een vervelende Marvelgewoonte: het om de klap heen knippen. Vlak voordat een vuist of voet iemand raakt, wordt er naar een volgend shot geschakeld, waarin het slachtoffer reeds getroffen is. De klap zelf zien we niet. Dat gebeurt om het stuntwerk gemakkelijker en sneller gedaan te krijgen, en misschien omdat het geweld op deze manier lichter verteerbaar wordt. De impact ontbreekt.
Het krimpen en groeien blijft echter amusant. De formaatwisselingen worden vooral ingezet voor actie en humor; net als in het eerste deel gaat het niet om de verwondering, zoals in THE INCREDIBLE SHRINKING MAN, THE FANTASTIC VOYAGE of HONEY, I SHRUNK THE KIDS. Daarvoor staat Reed niet lang genoeg stil bij de wereld door de ogen van een mens zo groot als een mier. Een gemiste kans, maar goed, voor dat werk is Reed niet de regisseur, en Marvel – ondanks de naam – niet de studio.