It Chapter Two
Het is niet aan ons om een megabestsellerauteur schrijftips te geven, maar de wijsheid 'schrijven is schrappen' is er óók eentje die door regisseurs ter harte genomen mag worden. Drie uur IT CHAPTER 2 blijkt wat te veel van het goede. Of misschien beter gezegd: te weinig.
De eerste IT -als we de in een dubbeldikke vhs-doos verpakte miniserie uit de jaren negentig even niet meerekenen, net zomin als de meer geslaagde en minstens zo schatplichtige drie seizoenen Stranger Things- was twee jaar een gigakaskraker. Overal in Hollywood werden Stephen King-romans weer afgestoft en de fenomenale Pennywise ging viraal, dankzij copycats die zelfs in ons nuchtere landje nog ouders en kroost de bibbers bezorgden.
Of ons een nieuwe hausse aan horrorclowns staat te wachten, is maar de vraag. Want het tweede en slotdeel van IT mist helaas toch de eh... it-factor. Regisseur Andy Musschieti heeft nog steeds goud in handen met Pennywise, wederom een griezelig goede Bill Skarsgård, want in clownsgedaante blijkt 'het' nog goed voor kippenvel. Maar in zijn andere verschijningsvormen is het kwaad wel fotogeniek, en niet per se angstaanjagend. Goor is het wel. Met zwarte etterende tongen, rottend vlees, vieze drab, slootjes bloed en een hoofd dat dankzij uitbrekende spinnenpoten aan de wandel gaat -een ode aan Carpenters THE THING- is het Amerikaanse stadje Derry vaak gewoon ook getverderrie.
Over de gore zul je ons niet over horen klagen. Wél over het verhaal dat zich met horten en stoten voortsleept. Dat gaat eigenlijk al direct in de openingsscène mis, waarin homofobe kopschoppers een kermisgast, gespeeld door de hysterische arthouse-auteur Xavier Dolan, ongenadig te grazen nemen. Gruwelijk, actueel en, letterlijk afkomstig van Stephen Kings pagina's, maar helaas ook zonder enige noemenswaardige impact op de rest van het verhaal.
Daarna is Musschieti veel -heel veel- tijd kwijt aan de introductie van de hoofdrolspelers: de volwassen versies van de kids uit deel 1 die na 27 jaar weer terugkeren naar hun geboortegrond voor een reünie. Irritant genoeg kunnen zij zich allemaal niks meer herinneren van de gebeurtenissen uit de eerste film. Later gebeuren er wel maffere dingen in Derry, maar met dat slappe geheugengegeven wordt de suspension of disbelief voor het eerst getart. Ook niet bevorderlijk voor de vaart zijn de bij kust en keur opduikende flashbacks en het feit dat je elk personage eerst zijn eigen introductie krijgt dat even later ieder solo de confrontatie aan moet gaan met zijn of haar eigen angst. Na de zoveelste keer wéét je het wel als kijker, ook omdat veel momenten een hoog deja-vugehalte hebben. Een eigenaardige en onbedoelde bijwerking van al die terugblikken is dat hoewel CHAPTER 2 echt formidabel acteerwerk bevat (als James McAvoy de zwakste schakel in een film is, dan weet je hoe goed de casting is), de volwassenen toch verbleken bij die prestaties die het kleine grut neerzet.
De running gag in de film die een running time heeft van bijna drie uur is dat McAvoy's personage een schrijver is die altijd in de mist gaat met zijn eindes. Hoe ironisch dus dat het slotspektakel van IT CHAPTER 2 met afstand het meest onderhoudende deel van de film is. Het laatste half uur is nonstop actie van het soort dat je eigenlijk nooit meer op het doek ziet: big budget horrorspektakel voor (bijna) het hele gezin. Niet echt eng, wel zeer vermakelijk en met een hoog jaren tachtiggehalte. Geen open einde, dus ook geen CHAPTER 3, maar wel een open vraag: had Musschieti er eigenlijk niet beter een miniserie van kunnen brouwen?