The Wailing
De Zuid-Koreaanse regisseur en scenarist Hong-jin Na (CHASER, THE YELLOW SEA) is ambitieuzer dan ooit in zijn nieuwe nachtmerrie van een film, THE WAILING. Een smakelijk mengsel van horrorelementen uit verschillende subgenres en religieuze thematiek, dat niet zou móeten werken, maar het toch doet.
Het slaperige dorpje Goksung, tevens de Koreaanse titel van de film, wordt opgeschrikt door een serie gruwelijke moorden, waarvan alle daders voorheen normale mensen waren, die plotseling veranderden in gewelddadige maniakken. Allemaal met dezelfde rode uitslag op hun huid.
De klungelige politieman Jong-goo (Do Won Kwak) heeft duidelijk een te zware kluif aan de situatie: het kost hem al moeite op tijd op zijn werk te komen, laat staan dat ie dit mysterie oplost. Enkele dorpelingen verdenken een Japanse vreemdeling (Jun Kunimura), die sinds kort intrek heeft genomen in een hut in het nabij gelegen bos. Hij zou een geest zijn. Een bezoekje aan zijn woning ontketent bij Jong-goo vooral frustratie. Dan begint Jong-goo's eigen dochtertje (Hwan-hee Kim) vreemd gedrag te vertonen. En ook zij heeft rode uitslag...
THE WAILING haalt elementen uit verschillende horrorgenres: we zien demonische bezetenheid, maar ook een zombie en (misschien?) een geest. Auteur Na smeedt het allemaal tot een bijzonder geheel, gekruid met droge humor en melodramatisch in de beste zin van het woord. Zijn cast is geweldig: Kwak maakt van Jong-goo een klassieke komische antiheld, uit zijn ogen kijkend alsof hij weinig snapt en nog minder onder controle heeft – dat is ook zo. Maar de frustratie en, later, wanhoop van het personage, maakt hij invoelbaar. Het verschil tussen grappig-bang en serieus-bang is subtiel en moeilijk te definiëren, maar Kwak kent het. Kim, als zijn dochtertje, speelt één van de beste rollen die een kind ooit speelde. Volstrekt natuurlijk, ook in de meest bizarre situaties. Wanneer een demon bezit van haar genomen lijkt te hebben, is ze angstaanjagender dan Regan uit THE EXORCIST, zonder speciale effecten of monsterlijke make-up. Jun Kunimura maakt van de vreemdeling bewust geen monster, zelfs geen bijzonder griezelige man; het meest enge aan hem, is dat hij zo normaal is.
Met ruim tweeëneenhalfuur lijkt THE WAILING misschien een lange zit. Dat valt mee: Na neemt zijn tijd, maar overtuigt ons er snel genoeg van dat we in goede handen zijn met een paar sterke horrorscènes aan het begin. Ook roept hij meteen prikkelende vragen op, waarop de antwoorden lang onduidelijk blijven. Na is een meesterverteller. Hij voert het tempo gestaag op, terecht zelfverzekerd dat hij zijn publiek bij de keel heeft. Met lange, hypnotiserende scènes – één van de hoogtepunten is een luidruchtig sjamanistisch ritueel – zuigt hij ons de film in. Pas in de laatste drie kwartier gooit hij de remmen los, om ons uiteindelijk te trakteren op een zeer bevredigende finale in de vorm van een virtuoze cross-cutting-sequentie.
'Remmen los' is misschien niet helemaal de juiste woordkeuze: wát een controle laat Na hier zien. Hoe meer het verhaal uit de hand dreigt te lopen, hoe preciezer de regisseur en scenarist te werk gaat om ons van de nodige informatie te voorzien. En altijd op een vermakelijke manier, want saaie scènes draait Na niet. Sterker, THE WAILING bevat nauwelijks een scène die niet ook uit de context van de film het kijken waard is. Is het niet om de visuele pracht – Na's cameraman Kyung-pyo Hong maakt veel oogstrelende shots van bebosde berglandschappen – dan wel omdat Na praktisch iedere scène regisseert alsof het een climactische set-piece is.
THE WAILING is serieuze reli-horror, zwarte komedie, tragisch melodrama, en moraliteitssprookje. Een volstrekt unieke film, en één van de weinigen met zo'n epische lengte waarbij ik toen de aftiteling begon dacht: nog een keer!