Drag me to Hell
De carrière van regisseur/schrijver/producent Sam Raimi is een wonderlijke. In 1981 schreef hij op tweeëntwintigjarige leeftijd horrorgeschiedenis met de low budget slapstick horrorfilm THE EVIL DEAD. Na het minder geslaagde, te cartooneske CRIMEWAVE keerde Raimi in 1987 terug naar de horror en maakte met THE EVIL DEAD II een succesvolle remake van zijn debuut. Hollywood bleek gecharmeerd van zijn bravoure en visuele flair, en gaf hem een budget van 16 miljoen dollar voor DARKMAN, een door hem zelf gecreëerde stripheld. Zijn werk werd wisselvalliger met soms een echt sterke (A SIMPLE PLAN), maar vooral veel redelijke (THE GIFT, SPIDERMAN) en matige (THE QUICK AND THE DEAD, FOR THE LOVE OF THE GAME) films. Met DRAG ME TO HELL keert Sam Raimi opnieuw terug naar de rechttoe rechtaan horror, en weet bij vlagen prima te overtuigen.
De verwachtingen zijn hooggespannen, want wat zal Sam Raimi, wiens SPIDERMAN 3 een budget van rond de 250 miljoen dollar had, maken van een horrorfilm zonder sterren, zonder poespas? DRAG ME TO HELL draait om bankmedewerkster Christine (Alison Lohman) die met een promotie in het vooruitzicht min of meer wordt gedwongen om een oude zigeunerin geen nieuwe lening aan te bieden. De vrouw laat het er niet bij zitten en spreekt een duivelse vloek over de jongedame uit. Drie dagen lang wordt ze getormenteerd met het doel om haar uiteindelijk de hel in te slepen. Ze wapent zich tegen de vloek met hulp van een stel schimmige helderzienden, maar veel haalt het niet uit. Ook haar vriendje (Justin Long) is niet bepaald behulpzaam, dus het ziet er niet goed uit voor onze heldin.
Net als zijn eerdere horrorwerk valt het bloedvergieten ook dit maal erg mee. Wel een stoet smerigheden, maar alles is zo dik aangezet, dat het vooral komisch werkt. De make-up- en speciale effecten zijn dik in orde en wat art direction betreft moeten we met name de kerkhofscène even apart vermelden, want daarin lijkt het alsof we in het nachtmerrieachtige Tim Burton universum terecht zijn gekomen. Tegenvaller is het sound design. Zoals vele hedendaagse Japanse horrorfilms, de zogenaamde J-horror, leunt ook DRAG ME TO HELL te sterk op zwaar aangezette geluidseffecten om spanning te creëren. Het is een trucje dat snel gaat vervelen. Gelukkig zorgen de broers Raimi (Sam's broer Ivan schreef het script) met humor, een flinke vaart zonder slepende subplotjes en een fantastisch einde voor een zeer degelijke, hoewel niet memorabele horrorfilm.