Tinker Tailor Soldier Spy
James Bond, Jason Bourne en zelfs Ethan Hunt zijn weergaloze geheim agenten, maar met zijn drieën vullen ze een dozijn aan spionagefilms. Zet de vooroordelen over hun reeksen daarom even opzij en laat vooral het beeld dat je op dit moment van de Britse MI6 hebt varen. De Zweedse regisseur Tomas Alfredson maakte met TINKER TAILOR SOLDIER SPY namelijk absoluut geen dertiende film in het dozijn, hij veegt de vloer aan met stereotypen. Geen hoofdpersoon met Prodent-lach, geen gadgets en geen dame die gered moet worden uit de klauwen van een schurk met Sheeba-kat.
Nee, TINKER TAILOR SOLDIER SPY is vrij van opsmuk. In de jaren zeventig - de Koude Oorlog is in volle gang - tracht de Britse regering niet alleen om informatie uit de Sovjetrepubliek te onderscheppen, wellicht belangrijker is dat hun eigen informatie niet lekt. Voor beide gevallen is er het Circus, de codenaam voor de MI6, met acteerveteraan John Hurt aan het hoofd en Gary Oldman - codenaam: Smiley - als zijn tweede man. Hun personages zijn eveneens vrij van opsmuk: persoonlijke relaties lopen slecht, hun enige vrienden zijn andere spionnen, vermaak hebben ze op personeelsfeestjes. Wat als er dan toch een lek blijkt? Smiley wordt in het geheim aangesteld om uit te vinden wie van zijn collega's met de Russen heult.
Er volgt geen kat-en-muis-spel. Daarvoor is TINKER TAILOR SOLDIER SPY te rustig, te beheerst en te gestileerd. Gary Oldman speelt een oude man die ouderwets met zijn hersenen denkt, niet met zijn pistool. Rustig onderzoekt hij zijn ‘vrienden', die allemaal hoge rangen bekleden en allemaal door topacteurs gespeeld worden: Toby Jones (Tinker), Colin Firth (Tailor), Ciarán Hinds (Soldier) en David Dencik (Spy). Ze zijn verdacht, maar moet een spion op dit niveau niet altijd een beetje verdacht zijn? De spanning die het oplevert blijft onderhuids, zeker omdat iedereen en toch niemand de landverrader kan zijn.
Wat naast die cast voorts opvalt is de sobere aankleding. ZODIAC van David Fincher is nooit ver weg: TINKER TAILOR is eveneens duister, maar minutieus mooi aangekleed. De stijl is retro, met typisch lelijk behang uit de jaren zeventig, grote brillen en suffe aktetassen. De glamour die aan spionagefilms kleeft is er hier compleet van afgepoetst. Kleine jongetjes die later James Bond willen worden zullen zich niet vereenzelvigen met Smiley.
Alfredson ontpopt zich als internationaal topregisseur. Eerder maakte hij in Zweden al de voortreffelijke horrorfilm LET THE RIGHT ONE IN, die het met name goed deed in het festivalcircuit. Ook in deze thriller laat Alfredson trage sfeer samensmelten met ijzingwekkende spanning. Hij baseerde TINKER TAILOR SOLDIER SPY op het boek van John le Carré, die zelf ook in de Britse geheime dienst zat. Dat boek kreeg al eerder een adaptatie, in de jaren zeventig, met een gelijknamige miniserie waarin Alec Guinness de rol van Smiley op zich nam. Die versie stond ook model voor deze film.
Er is getracht om de zes uur van de serie terug te dringen naar de twee uur van deze. Dat heeft geleid tot een complex verhaal waarin niet alles in de eerste kijkbeurt duidelijk zal worden. Maar dat deert niet. Wat voor een goede film noir geldt, dat geldt ook voor TINKER TAILOR SOLDIER SPY: uiteindelijk maakt het niet uit wie de informatie lekt. Het zijn de sfeer, de decors, de acteurs, de regie en ook de cinematografie die een verbluffend knappe film maken. Traag maar spannend, sober maar mooi en ten slotte complex maar eenvoudig op waarde te schatten.