War Book
Een combinatie tussen 12 ANGRY MEN en DR. STRANGELOVE. Zo laat WAR BOOK, de openingsfilm van de 44ste editie van Internationaal Film Festival Rotterdam, zich het best omschrijving. Alleen deze keer geen twaalf boze mannen of gestoorde generalen. Nee, in WAR BOOK bezegelen acht Britse ambtenaren en één minister - grotendeels grijze muizen - het lot van Engeland en daardoor ook dat van de wereld.
Wat is er dan aan de hand? Eigenlijk nog niks. Er wordt nog niemand veroordeeld en er is nog geen oorlog, maar deze ambtenaren moeten wel met elkaar bespreken wat Engeland gaat doen als er een kernoorlog komt. Onder het mom van een simulatie worden de dames en heren gedurende drie dagen in een kille vergaderruimte gestopt om een werkbaar scenario uit te werken. Iedereen speelt een politieke rol: de een speelt minister van defensie, de andere minister van buitenlandse zaken, enzovoort.
In dit fictieve geval is Mumbai door Pakistan met een kernbom getroffen en moeten zij beslissen wat Engeland daar aan gaat doen. Aan wie denk je dan het eerst en hoe voorkom je dan een oorlog? We hebben het plots over de verdeling van voedsel en medicijnen, welke kunstwerken opgeborgen moeten worden en of Engeland wel of niet mee moet doen in de wereldwijde kernoorlog. Hun bevindingen zijn speculatief, maar gedurende de film daagt het idee op dat de beslissingen van deze ambtenaren een grotere invloed hebben dan ze zelf kunnen voorstellen.
Gary (Ben Chaplin) speelt minister-president tijdens deze simulatie. Hij is een archetypisch politiek figuur: een man die weet dat hij macht heeft en het daarom graag misbruikt. In een van de vreemdere, sterkste scènes is hij alleen met knappe notulist Kate (Phoebe Fox) in de vergaderruimte. Daar dwingt hij af dat ze stiekem haar rok voor hem omhoog doet in ruil voor topgeheime informatie. “Slechts 22 mensen weten dit”, stamelt hij als Kate besluit haar rok omhoog te doen. Maar wat is die geheime informatie? Hij vertelt toch net niet. In een eerdere scène zit Gary in een taxi met een onbekende aan de telefoon. Iets komt voorbij over een telefoontje. Heeft hij vier of dertig minuten wil hij weten. Het wordt nooit helemaal duidelijk, maar ineens voelt het alsof er meer bij dit scenario komt kijken dan we denken.
Dat is het knappe aan WAR BOOK. Ondanks dat de film zich grotendeels in een kamer afspeelt waar mensen aan een simulatie werken, voelt het alsof de hele wereld om de hoek komt kijken. Alsof de beslissingen die zij maken niet alleen hen eigen land, maar potentieel ook dat van ons kunnen beïnvloeden. Het op feiten gebaseerde verhaal sluit dan ook uiterst indringend en melancholisch af. Terwijl we feitelijk naar een toneelstukje hebben gekeken, zijn we ineens een stuk bewuster van een groot gevaar dat misschien wel dichterbij ons is dan we denken.