Woodstock: 3 Days of Peace & Music
Het is 15 augustus 1969 als muziekfestival Woodstock van start gaat. De organisatoren verwachten op dat moment 200.000 bezoekers, die allen een kaartje hebben gekocht. Als blijkt dat er veel meer mensen komen, gaan de deuren van het evenement gratis voor iedereen open. Er is niet genoeg te eten, er zijn te weinig sanitaire voorzieningen en het is chaos alom. Maar wat deert het, want er hangt liefde in de lucht, er is drugs, vrijheid en er zijn fantastische muziekoptredens. De laissez-faire manier van organiseren werkt, en wordt enorm goed gevangen in de bijna vier uur durende documentaire WOODSTOCK: 3 DAYS OF PEACE & MUSIC.
De kracht van de film ligt in het succesvol overbrengen van de totaal ontspannen sfeer en het gevoel tussen de hippies te staan. Meer nog dan de muziek is hiervoor de onsamenhangende montage, mede van de hand van Thelma Schoonmaker en Martin Scorsese, verantwoordelijk: helikoptershots van de menigte, optredens van onder andere Jimi Hendrix en Joe Cocker, locals die vertellen wat zij van het festival vinden en de chaos die ontstaat bij de organisatie; al die shots lopen door elkaar heen, vaak in splitscreen. Logica van beelden maakt plaats voor totale willekeur, in complete harmonie met de chaos op het veld en het podium. WOODSTOCK laat je heerlijk wegdromen naar het festival dat drie dagen zou duren, maar wakker worden en de waarheid zien is onoverkomelijk. WOODSTOCK is BATMAN BEGINS, zonder die andere twee delen te zien, het verhaal is slechts net begonnen.
Amper vier maanden na het festival trachten The Rolling Stones in december van hetzelfde jaar dit succes te evenaren met het Altamont Free Concert, op beeld vastgelegd onder de titel GIMME SHELTER. De ingrediënten van het Altamont concert zijn dezelfde als van Woodstock: gratis toegang, veel drugs, spirituele vrijheid en iedereen is welkom. Wat het Woodstock van het westen moest worden, resulteert ondanks dezelfde vrije aanpak juist in een grimmige sfeer, waarbij liefde plaatsmaakt voor bad trips, knokpartijen, agressie en zelfs moorden. De mooie luchtbel die Woodstock heet, en door de wind danst alsof er geen einde aan komt, spat genadeloos uiteen. Woodstock zal door de gruweldaden op het Altamont Concert niet het toonbeeld blijken van een vrije aanpak die werkt.
Woodstock voelde als een feest, waarbij onwetendheid de boventoon voert. Het blijkt achteraf niet het startschot van een gedachtegang waarin peace de wereld zal redden. Amerika is helemaal niet happy, maar boos en gefrustreerd. WOODSTOCK en GIMME SHELTER zijn daardoor onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het is het eind van de dromerige jaren 60 en het begin van een decennium waarin woede en frustratie het land in zijn greep hebben.