Caged
Stella ontwaakt in een kale, onbekende ruimte. Boven haar hangt een videocamera in het plafond, die haar voortdurend in de gaten houdt. Iedere dag brengt een mysterieuze, gemaskerde man haar een tas met eten. Na enkele dagen wordt Stella plots gezelschap gehouden door een andere vrouw. Samen proberen ze erachter te komen hoe ze in deze situatie terecht zijn gekomen.
Een prima concept voor een thriller. Producent, scenarist en regisseur Stephan Brenninkmeijer had echter wel wat lessen in spanningsopbouw kunnen gebruiken, want op het puntje van onze stoel belanden we helaas nooit. In de eerste plaats komt dat door de protagoniste: Stella, hoewel sterk gespeeld door Chantal Demming, is geen boeiend personage. Het enige dat we van haar weten, is dat ze er een uitbundige seksuele levensstijl op nahield en graag in haar eentje parenclubs bezocht. De details krijgen we in flashbacks expliciet te zien. Om haar wat meer diepte te geven, toont de film ook regelmatig gesprekken tussen Stella en haar therapeut (Victor Reinier), waarin ze tot vervelens toe uitlegt waarom haar seksuele gedrag zo belangrijk voor haar is.
Stella is iemand die graag met onbekenden het bed in duikt, en dit voortdurend rechtvaardigt naar mensen die het niet begrijpen. Meer kanten krijgen we niet van haar te zien. En dat maakt het behoorlijk moeilijk ons te bekommeren om haar lot; iemand waar je weinig informatie over hebt, interesseert je nu eenmaal minder. Dat geldt evengoed voor Stella's medegevangene Christine (Babette Holtman), over wie we nog minder te weten komen.
Als de dames beginnen te speculeren over de oorzaak van hun gevangenschap, wordt het even spannend. Maar dan maakt Brenninkmeijer opnieuw een betreurenswaardige beslissing: hij geeft het publiek altijd evenveel informatie als Stella. Het moment waarop zij ontdekt wie haar gevangen houdt, is het moment waarop wij het ontdekken.
Zoals Hitchcock zei in zijn beroemde interview met François Truffaut: een scène waarin twee personages een gesprek hebben terwijl er een bom onder tafel ligt, is veel spannender als het publiek wéét dat die bom daar ligt. Geef de kijker een voorsprong op de personages, en de spanning stijgt direct.
Honderd procent geslaagd in CAGED dus zeker niet: daarvoor is Brenninkmeijer als verteller te zwak. Stilistisch valt er echter niets op zijn werk aan te merken: veel van zijn scènes zijn sfeervol, esthetisch gelikt en als het moet beklemmend. Bovendien is het fijn om te zien dat Nederland serieuze genrecinema kan produceren. Zonder relativerende Dick Maashumor, maar met de juiste hoeveelheid durf en intelligentie. Laten we hopen dat Brenninkmeijer nog lang achter de camera blijft staan, maar de volgende keer een betere scenarist inhuurt.