My week with Marilyn
De gelijknamige memoires van de Engelse documentaire maker en tv-producent Colin Clark, waarop MY WEEK WITH MARILYN is gebaseerd, werden bij publicatie in 2000 met veel scepsis ontvangen. Of Clarks bewering dat hij in 1956 tijdens de opnames van THE PRINCE AND THE SHOWGIRL een korte, flirtige romance beleefde met sekssymbool Marilyn Monroe waar is, zal waarschijnlijk nooit meer achterhaald kunnen worden; voor de Engelse tv-regisseur Simon Curtis is de vermeende affaire in ieder geval interessant genoeg om als onderwerp voor zijn speelfilmdebuut te dienen. Het is een intiem en sfeervol debuut geworden waarin Curtis de juiste balans tussen feelgood, romantiek en drama weet te vinden - maar waarvan de werkelijke sterren bovenal de acteurs zijn.
Het is 1956. De net afgestudeerde Colin Clark (Eddie Redmayne), die ondanks zijn aristocratische afkomst zijn zinnen heeft gezet op een baantje binnen de ‘ordinaire' filmwereld, weet het dankzij zijn charmes tot productieassistent te schoppen van THE PRINCE AND THE SHOWGIRL. Een komedie die zal worden geregisseerd door wereldberoemd Shakespeare-acteur Sir Laurence Olivier (Kenneth Branagh) en waarin wereldster en Amerikaans sekssymbool Marilyn Monroe (Michelle Williams) gecast is voor een van de hoofdrollen. Wanneer de net met Arthur Miller getrouwde Monroe in Engeland arriveert, doet de in eerste instantie nog van haar gecharmeerde Olivier zijn best om bij haar in het gevlij te komen, maar het is de tien jaar jongere en op vele gebieden nog onervaren Clark die tot zijn eigen verbazing door Marilyn verleidt wordt.
Door het gezichtspunt van Clark aan te nemen, weet MY WEEK WITH MARILYN een grappig en soms ontroerend spel te spelen met de mythevorming rond Marilyn Monroe. Aan de ene kant er is het icoon: de muzikale openingsscene toont de zwoele Monroe zoals we haar het liefst herinneren. Michelle Williams' vertolking van de Monroe-klassieker Heatwave uit THERE'S NO BUSINESS LIKE SHOW BUSINESS (1954) is misschien ingetogen, maar onderhuids zindert het van de erotische spanning. Eén blik in de camera is genoeg om het hoofd van de arme Clark op hol te brengen. De keerzijde hiervan is de depressieve, onzekere en soms onthutsend kinderlijke Monroe die met haar gedrag op de set Olivier steeds meer tot wanhopen drijft.
Minpunt is echter het wisselvallige scenario van Adrian Hodges. Het coming-of-age thema bijvoorbeeld, hebben we in films zoals THE LAST KING OF SCOTLAND (2006) of ME AND ORSON WELLES (2009) beter uitgewerkt zien worden. Dit gebrek wordt echter opgevangen door de geweldige vertolkingen van de historische personages. In het bijzonder Michelle Williams als Monroe en Kenneth Branagh als Sir Olivier zijn werkelijk fantastisch en dan ook geheel terecht door de Academy beloond met een Oscarnominatie voor respectievelijk beste vrouwelijke hoofdrol en beste mannelijke bijrol. Het moet raar lopen als daar niet minstens één van verzilverd wordt.