Frankenstein’s Army

In hun wanhoop blijken nazi’s erg creatief: ze veranderen in zombies (DEAD SNOW), klonen Braziliaanse jongetjes (THE BOYS FROM BRAZIL) of plannen een invasie vanaf de maan (IRON SKY). In Richard Raaphorst’s debuutfilm FRANKENSTEIN’S ARMY zijn ze misschien nog wel op hun creatiefst.

Misschien ken je de trailer voor WORST CASE SCENARIO nog wel. Een droogkomisch filmpje van Raaphorst waarin nazimonsters de Nederlandse stranden onveilig maken. Het was een veelbelovende trailer met bovenal een indrukwekkend monsterdesign. WORST CASE SCENARIO werd helaas nooit een film, maar won wel de Best Trailer – No Movie-award. Een schrale troost. Met FRANKENSTEIN’S ARMY is Raaphorst eindelijk terug met meer monsters, meer nazi’s, maar met bijna nog minder inhoud.

De in found footage-stijl geschoten film volgt tijden de Tweede Wereldoorlog een groep Russische soldaten op een missie om wat broeders in nood te redden. Dit brengt hen bij een verlaten kerk die van binnen eerder op een onheilspellende fabriek lijkt. Waar die fabriek voor dient weten de Russen niet, maar daar komen ze snel genoeg achter. Zij belandden daar recht in het hol van de leeuw en komen de meest krankzinnige monsters tegen. Nazi’s met metalen scharen als handen, draaiende propellers als hoofden of duikerspakken als lichaam. In Frankenstein’s Army zijn de nazi’s creatief aan het werk geweest. De in elkaar geknutselde nazi’s zien er heerlijk mechanisch en gevaarlijk uit.

Het zijn dan ook de monsters waar de Nederlandse regisseur Richard Raaphorst duidelijk de meeste aandacht aan heeft besteed. Van goede geschreven personages of een sterk verhaal is namelijk geen sprake. Daarvoor lijken de Russen te veel op karikaturen en is het plot te inconsistent en warrig. Dit is dan ook geen diepe film. Dit is onopgesmukte horrorpulp. Dat kijk je niet voor de ronde personages en mooie verhalen. Dit kijk je voor monsters, bloed, meer monsters en nog meer bloed. En dat is precies wat FRANKENSTEIN’S ARMY biedt.

Lees hier ons interview met regisseur Richard Raaphorst: http://thecultcorner.com/interviews/interview-richard-raaphorst