Black Panther
Met BLACK PANTHER heeft regisseur Ryan Coogler (CREED) een van de beste Marvel-films gemaakt. En de serie is al sterk. De kracht van de Marvelsuperheldenfilms is dat, hoewel ze tot eenzelfde universum behoren en min of meer dezelfde ingrediënten bevatten, het ook films zijn die prima op zichzelf kunnen staan. Zoals de eerste IRON MAN (2008), THE GUARDIANS OF THE GALAXY (2014) of THOR: RAGNAROK (2017). Dit in tegenstelling tot de teleurstellende superheldenfilms van concurrent D.C. Comics, die sinds THE DARK KNIGHT (2008), afgezien van WONDER MAN (2017), uit dezelfde visuele soep lijken te komen, met dezelfde eentonige smaak.
BLACK PANTHER is een superheldenfilm met een diepere laag, die elementen bevat van James Bond-films, maar in de kern vooral een familie-drama van Shakespeariaanse proporties is. Een superheldenfilm gemaakt door zwarte filmmakers met een grotendeels zwarte cast en een verbindende boodschap: het werd hoog tijd.
Chadwick Boseman is T’Challa/Black Panther. Boseman speelde T’Challa al eerder in CAPTAIN AMERICA: CIVIL WAR (2016). Daarin zagen we hoe hij in het buitenland getuige was van een aanslag waarbij zijn vader, de koning van Wakanda, omkwam. Nu keert T’Challa terug naar Wakanda om zijn vader op te volgen, maar bij zijn terugkomst wordt hij geconfronteerd met een oude vijand in de vorm van wapenhandelaar Ulysses Klaw (Andy Serkis) en soldaat Erik Killmonger (Michael B. Jordan). Zo wordt T’Challa als Black Panther gedwongen om alles op alles te zetten om zijn geliefde Wakanda en zijn volk te beschermen.
Chadwick Boseman speelt T’Challa heel goed met een zekere kalmte, een rust in zijn stem en een terughoudendheid die bij de status van zijn personage past. Dit in tegenstelling tot zijn tegenspeler Michael B. Jordan, die als zijn Amerikaanse vijand Erik Killmonger veel luidruchtiger en arroganter is. Jordan heeft al twee keer eerder met regisseur Coogler gewerkt, in CREED (2015) en FRUITVALE STATION (2013) en het is mooi om te zien hoe hun carrières zich ontwikkelen.
De grotendeels zwarte cast barst van het talent: Zo speelt Lupita Nyong’o de onafhankelijke en pittige Nakia, de love-interest van T’Challa. Daniel Kaluuya die vorig jaar nog de hoofdrol had in de beste horrorfilm van het jaar, GET OUT (2017), heeft hier als W’Kabi een wat kleinere rol. Dan zijn er nog de oudgedienden in de vorm van Angela Bassett en Forest Withaker die voor de nodige gravitas in het verhaal zorgen. Martin Freeman speelt wederom CIA-agent Everett K. Ross, zoals in CAPTAIN AMERICA: CIVIL WAR (2016) en Andy Serkis speelt met zichtbaar genoegen de sleazy wapenhandelaar Klue/Klaw.
Er is een casino-scène in het buitenland die sterk aan SKYFALL (2012) doet denken en een korte achtervolgingsscène in Zuid-Korea. Het grootste gedeelte van de film speelt zich af in het fictieve Afrikaanse land Wakanda. Het land dat voor de rest van de wereld vrijwel verborgen is, is een visueel indrukwekkende combinatie van Afrikaanse traditie en science-fiction.
Als of dit alles nog niet genoeg is, wordt de soundtrack ook nog verzorgd door de beste rapper van het moment: Kendrick Lamar. Lamar, die met zijn vorige twee albums How To Pimp a Butterfly (2015) en Damn (2017) al de grenzen op zocht van wat muzikaal mogelijk is in hiphop, treedt hier als curator op. Met acts als The Weekend, Anderson Paak en SZA, levert Kendrick de coolste superhelden-soundtrack sinds tijden, die perfect aansluit op de film en wederom een voorbeeld is van de bereidheid van Marvel om verder te kijken dan de superheldenneus lang is.