El Sonido del Bandoneon
Na de prijswinnende eindexamenfilm UNTERTAGE (2003) over Duitse mijnwerkers maakte de Nederlandse documentairemaakster Jiska Rickels met 4 ELEMENTS (2006) haar indrukwekkende langedocumentairedebuut. De existentieel getinte film over hoe brandweermannen, vissers, mijnwerkers en astronauten de strijd aangaan met de elementen vuur, water, aarde en lucht werd destijds direct tot openingsfilm van het IDFA festival gekozen. Haar tweede lange documentaire BABAJI, AN INDIAN LOVESTORY (2009, lees hier ons interview met Jiska Rickels over deze documentaire) maakte Rickels in opdracht van de VPRO. Met dit poëtische en tedere portret van de 107-jarige Indiaanse sjamaan Babaji die, omdat hij geen afscheid van zijn overleden vrouw kan nemen, dagelijks naast haar graf gaat liggen, bewees ze wederom haar reputatie als een van de meest talentvolle documentairemaaksters van dit moment.
Haar nieuwste film, EL SONIDO DEL BANDONEÓN, opende met veel succes het Nederlandse programma van de afgelopen editie van het IDFA festival. De film, toegankelijker en meer op een groter publiek gericht dan haar vorige werk, neemt ons mee naar de melancholieke wereld van de bandoneón. Een volksinstrument, qua klank en uiterlijk misschien het best te omschrijven als een soort accordeon, dat eind 19e eeuw vanuit Duitsland in Argentinië belandde en daar een belangrijke rol speelde in de ontstaansgeschiedenis van de tangomuziek - en dat in Nederland pas recent bekend is geworden door het huwelijk van Prins Willem-Alexander en Maxima Zorreguieta waar Carel Kraayenhof met zijn inmiddels befaamde bandoneón-uitvoering van Adios Nonino bij Maxima een traan wist te ontlokken.
Uiteraard komt Adios Nonino ook terug in EL SONIDO DEL BANDONEÓN, ditmaal uitgevoerd door meester tangocomponist Nestor Marconi wiens nostalgische bespiegelingen over Argentinië en de tango alleen al de documentaire het bekijken waard maken. Maar naast deze grootmeesters volgt Jiska Rickels ook kleinere componisten, bandoneónisten en een bandoneón-bouwer dwars door Argentinië opzoek naar het verhaal van een instrument dat door dubieuze export en als toeristisch souvenir uit het land dreigt te verdwijnen. Dit gegeven levert soms even onluisterende als hartverwarmende scènes op, zoals wanneer de sympathieke componist Daniel Veda door middel van uit wijnpakken gemaakte nep-bandoneóns arme Argentijnen het instrument wil leren bespelen, zodat de steeds zeldzamer wordende bandoneón voor het Argentijnse volk behouden kan worden.
Maar misschien nog wel meer dan de verschillende bandoneónisten, volgt de documentaire eigenlijk het instrument zelf. En dat Jiska Rickels daarbij meer naar de poëzie van het instrument opzoek is, blijkt vooral uit de structuur van de documentaire die niet zozeer verhalend of logisch is, maar associatief en muzikaal.
Heel passend, want zoals Nestor Marconi in een van de interviews opmerkt: de bandoneon is een onlogisch instrument dat willekeurig in elkaar lijkt te zijn gezet. Het is dan ook vooral in de ogenschijnlijke willekeurige koppeling van indrukwekkende opnames van ruige berglandschappen, volksfeesten en nostalgische stadsgezichten, gemaakt door cameraman Martijn van Broekhuizen, met de krachtige Argentijnse volksmuziek dat EL SONIDO DEL BANDONEÓN er in slaagt de geest van het instrument te vangen. En het is precies zodoende dat Jiska Rickels de toeschouwer op melancholieke wijze deel laat worden van een wereld die hopelijk nooit verdwijnen zal.